In de Bossuytlaan wordt er een plateau aangelegd vanaf nr. 28 tot aan nr. 48. Er worden twee bushaltes voorzien met een verhoogde aanrijborduur waarbij het achterliggende verkeer gedwongen wordt om te stoppen tijden het afstappen. Dit heeft een vertragend en veilig effect.
Maximale leefbaarheid en veiligheid
De huidige middenbermen worden behouden zodat de bewoners van de huidige ventweg zo weinig mogelijk hinder krijgen van trillingen en geluid. Fietssuggestiestroken, asverschuivingen en smal wegdek met bushaltes zijn de snelheidsverminderende ingrepen voor de leefbaarheid en veiligheid in deze straat te bevorderen.
Zevekotedreef en Weidebekestraat
De Zevekotedreef en Weidebekestraat worden volledige heraangelegd met een rijweg in asfalt en nieuwe voetpaden. In de Zevekotedreef wordt eveneens een bijkomende RWA-riolering aangelegd. Voor de Sint-Kristoffelstraat worden enkel de rijweg en parkeerstroken aangepakt door nieuwe asfalt en goten te voorzien.
Vlot tweerichtingsverkeer
In het kleine stukje Schoolstraat wordt de breedte van de rijweg aangepast voor een vlot tweerichting verkeer. Hierbij wordt ook de parkeerzone breder zodat er veilig kan geparkeerd worden zonder hinder voor het verkeer.
BRUSSEL – De komende jaren zullen de Vlaamse centrumsteden 6,17 miljard euro investeren. Dat is 720 miljoen euro meer dan oorspronkelijk beraamd, zo blijkt uit de gemeentelijke aangepaste meerjarenplannen 2020-2025. Het aantal investeringen door lokale besturen stijgt deze legislatuur dus verder door. Vlaams volksvertegenwoordiger voor Open Vld Mercedes Van Volcem vroeg de informatie op bij Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers. “Onze steden hebben het in 2020 hard te verduren gekregen, maar de cijfers tonen aan dat zij dé motor blijven van investeringen”, zegt Van Volcem. “De Vlaamse centrumsteden zijn goed voor 35 procent van alle investeringen door gemeenten en steden. De komende jaren zullen lokale besturen samen 17,44 miljard euro investeren. Dat is 2,6 miljard euro meer dan oorspronkelijk beraamd.”
De investeringen van de Vlaamse centrumsteden zetten zich verder door. “Alle centrumsteden hebben de investeringen in hun originele meerjarenplannen ruim overschreden met deze in hun aangepaste meerjarenplannen”, zegt Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld).
Antwerpen en Gent investeren fel, Turnhoutenaren en Bruggelingen hebben minste schulden
Wanneer we de totale investeringsuitgaven van naderbij bekijken dan kunnen we vaststellen dat Antwerpen de onbetwiste nummer één is met investeringen tot bijna 2,5 miljard euro. Gent volgt op plaats twee met een kleine één miljard euro, Leuven eindigt derde met bijna een half miljard euro en Brugge sluit de top vier af met 354 miljoen euro. Turnhout investeert met 118 miljoen euro de komende jaren het minst van alle centrumsteden. Samen met Genk, Oostende en Hasselt, lijken zij heel wat minder risico te nemen.
“Meer investeringen gaan onherroepelijk samen met een hogere schuldenlast per inwoner. Begin 2020 was de gemiddelde schuldenlast per inwoner van een centrumstad nog 1.838 euro, terwijl dat begin dit jaar strandde op 1.947 euro. De schuld per inwoner daalde vorig jaar nog met acht euro terwijl die in 2021 steeg met 109 euro”, aldus politica Van Volcem. Het verschil in schuld per inwoner is significant. De stad Gent heeft bijvoorbeeld een schuldenlast van 2.605 euro per inwoner, terwijl dit in Brugge slechts 932 euro is. Van alle centrumsteden moet Brugge in deze categorie enkel Turnhout laten voorgaan met 392 euro. “De financiën in de hoofdstad van West-Vlaanderen zijn zeer gezond. Onze stad heeft vrij weinig schuld per inwoner”, reageert Brugs schepen van Financiën Van Volcem.
57 euro meer schulden per inwoner in Vlaanderen
Ook de gemiddelde schuldenlast van alle steden en gemeenten samen steeg het afgelopen jaar met 57 euro per inwoner, van 1.270 euro naar 1.327 euro. Een jaar eerder noteerden we in Vlaanderen nog een daling met 16 euro per inwoner.
80% minder autofinancieringsmarge
Onze steden en gemeenten moesten in 2020 heel wat incasseren. Waar de autofinancieringsmarge (de mate waarin een overheid zichzelf kan onderhouden via bijvoorbeeld belastingen), in 2019 van alle centrumsteden samen nog bijna 328,5 miljoen euro bedroeg, schoot daar in 2020 slechts 65,5 miljoen euro of een kleine twintig procent van over. “Dat is een ongelofelijke daling. Onze centrumsteden proberen die verminderde inkomsten te counteren met grote investeringen. Zo blijven ze dé motor van onze samenleving”, klinkt het bij Van Volcem.
Meer licht, warmere dagen en neerslag? Reken er maar op dat de amfibieën dit als startsignaal voor de lente zien. En de lente, dat betekent nieuw leven. Om hun eitjes af te zetten hebben kikkers, padden en salamanders water nodig. “Al jaren ondernemen het Natuurcentrum Beisbroek, de ploeg openbaar domein van Sint-Andries en vrijwilligers actie door een overzet te organiseren”, zegt schepen Mercedes Van Volcem. “Hierbij wordt de reis door middel van een scherm en emmers onderbroken ter hoogte van de weg. Vrijwilligers brengen de diertjes daarna veilig naar de overkant.”
