Geachte heer burgemeester,
leden van de pers,
beste vrienden van de Raadgevende Commissie voor Stedenschoon,
en beste medewerkers,
Volgend jaar is Brugge tien jaar opgenomen op de Unesco-lijst van het Werelderfgoed.
Een aanleiding tot bezinning en reflectie.
En het moment voor het uitzetten van de krijtlijnen voor de volgende tien jaar.
Up to twenty-twenty.
Het staat buiten kijf dat Brugge een bijzondere erfgoedwaarde bezit. De jongste decennia ging de aandacht vooral naar de binnenstad, maar ook de deelgemeenten verdienen meer en meer aandacht, nu we over inventarissen beschikken.
Er is veel geïnvesteerd in het patrimonium.
Iedere Bruggeling kende de Zeven Torentjes en het Huis Casselberg, hier een boogscheut verder, als een zwarte vlek in het stadsbeeld.
Na een halve eeuw, ik zeg wel, na een halve eeuw leegstand en verkrotting, zijn deze historische panden nu grondig gerestaureerd als viersterrenhotel.
Een onovertroffen privé-initiatief. Een investering van meer dan 25 miljoen euro (waarvan ca. 275.000 euro stadsaandeel in de restauratiepremie voor de gevels en daken, maar dit is maar iets meer dan 1% van de ganse onderneming). Een investering die 10 maal groter is dan deze van de torenromp van de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Het is ook een voorbeeld van jobcreatie.
Van eind 2007 tot begin 2010 zijn op deze werf per dag gemiddeld 50 arbeiders aan het werk.
Ook de torenruïne van de Sint-Jorisgilde, waarop jarenlang werd aangedrongen, is nu hersteld door de Hoge School van West-Vlaanderen.
Door forse inspanningen in de loop van de laatste 35 jaar zijn er omzeggens geen kankerplekken meer in de binnenstad.
Toch resten er nog een aantal prangende uitdagingen.
Zo bijvoorbeeld de site van Oud Sint-Jan.
Het MOH heeft zich nu gefocust op een andere locatie. Maar de stedenbouwkundige heraanleg van de site mag daarom niet uit het oog worden verloren. Deze heeft enorme culturele potenties. Bijna alle gebouwen op en rond deze site zijn nu beschermd als monument, maar het gebruik ervan dient opgetild op het niveau van een werelderfgoedstad.
Er resten nog een aantal grote opdrachten.
De vroegere Weylerkazerne of voormalig Theresianen-klooster aan de Ezelstraat/Hugo Losschaertstraat wacht nog steeds op herbestemming en restauratie na jarenlange leegstand en verkrotting.
Ook het vroegere militair ziekenhuis aan de Peterseliestraat staat leeg.
Voor het herenhuis d’Hanins de Moerkerke aan de Witteleertouwersstraat/Coupure, beschermd monument in privé-bezit, zijn plannen in opmaak.
Volgend jaar zal de restauratie starten van de vleugel van het jezuïetenklooster aan de Boomgaardstraat. Hiermee zal de campus van het Europacollege voltooid zijn.
De stadsbijdrage voor dit project bedraagt driekwart miljoen euro op een investering van 5 miljoen euro, één van de grootste financiële ondersteuningen de jongste jaren.
De herbestemming van de rô nonnen aan de Katelijnestraat is brandend actueel.
Momenteel loopt de procedure voor openbaarmaking voor de bescherming als monument en stadsgezicht.
We mogen geen tijd meer verliezen en er dient nu dringend werk gemaakt van een heraanpak van dit dossier.
Wat ik de jongste jaren wel geleerd heb: geduld oefenen. Maar met mijn karakter wil ik dynamiek en vooruitgang.
Laten we de kerk in het midden houden en de toekomst van deze en andere locaties goed voorbereiden.
Onze maatschappelijke verantwoordelijkheid is groot. