De herbestemming van het leegstaand stationsgebouw (1906) te Lissewege was één van de mooie realisaties van de afgelopen jaren. Met de functie van kunstgalerij wordt een nieuwe trekpleister gecreëerd.

De functiewijziging schaadt de woonomgeving niet, in tegendeel wat jaren onaantrekkelijk stond te verkommeren is nu een prachtig gebouw geworden. De functiewijziging kon doordat een beschermd monument over meer mogelijkheden beschikt naar bestemmingswijziging. Jaren zaten duiven in het dak en stond het er vervallen bij. Velen waren geinteresseerd, maar zagen de verbouwing niet en kosten niet zetten. De heer Patrick Stoop wel.

Sedert 1 januari 2007, de dag waarop Mercedes Van Volcem Schepen van Ruimtelijke Ordening en Monumentenzorg werd, is getracht om Lissewege te stimuleren zich verder aantrekkelijk te maken. Gezien de Schepen zelf altijd inwoner is geweest, ligt Lissewege haar nauw aan het hart.

Sinds oktober 2007 valt het witte dorp onder het beheer van de Dienst Monumentenzorg. Het kleine dorp telt vier monumenten :  de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Onder de Toren 5; de Schuur van de voormalige Abdij Ter Doest in de ter Doeststraat 4;  het Spoorwegstation in de Stationsstraat 16 en het Landschaps omgeving hoeve Groot Ter Doest in de Ter Doeststraat 4. Er is een premie voorzien voor kunstige herstellingen en 119 panden staan er op de Inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Het Spaniënhof, die ook enkele jaren leegstond, werd een prachtige B&B. Het cafeetje aan het station werd tevens in ere hersteld alsook diverse oude boerderijen.  Thans is een restauratie bezig op de markt. Ook de oude bakker die op zaterdag open is kreeg een facelift en schilderde zijn gevel in het wit.

“Voor mij is Lissewege ‘het witte dorp’. Mensen worden aangemoedigd om hun huizen wit te schilderen. De wekelijkse markt op maandag moet dynamiek helpen brengen in dit mooie dorpje. Samen met de beeldenroute en vele lekkere restaurants staat Lissewege op de kaart. De vele monumenten beschermen het mooie dorp.  De regels zijn er strenger dan elders maar de resultaten zijn zichtbaar geworden.” stelt Van Volcem