Amfibieëntunnels
In de loop van 2021 komt een permanente oplossing: amfibieëntunnels. “Op de twee locaties met de grootste trekbewegingen over de straat worden tunnels ingebouwd. Schermen leiden de diertjes naar de veilige doorgang. Hierdoor kunnen ze zonder menselijke tussenkomst veilig hun weg vervolgen. Ook andere dieren, zoals egels, muizen,… profiteren van deze oplossing. Weggebruikers ondervinden geen hinder: de tunnels zijn overrijdbaar. Een win-win situatie dus, die generaties lang meegaat”, verduidelijkt de Brugse schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem.
Zeeweg, Sint-Andries
De eerste plaatsing van de zeven tunnels vindt plaats in de Zeeweg in Sint-Andries. Hier worden niet enkel tunnels geplaatst. De Zeeweg krijgt ook verkeerskussens. Zo wordt het niet alleen veiliger voor de dieren maar ook voor de recreanten van Beisbroek, Tudor en Chartreusinnebos. Die zullen op een veiligere manier de Zeeweg kunnen kruisen. “De uitvoering van de werken is momenteel volop bezig. De aansluitende installatie van schermen volgt later dit jaar. Een keerpunt voor de traditionele schermactie die dit jaar voor de 23ste keer doorgaat. Met vorig jaar een eindresultaat van 2061 bruine kikkers, 517 padden, 202 alpenwatersalamanders, 34 kleine watersalamanders en 29 vinpootsalamanders naast 92 slachtoffers, een actie die duidelijk vruchten afwerpt. Het is zeker positief dat hier een permanente oplossing komt, ook de terugweg wordt hierdoor veiliger”, aldus de Brugse schepen Van Volcem.
Weidestraat, Assebroek
Ook in de weidestraat is voor de tweede keer een schermactie op poten gezet. Vorig jaar bleek het belang van hulp voor de amfibieën: 362 padden, 252 kikkers en 48 salamanders werden veilig aan de overkant gebracht. Dit jaar worden de vrijwilligers uit de straat bijgestaan door de ploeg van openbaar domein sectie Assebroek om het verlengde scherm op te bouwen en af te breken. De dagelijkse controle en het legen van de emmers wordt opgenomen door de buurtbewoners.
“Na afronding en evaluatie van de plaatsing van de tunnels in de Zeeweg, worden in de Weidestraat vijf tunnels geplaatst. Zo wordt ook hier een veilige doortocht voor de amfibieën en kleine zoogdieren gegarandeerd”, aldus schepen Van Volcem.
Maak zelf het verschil
Deze twee locaties zijn gekend en goed gemonitord. Maar ook op andere plaatsen steken amfibieën en zoogdieren de weg over. Het Natuurcentrum geeft alvast volgende tips mee:
Voor amfibieën:
Naast overzetacties kunnen ook raapacties georganiseerd worden op plaatsen waar geen schermactie mogelijk is.
Pas je snelheid aan op landelijke wegen. Op natte, warme voorjaarsavonden steken de meeste dieren over.
Ook op fietspaden vallen slachtoffers. Met wat aandacht kan je dit vermijden.
Laat kikkerdril en paddensnoeren ongestoord liggen.
Help ze naar de overkant (steeds van bos naar wei, met vochtige handen en bij voorkeur met plastieken handschoentjes).
Uitstappen zitten er momenteel nog niet in, maar niet getreurd. ”In samenwerking met het Natuurcentrum hebben we een alternatief in petto. Vraag kosteloos de digitale les ‘gekwaak in de klas’ aan en breng zo de voorjaarstrek binnen in de klas. Schrijf je in via natuurcentrum@brugge.be en in maart ontvang je de les”, voegt de Brugse schepen Van Volcem nog toe.
BRUGGE – Het kadastraal inkomen in Brugge daalde sinds 2015 met 7 procent. Dat blijkt uit cijfers die het Vlaams parlementslid en schepen van Openbaar Domein in Brugge, Mercedes Van Volcem opvroeg: “Een gevolg van kleinere woningen en percelen waarop er gebouwd wordt.” Ook in West-Vlaanderen is het kadastraal inkomen procentueel gedaald. Al is het de provincie met de lichtste daling. Als we inzoomen op de andere centrumsteden Kortrijk, Roeselare en Oostende, spreken we van een daling van respectievelijk 4,4%, 4,7% en 4,5%.
Brugge spant de kroon met een daling van het KI met maar liefst 7 procent. In de stad ging het kadastraal inkomen van 1029,66 euro naar 958,06 euro. Van Volcem die schepen van Openbaar Domein is in Brugge, ziet dan ook de komende jaren een sterke evolutie. “De woonoppervlakte van nieuwbouw werd de voorbije jaren kleiner. De grond is schaarser en ook duurder. Ook de steeds strengere energie-eisen maken dat nieuwbouw duurder wordt. Gezinnen met kinderen zijn 30 procent van de bevolking. Er zijn meer jonge alleenstaanden maar ook ouderen die langer leven en alleen wonen. De komende jaren zal er meer ingezet worden op kleinere woonvormen bijvoorbeeld zoals Tiny Houses. Zo houden ze meer budget over voor reizen en ontspanning of om te sparen”, klinkt het bij Van Volcem.
De Brugse schepen zetelt in de commissie Wonen en volgt daar de tendens op: “De woningmarkt op dit moment staat onder stroomversnelling en verandert razendsnel. In de commissie Wonen probeer ik alvast een lans te breken voor die alternatieve kleinere woonoplossing. Er is nood aan dergelijke woonvormen.”
Leefbaarheid
“Ik volg de tendens al jaren op. Ik investeer dan ook volop in het publieke domein. We wonen dan misschien kleiner, maar dat wil niet zeggen dat we moeten inboeten op natuur, groen en bewegingsvrijheid. Al is het dan in de publieke sfeer. Ieder park, iedere ontharding, iedere boom of bloembol draagt bij aan een meer leefbare omgeving voor de stadsbewoner”, stelt Van Volcem sterk.
Als Vlaams Parlementslid vroeg Van Volcem de evolutie op van het KI over heel Vlaanderen, West-Vlaanderen en de centrumsteden. Het gemiddeld KI van West-Vlaamse woningen daalt jaar na jaar van 802,38 euro nog in 2015 naar 778,78 EUR in 2020. “De dalende trend wil zeggen: we wonen steeds kleiner. Nieuwbouw wordt op kleinere percelen gezet. Daarbij wordt er in de stad sowieso met een hogere densiteit gebouwd om de open ruimte vrijwaren”, klinkt het bij Van Volcem.
West-Vlaamse centrumsteden
Roeselare
Het Kadastraal Inkomen in Roeselare evolueerde van 889,01 euro in 2015 naar 847,19 euro in 2020. Een daling van 4,7 procent. Roeselare was in vergelijking met de andere West-Vlaamse centrumsteden met 847 euro de ‘goedkoopste’ centrumstad wat betreft het gemiddeld KI.
Kortrijk
In Kortrijk zien we de laagste daling bij de West-Vlaamse centrumsteden: 4,4%. In 2015 telde daar het Kadastraal inkomen nog 1134,36 euro, in 2020 was dat 1084,63. Niet alleen dat kleiner wonen draagt toe tot een lager kadastraal inkomen aldus parlementslid Van Volcem: “Er zijn meer éénoudergezinnen en singles dan ooit. Een kleinere woning resulteert ook in lagere energiekosten en een minder zware investering bij de aankoop van een woning.”
Oostende
Oostende dan weer had een gemiddeld kadastraal inkomen in 2020 van 905,05 euro. Dat is 4,5 procent minder dan in 2015. Toen spraken we nog van 947,31 euro als gemiddeld kadastraal inkomen.
Lager Kadastraal inkomen: Hoezo?
Er wordt kleiner gebouwd
Woonoppervlakte van nieuwbouw alsmaar kleiner
Grond schaarser en dus duurder
Bij nieuwe woonontwikkeling: kleinere percelen
Hogere densiteit in steden=open ruimte vrijwaren
Strenge energie-eisen=>nieuwbouw duurder
Kleinere gezinnen (veel singles)
Jong en oud wonen klein=lagere elektriciteitfactuur
Minder en minder drieslaapkamerappartementen
Tiny house? Meer budget voor reizen, ontspanning en sparen
Gezinnen met kinderen: 30% van bevolking
Ouderen leven langer en wonen alleen
gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per centrumstad
centrumstad
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Aalst
933,65
924,94
920,07
913,32
902,41
890,08
Antwerpen
1.289,80
1.273,30
1.249,52
1.224,72
1.187,02
1.152,23
Brugge
1.029,66
1.025,48
1.015,22
1.002,75
985,48
958,06
Genk
1.057,76
1.059,87
1.040,24
1.023,78
1.008,93
992,05
Gent
1.142,19
1.140,74
1.128,54
1.122,24
1.104,45
1.085,78
Hasselt
1.233,00
1.218,21
1.194,76
1.186,88
1.185,18
1.161,47
Kortrijk
1.134,36
1.129,02
1.123,48
1.115,47
1.106,43
1.084,63
Leuven
1.352,98
1.316,90
1.298,32
1.280,84
1.236,55
1.224,80
Mechelen
1.090,55
1.080,98
1.065,62
1.059,44
1.058,77
1.039,37
Oostende
947,31
942,33
935,98
930,58
919,97
905,05
Roeselare
889,01
881,49
878,18
873,01
855,50
847,19
Sint-Niklaas
1.077,10
1.068,65
1.058,14
1.048,34
1.023,90
1.006,05
Turnhout
1.049,51
1.054,11
1.037,27
1.011,04
983,71
934,28
Vlaams Gewest
1.010,41
1.005,87
999,38
990,83
978,16
964,72
andere Vlaamse gemeenten
963,07
960,14
956,33
949,41
939,72
929,43
Provincies
De West-Vlaamse steden hebben dezelfde tendens uiteraard al is het aan een trager tempo dan de andere provincies met Antwerpen met een daling van 7,2%, Limburg 3,8%, Oost-Vlaanderen 3,0% en Vlaams-Brabant met 4,6 procent.
procentuele toename gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per provincie
2015-2020
Antwerpen
-7,2%
Limburg
-3,8%
Oost-Vlaanderen
-3,0%
Vlaams-Brabant
-4,6%
West-Vlaanderen
-2,9%
Buiten West-Vlaanderen
Buiten West-Vlaanderen is de daling van het KI nog meer op te merken zo werd er het volgende opgetekend in andere centrumsteden als Turnhout (-11%– provincie Antwerpen), Antwerpen (-10,7% – provincie Antwerpen) en Leuven (-9,5% – provincie Vlaams-Brabant). Zij telden de voorbije jaren een groot aantal nieuwbouwprojecten.
Na Roeselare als goedkoopste volgt Aalst in Oost-Vlaanderen in het kielzog met 890 euro. Leuven in Vlaams-Brabant telt het hoogste gemiddelde KI met 1.224 euro, gevolgd door Antwerpen met 1.152.
procentuele toename gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per centrumstad
BRUGGE- Stad Brugge neemt het Kraanplein onder handen. Dat gebeurt onder impuls van schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem. “Het plein geeft tot op vandaag een troosteloze indruk. Met de opfrissing blazen we het pleintje nieuw leven in en bouwen we verder aan ons Brugs pleintjesplan”, stelt schepen Van Volcem. Totale kostprijs bedraagt 150.000 euro. Tegen eind april hoopt de Stad de werken af te ronden.
Vanaf 22 februari is het zover, dan starten de nutsmaatschappijen met de voorbereidende werken. Nadien volgt de heraanleg van het Kraanplein. Een volledige vernieuwing staat er op de agenda. Het plein en de rijweg palend aan het Brugse plein worden aangelegd in roodbruine mozaïekkeien. “Het plein verdient meer kleur, door een paar tegels of kasseien weg te halen, kunnen we dat ook realiseren. Zo geven we als stad het goede voorbeeld en benutten we onze Brugse pleintjes maximaal”, aldus schepen Mercedes Van Volcem. Na de heraanleg wordt ook de Ieperstraat en de rijweg van de Sint-Jansstraat vernieuwd: van aan huisnummer 1 op het Kraanplein tot huisnummer 7 in de Sint-Jansstraat.
Vergroening
Duurzaamheid is prioritair, dat betekent een pleintje met een sterk groen karakter. “ Een groenzone met siergrassen, bloembollen en meerstammige bomen zal het Kraanplein die frisse, groene touch geven. De sierkersen worden dé eyecatchers. Die zullen geplant worden in de vaste grond”, verduidelijkt schepen Van Volcem. “We richten de groenzone ook in met twee zitbanken. Die zullen een aangename kijk bieden over het groen pleintje en geven de kans om gezellig een babbeltje te slaan.”
Kwalitatief en gezellig
Om een kwalitatief en gezellig pleintje te garanderen verdwijnen de bestaande parkeerplaatsen op het plein. Ook de integratie van publiek sanitair bleek geen eenvoudige oefening. “Het is niet mogelijk om dit te laten passen binnen de herinrichting van het plein. We bekijken het voorstel om de omliggende horecazaken publiek sanitair te laten aanbieden”, zegt schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem.
Samenspraak
In juni vorig jaar lanceerde de Stad een online enquête over het voorstel tot herinrichting van het plein. “Bij heraanleg van een publieke ruimte sta ik samen met mijn dienst altijd open voor suggesties. Daarom vond ik het ook bij dit dossier belangrijk de Brugse inwoner te betrekken, sluit schepen Van Volcem af.
In september 2020 is het studiebureau BUUR i.s.m. Corridor in opdracht van de stad gestart met de opmaak van een masterplan voor het recreatiegebied Sint-Pietersplas. “Met dit masterplan wil de stad onderzoeken op welke manier dit gebied verder kan uitgroeien tot een stedelijke groenpool voor watersport, openluchtrecreatie en verblijfsrecreatie”, vertelt schepen Mercedes Van Volcem. “Er wordt hierbij gezocht naar een evenwicht wordt tussen sport, recreatie en natuur op en rond de Sint-Pietersplas. De Sint-Pietersplas is een groene buffer waar veel gesport wordt en die grotendeels openbaar domein is.
Dit moet uiteindelijk een inrichtingsstudie voor het hele gebied opleveren mét een actietabel zodat op terrein ook effectief zaken gerealiseerd worden. Er is een looptijd van 10 maanden voorzien om het masterplan af te werken. Voor de zomervakantie moeten we dus een definitief plan hebben.
In de opmaak van het plan- en ontwerpproces worden 4 stappen voorzien:
Stap 1: analyse en uitgangspunten
Stap 2: visie, structuurschets en ontwikkelingsscenario’s en keuze voorkeursscenario;
Stap 3: ontwerp masterplan/inrichtingsstudie en bepalen uitvoeringsstrategie;
Stap 4: finaliseren masterplan met actieplan
Momenteel is de eerste stap afgerond. Het hele gebied werd grondig geanalyseerd en in kaart gebracht. Via online dialoogtafels werd in gesprek gegaan met verschillende actoren en stakeholders die vragen hadden rond de invulling van de recreatiezone. Er werd voor de invulling een onderscheid gemaakt tussen de beschikbare ruimte op het water (watergebonden ruimte) en de beschikbare grondgebonden ruimte (de oppervlakte zonder wegenis, grachten, plas, gebouwen).
Daarnaast werd ook rekening gehouden met het deel waar een overdruk natuurverwevingsgebied is en waar niet. Waar er overdruk geldt mag je het gebied gebruiken, maar moet er rekening gehouden worden met de natuurwaarden die aanwezig zijn in het gebied. Die mag je niet zomaar negeren en vernietigen. Het ontwerpteam zal enkel zaken intekenen die ook juridisch mogelijk zijn. Als schepen van openbaar domein wil het hele gebied zo toegankelijk mogelijk maken voor iedereen, meer bepaald ook voor wandelaars en jong en oud maar natuurlijk ook voor sporters. Het is bovendien ook belangrijk dat we investeren in natte natuur. Het ontwerp werd daarvoor reeds goedgekeurd en wordt gefaseerd aangelegd. We voorzien zonnebloemen, grachten en schapen. Openbaar domein is niet enkel om naar te kijken maar vooral ook om in te genieten.
“In de volgende stap zullen mogelijke invullingen meegenomen worden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen wat zeker een plaats moet krijgen omdat er nood aan is (must have) en welke zaken nog leuk zouden zijn indien daartoe nog mogelijkheden en ruimte zijn (nice to have)”, aldus Demon en Van Volcem die een mix voorstellen van natuur en sport.
Volgende zaken worden gezien als noodzakelijk en zijn een “must have”:
BMX-parcours / bikepark / pumptrack
Boogschutterstand (staande en liggende wip)
Boomgaarden
Boulderen outdoor
Bufferzone/link Duivenkeetbos – Blauwe toren
Camping
broedzone watervogels
Kabelbaan
Kampeerautoterrein
Kleinschalige evenementenzone
Leefgebied vleermuizen
Multifunctionele sportvelden (5)
Natuurlijk en avontuurlijk spelen
Oeverzwaluwwand
Openluchtzwemmen (strand- en waterzone)
Outdoor fitness/fit-o-meter
Overnachtingsmodules
Petanque
Rolstoeltoegankelijke wandellus (zilverroute)
Survivalparcours
Vissport
Watersport (bv. Beachsprint)
Yoga
Zone voor tijdelijke recreatieve (jeugd)activiteiten (Bv. Airzone)
Daarnaast wordt bekeken voor welke van volgende invullingen nog mogelijkheden zijn in het gebied. Deze zijn “nice to have”:
Boerderij met lokale producten
Geboortebos
Golfopslag
Hondenlosloopweide
Hondenzwemzone
Leefgebied solitaire bijenpopulaties en waardevolle graslanden
Paintball
Voedselbos
Voetbalterreinen (3)
Na deze fase wordt een tussentijds rapport gemaakt, de zogenaamde uitgangspuntennota. Het CBS nam op 1 februari 2021 kennis van deze uitgangspuntennota en gaat akkoord met de daarin geformuleerde ambities en uitgangspunten en de ruimtelijke principes waarmee in het verdere ontwerptraject aan de slag wordt gegaan.
Deze ambities en uitgangspunten zijn opgedeeld in 5 belangrijke thema’s waarmee rekening moet worden gehouden.
Gezonde balans tussen sport, recreatie en natuur
In het gebied bestaan op vandaag recreatie, sport en natuur harmonieus naast en bij elkaar. Om in de toekomst het aanbod van ontspannen recreëren, actief sporten en de natuurwaarden te verzekeren, moeten we zoeken naar een gezond evenwicht tussen deze drie hoofdfuncties, zodat de draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zegt Van Volcem.
Meervoudig ruimtegebruik
De ruimte in de stad is schaars. We moeten de beschikbare ruimte daarom duurzaam inrichten en slimme combinaties bedenken. Analoog aan andere voorbeelden in binnen- en buitenland, kunnen we daarbij bijvoorbeeld denken aan het stapelen van functies (bijvoorbeeld basket of tennisveld bovenop nieuwe faciliteiten zoals cafetaria en kleedruimtes), gebruik van sportvelden voor diverse sporten (voetbal, rugby, frisbee, …), een goed evenwicht bewaren tussen publiek toegankelijke en afgesloten delen, … Deze en meer evidente zaken zoals het maximaal delen van de parkings nemen we mee als uitgangspunt.
Een klimaatbestendig recreatiegebied
Het klimaat verandert in ijltempo. Het masterplan moet een antwoord bieden op de toekomstscenario’s met extremere weersomstandigheden, met de ambitie om van Sint-Pietersplas een koelte-plek te maken tijdens langdurige droogteperiodes (wind, schaduw en water) en een bufferfunctie te vervullen bij overvloedige regenval (ruimte voor waterlopen, grachten, beken). Voor nieuwe gebouwen gelden vanzelfsprekend hoge duurzaamheidseisen. We hebben reeds een ontwerp goedgekeurd. Het Natuurcentrum diende ook een ontwerp in voor een subsidie en we bekomen van de Vlaamse overheid 181000 euro, zegt Van Volcem. Daarnaast kan voor elk nieuw te bouwen constructie ook bekeken worden wat mogelijk is voor circulair, natuur inclusief of energieneutraal bouwen. Vzw Aan de Plas geeft alvast het voorbeeld met een heus zonnedak!
Gezonde en inclusieve leefomgeving
Het recreatiegebied moet een betekenisvolle rol kunnen spelen op bovenlokaal én stadsniveau, maar evengoed zijn functie kunnen vervullen als lokaal ontspanningsgebied. Daarom is het belangrijk om in het masterplan voldoende aandacht te schenken aan de vragen en bekommernissen die er zijn van de verschillende doelgroepen, of vanuit de omliggende buurten. In het masterplan zien we alvast veel kansen om op meerdere niveaus meer ontmoeting, spel en beleving te stimuleren door de inbreng van bijvoorbeeld een wandel lus (zilverroute), een aantal levensgrote spelborden, bijzondere objecten, …
Herkenbare beeldkwaliteit en identiteit
Het gebied wordt op vandaag niet als één samenhangend geheel ervaren. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat ook andere functies (bijvoorbeeld landbouw) nog in het gebied aanwezig zijn, anderzijds is ook weinig samenhang te vinden in het beeld van de site. De opmaak van het masterplan stelt ons in staat een meer herkenbare identiteit naar voor te schuiven, o.a. voor de publieke ruimtestructuur, nieuwe architectuur en voor de vele elementen die eigen zijn aan een recreatiegebied. Dit kan bijvoorbeed met eenduidig materiaal- en kleurgebruik. Hierbij denken we aan kenmerkende beeldelementen zoals bomen, verlichting, zitelementen, hekwerk, verhardingsmaterialen, enz.
Bereikbaar én verbonden
De site dient zowel lokaal als bovenlokaal veilig en vlot bereikbaar te zijn met het openbaar vervoer, de auto en de fiets. Voor de omringende buurten geldt dat deze optimaal moeten worden aangesloten, zodat het recreatiegebied ook een meerwaarde kan betekenen voor de omwonenden.
“Het masterplan is een uitgelezen kans om de Sint-Pietersplas op de kaart te zetten als het recreatiegebied van Brugge. Het nieuwe recreatiegebied zal een belangrijke rol spelen voor zowel de buurt, de stad als de bovenlokale overheden. We werken met alle betrokkenen samen om iets moois te realiseren, met respect voor de natuur en bezorgdheden die er zijn”, besluit schepen Van Volcem.
BRUSSEL – In 2015 bedroeg het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van de gemiddelde Vlaamse woning 1010. In 2020 is dat nog 964, wat een daling van 4,5% betekent. Elk jaar zien we een daling. De nieuwe woningen die erbij komen hebben duidelijk een lager KI hebben dan de reeds bestaande woningen. Dat blijkt uit de cijfers die Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem opvroege bij minister Demir.
Van Volcem ziet een duidelijke tendens in de cijfers: “De grootste reden die ik zie voor de dalende trend is dat er steeds kleiner gebouwd wordt. Bij nieuwe woonontwikkeling hanteert men kleinere percelen en in de stad bouwen we een pak denser. De woonoppervlakte van nieuwbouw werd de voorbije jaren ook kleiner. Ook de typologie speelt een rol: appartementen hebben gemiddeld genomen een lager KI dan villawoningen. Dus als je verhoudingsgewijs meer appartementen bouwt dan diegene die er al staan draagt dat ook bij tot een dalend KI. In de centrumsteden Antwerpen en Turnhout daalde het gemiddelde KI zelfs met meer dan 10% sedert 2015.”
Het KI is een fictief inkomen dat overeenstemt met het gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen dat het onroerend goed zijn eigenaar zou opbrengen in referentiejaar 1975.
In Vlaanderen zien we de laatste vijf jaar een steeds sneller dalende trend van het KI ten opzichte van het jaar ervoor. In 2020 daalde het KI van een gemiddelde Vlaamse woning met 1,37% ten opzichte van 2019.
‘Ik vind niet meteen een aantoonbare oorzaak, van de versnelde beweging de laatste 2 jaar. De steeds strengere energie-eisen zorgen wel dat er veel dichter op elkaar ontwikkeld wordt. Rijwoningen en appartementen zorgen gemiddeld voor een lagere KI.” aldus Van Volcem.
Gemiddeld KI
Vlaams gewest
Verschil
2015
1010,41
0
2016
1005,87
-0,45%
2017
999,38
-0,65%
2018
990,83
-0,86%
2019
978,16
-1,28%
2020
964,72
-1,37%
2015-2020
-4,52%
Dalend KI niet problematisch voor overheid
Het kadastraal inkomen (KI) vormt de basis voor de inning van de onroerende voorheffing en voor de bepaling van het onroerende inkomen dat in de personenbelasting belast wordt. Dat het gemiddeld KI daalt is op zich geen probleem voor de inkomsten van de overheid. “Er komen woningen bij, wat voor meer inkomsten zorgt. Het is een keuze van het beleid om niet alles vol te bouwen met grote villawijken. Dat nieuwe woningeigenaars gemiddeld genomen kleiner wonen en dus minder belastingen betalen is normaal.”
Grote verschillen per centrumstad
De gemiddelde KI’s verschillen ook aanzienlijk per centrumstad. “Een van de oorzaken is het type gebouwen: hoeveel rijwoningen en hoeveel (half) open bebouwingen heeft een stad. Of hoeveel gezinswoningen, kleine en grote appartementen of ruime villa’s worden in de stad gebouwd. Ook de waarde en afwerkingsgraad van de woningen zelf spelen een rol.” verduidelijkt Mercedes Van Volcem.
Roeselare is de ‘goedkoopste’ centrumstad als het op gemiddeld KI aankomt: 847 in 2020. Aalst volgt in het kielzog met 890. Leuven telt het hoogste gemiddelde KI met 1224 anno 2020, gevolgd door Antwerpen met 1152.
gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per centrumstad
centrumstad
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Aalst
933,65
924,94
920,07
913,32
902,41
890,08
Antwerpen
1.289,80
1.273,30
1.249,52
1.224,72
1.187,02
1.152,23
Brugge
1.029,66
1.025,48
1.015,22
1.002,75
985,48
958,06
Genk
1.057,76
1.059,87
1.040,24
1.023,78
1.008,93
992,05
Gent
1.142,19
1.140,74
1.128,54
1.122,24
1.104,45
1.085,78
Hasselt
1.233,00
1.218,21
1.194,76
1.186,88
1.185,18
1.161,47
Kortrijk
1.134,36
1.129,02
1.123,48
1.115,47
1.106,43
1.084,63
Leuven
1.352,98
1.316,90
1.298,32
1.280,84
1.236,55
1.224,80
Mechelen
1.090,55
1.080,98
1.065,62
1.059,44
1.058,77
1.039,37
Oostende
947,31
942,33
935,98
930,58
919,97
905,05
Roeselaere
889,01
881,49
878,18
873,01
855,50
847,19
Sint-Niklaas
1.077,10
1.068,65
1.058,14
1.048,34
1.023,90
1.006,05
Turnhout
1.049,51
1.054,11
1.037,27
1.011,04
983,71
934,28
Vlaams Gewest
1.010,41
1.005,87
999,38
990,83
978,16
964,72
andere Vlaamse gemeenten
963,07
960,14
956,33
949,41
939,72
929,43
Gemiddelde KI per centrumstad.
Daling KI grootst in Antwerpen, Turnhout en Leuven
In de centrumsteden (-7,4%) daalt het gemiddeld KI van 2015 tot 2020 dubbel zo hard als in de andere gemeenten en steden (-3,5%). Onderling zijn er bovendien nog grotere verschillen. Turnhout spant de kroon met -11% gevolgd door Antwerpen (-10,7%) en Leuven (-9,5%). “Een mogelijke oorzaak is een groot aantal nieuwbouwprojecten die veel kleinere woonoppervlaktes hebben dan het bestaand patrimonium. Om dit met zekerheid te weten zou je nog iets diepgaandere analyses moeten doen per stad.” aldus Van Volcem.
procentuele toename gemiddeld niet-geïndexeerd kadastraal inkomen per centrumstad
BRUGGE – Stad Brugge koopt voor 2,4 miljoen euro een administratief gebouw en garagestelplaats gelegen aan de Boninvest aan Befimmo. “Deze strategische aankoop vormt een historische kans om de vesten te herstellen. We willen de stadsvesten revitaliseren en zowel de groene wandeling als de groene fietsroute rond de stad vervolmaken”, klinkt het bij schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem.
De Vesten : Trekpleister, de Bruggeling is er fier op
De Brugse Vesten waren nog nooit zo populair. Dagelijks maken wandelaars, fietsers en joggers er gebruik van. “Tijdens de coronaperiode wilden zoveel mensen van het 7 km lange park rond de stad genieten, dat we ze zelfs moesten afsluiten”, stelt burgemeester Dirk De Fauw.
De Vesten : Trekpleister, de Bruggeling is er fier op
De Brugse Vesten waren nog nooit zo populair. Dagelijks maken wandelaars, fietsers en joggers er gebruik van. Tijdens de coronaperiode wilden zoveel mensen van het 7 km lange park rond de stad genieten, dat het zelfs afgesloten moest worden.“De Vesten zijn het park van de bewoners van de binnenstad en van de aangrenzende deelgemeenten. Het vormt een groene plaats voor alle Bruggelingen en zelfs voor velen buiten Brugge. Velen wandelen er, brengen een hond mee of joggen om de corona kilo’s te verliezen, ik wandel er elke zondagmorgen, lacht Van Volcem en ik zie sommigen na weken al vele kilo’s lichter wegen,” lacht Van Volcem. Brugge kent groene Vesten en dat is uniek. In huidige tijden waarbij groene openbare ruimte steeds meer gegeerd is, is de historische aankoop voor de Bruggelingen een verwezenlijking om zich heel gelukkig mee te prijzen. “Zelf ben ik als Bruggelinge er ontzettend door gefascineerd en uiteraard heel erg trots op onze dienst dat we de aankoop konden bekomen”, stelt Van Volcem.
Een 7 kilometer lang park en méér
De Vesten tellen 26 hectare groen, 15,09 ha gazon, 7,07 hectare beplantingen, 4,07 hectare wandelpaden en 3350 grote bomen. “Intussen werden diverse onderzoeken gedaan en aan de hand van oude foto’s en postkaarten zien we dat sommige bomen reeds een grote leeftijd hebben. We maken werk van een inventaris en ook naambordjes op de bomen”, verduidelijkt de Brugse schepen Van Volcem. De Vesten telt drie aangrenzende parken : Het Minnewaterpark, Het Koning Albertpark, Het Graaf Visartpark en ook het Koningin Astridpark, op amper 200 meter.
Boninvest
Op het stuk aan de Boninvest zijn de Vesten op hun het smalst. Schepen Mercedes Van Volcem: “Vorige maand konden we ook grond kopen op dat stuk aan de federale overheid voor 1.450 m2 waardoor het publiek domein al konden uitbreiden. We zijn fier dat deze eigendom opnieuw naar de stad komt. Het waren geen makkelijke onderhandelingen. De Stad had intussen ook de onteigeningsprocedure in stilte gestart, maar er kon toch een redelijk akkoord worden bereikt tussen koper en verkoper. Een compromis is altijd beter dan een lang proces met onzekerheid voor beide partijen. De stad had een sterk dossier omdat ook de beleidsplannen van de stad, het openruimte beleidsplan ook Onroerend erfgoed het herstel van de Vesten op deze plaats wenselijk achten.”
Schepen Mercedes Van Volcem: “In totaal kopen we 5280 m² grond aan, vermeerderd met het bestaande stuk dat we reeds in bezit hebben. We maken een nieuwe aanleg van plusminus 1 hectare tussen de Gentpoort en de Conzettbrug.”
Fasering
De betreffende gronden en gebouwen worden voor de helft nog gehuurd door de FOD Justitie die er inbeslaggenomen voertuigen stalt. “De huur loopt nog tot 2027 en we gaan die huur ook laten doorlopen omdat ze ook een stuk van de investering dekt. Intussen maken we een masterplan vanuit openbaar domein voor de site. De andere helft van de gebouwen met binnenplaatsen is vrij van gebruik. Die zullen we ook op korte termijn verhuren tot het masterplan voor de site klaar is”, zegt Van Volcem. Het gebouw bestaat uit kantoorruimten, diverse lokalen, opslag, archiefruimte, gesloten en open autostelplaats, evenals 45 buitenparkeerplaatsen.
Met een gefaseerd plan worden er de kantoren verhuurd en zullen er open binnenpleinen gecreëerd worden. “De bocht van het fietspad en wandelzone wordt verbeterd, door niet waardevolle aanhangsels af te breken. Zo scheiden we net zoals op de Gentpoortvest voetgangers en fietsers van elkaar. Met die inspanningen herstellen we de stadsvesten in hun glorie. Dit is niet zomaar een aankoop, het is een toekomstgerichte visie”, aldus de Brugse schepen Van Volcem. “Met de aankoop van de grond kunnen we een ‘missing link’ in onze Vesten opvullen en een volwaardige groene invulling geven aan één van de belangrijkste publieke tuinen van Brugge.” Lees meer in de uitgebreide presentatie over Boninvest.
Bijen zijn een insectengroep die een belangrijke bijdrage leveren aan ecosysteemdiensten zoals bestuiving. Door verschillende factoren staan veel van onze bijensoorten echter sterk onder druk. Om hier iets aan te doen werd in het Brugse beleidsprogramma 2019-2024 de opmaak van een bijenactieplan opgenomen.
In zitting van 9 december 2019 keurde het College de opmaak van een bijenplan door Natuurpunt Studie vzw goed. Op 4 januari 2021 leverde Natuurpunt studie het eindrapport op. “Dit bijenplan doet zijn naam eer aan door te focussen op wilde bijen, maar andere wilde bestuivers en Honingbijen zullen mee profiteren van de adviezen”, verduidelijkt de Brugse schepen Mercedes Van Volcem.
111 bijensoorten
Op 16 locaties in Brugge werden maar liefst 111 wilde bijensoorten aangetroffen waarvan 14 zeldzame of zeer zeldzame soorten. Op basis van statistische analyse verwachten we minstens 150 soorten over het hele grondgebied van Brugge. Sommige soorten komen op West-Vlaamse schaal opvallend veel voor in Brugge wat betekent dat Brugge een grote verantwoordelijkheid voor deze soorten draagt.
Op basis van een goede inventarisatie wordt concreet advies gegeven naar behoud en versteviging van de biodiversiteit aan wilde bijen in Brugge. Het gaat vooral om laagdrempelige maatregelen.
Bloeiende stad
Om een bloeiende stad te zijn, plant Brugge meer bloemen aan op diverse plaatsen zoals brugjes, kaaien, stadsgebouwen, in bloembakken en perken. Naast een massa bloembollen, kwamen er ook meer klimplanten en bloeiende bomen. Burgers die hun voortuinen vergroenen, krijgen ondersteuning. De stad Brugge zorgt voor wilde bijen en biodiversiteit door specifiek beheer van de bossen, parken en natuurgebieden.
Beheerplannen
Schepen Mercedes Van Volcem: “Voor de stadsomwalling en de begraafplaatsen zijn de beheerplannen in opmaak. Bijenhotels en bijenhallen zijn o.a. te vinden aan het buurthuis Zwankendamme, Tudor, de Kinderboerderij, basisschool Brugge Noord, BuSO-school De Varens, het natuurcentrum Beisbroek. Aan de ecologische waarde koppelt de stad ook een educatief aspect. Vanuit kinderboerderij De Zeven Torentjes en het natuurcentrum Beisbroek wordt een natuur-educatieve werking over het hele grondgebied ontplooid. Ook het Brugse Concertgebouw doet een duit in het zakje met de wilde bij als symbool voor het educatieve programma.”
BRUGGE – De werken in de Katelijnestraat verlopen nog steeds volgens schema. Zo kon al eerder het kruispunt van de Katelijnestraat met de Bargeweg, Gentpoortstraat en Visspaanstraat vrijgemaakt worden. Daar komt nu ook de Wijngaardstraat bij. “Met de vrijgave van de Katelijnestraat tot aan de Wijngaardstraat kunnen we de timing ondanks corona behouden. Ook voor de Mariabrug is er een alternatieve werkwijze in de maak. We blijven niet stilstaan en doen stevig door”, zegt de Brugse schepen van Openbare Werken Mercedes Van Volcem.
De werken aan de Katelijnestraat zijn geen sinecure. “De straat is een invalsweg met veel handelaars, bewoners, veel toeristen, ondergrondse parkeerplaatsen, scholen… Daarnaast is er de archeologische waarde van de straat. Dergelijke werken zorgen voor hoogspanning door lawaai en trilling. Heel veel factoren waar rekening moet mee gehouden worden”, zegt schepen Mercedes Van Volcem.
Geen sifonnering onder Mariabrug
Het aanbestedingsdossier voorzag de uitvoering van de rioolverbinding met een sifonnering onder de Mariabrug. Na onderzoeken op het terrein, namelijk vrijgraven van de landhoofden, steunmuren en bepalen van de aanzetdiepte van de fundering van de landhoofden is gebleken dat de uitvoering van de sifonnering door middel van een onderdoorpersing niet uitvoerbaar is. Dat is alvast de conclusie van een extern studiebureau dat de stad adviseert.
“Enerzijds omwille van de grote diepte die noodzakelijk was bij de sifonnering tot op -18 meter (oorspronkelijk dacht men dat het op 12 meter zou kunnen). Anderzijds zou er ook een conflict ontstaan met de gestuurde boring van de middendrukleiding van gas. Bovendien zouden de landbruggen bij graven tot 18 meter diepte niet stabiel meer zijn met gevaar voor instorting. Aangezien ik geen enkel risico wil lopen, is een alternatieve werkwijze gekozen. Diverse alternatieven werden onderzocht meer bepaald een open sleuf (water dammen) versus pompstation. Na een omstandige nota / voorstudie van het studiebureau Jonckheere omtrent de alternatieve werkwijzen werd beslist om de uitvoering via een open sleuf te verlaten”, verduidelijkt schepen van Openbare Werken Van Volcem.
Pompstation
Er wordt voorzien in de uitbouw van een pompstation tegenover het pleintje tussen de OLV-kerk en OLV- Kerkhof Zuid. Dit volledig buiten de rijweg van de Mariastraat en ondergronds. Momenteel tekent het aangestelde studiebureau de technische uitwerking van dit pompstation uit. De locatie en inplanting van het pompstation liggen vast. “De berekeningen tonen aan dat de persleidingen van het pompstation naar de DWA-riolering in de Katelijnestraat boven de bestaande brugconstructie, onder het voetpad kunnen aangelegd worden. Deze zullen tussen de Mariabrug en de Kastanjeboomstraat worden aangesloten op de DWA-riolering. De rioleringswerken kunnen dus gewoon verdergezet worden tot aan Kastanjeboomstraat. De bootjes zullen dus kunnen blijven varen, iets wat voor mij als schepen absolute prioriteit is”, aldus de Brugse schepen Van Volcem.
Propere reien
Schepen Van Volcem: “Het pompstation en de rioleringswerken maken dat de Brugse reinen veel properder zijn, aangezien nu bij hevige regenval wordt overgestort in de reien. Dit zal nu niet meer het geval zijn.”
Op schema
De Katelijnestraat is momenteel toegankelijk tussen Katelijnebrug en Wijngaardstraat. De kruispunten Bargeweg, Katelijnevest, Gentpoortvest, Visspaanstraat, Colettijnenstraat, Rodenonnenstraat en Arsenaalstraat werden toegankelijk gesteld en reeds in gebruik genomen. “De werken in de Wijngaardstraat zijn ook beëindigd maar dit kruispunt werd nog niet opengesteld. Verder zijn de Walstraat, Stoofstraat en Kastanjeboomstraat doodlopend op de werf. De verbinding Nieuwe naar Oude Gentweg is wel nog steeds mogelijk. We zitten dus goed op schema. Hopelijk blijft het zo, de laatste drie maand zijn ingezet. Nog even tanden bijten”, aldus schepen Van Volcem.
Fase tussen Ankerplein en Mariabrug
Ondertussen wordt er naarstig doorgewerkt. De riolering tussen het Ankerplein en de Kastanjeboomstraat wordt verder aangelegd. “Deze fase zal, onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden afgewerkt zijn tegen midden april 2021”, verduidelijkt Van Volcem. De rioleringswerken en afwerking van het Ankerplein is voorzien vanaf half februari tot begin april 2021. “Van zodra we de persleidingen en de elektrische voeding voor het pompstation kunnen aanleggen wordt de bovenbouw tussen het pleintje van de OLV-kerk en het kruispunt met de Kastanjeboomstraat, tegenover de Mariabrug ook afgewerkt.”
Mei openstelling
Schepen Van Volcem: “We streven ernaar om tegen mei eind 2021 de Katelijnestraat open te kunnen stellen voor het verkeer. Hopelijk gooit hard vriesweer geen roet in het eten.”
Straatmeubilair
Tegelijk wordt in de Katelijnestraat ook aangepast straatmeubilair voorzien. Dit door een afwisseling van zitelementen, gecombineerd met plantvakken. Alsook worden twee soorten mooie boombakken in cortenstaal voorzien van meerstammige bomen met onderbeplanting.
Shop and Go
Net als in het Zand kan je tot 60 minuten gratis parkeren. “Met de P-Card blijft ook je eerste uur gratis als je langer dan 60 minuten blijft. Het tarief blijft nog gelden gedurende de werken”, sluit schepen Van Volcem af.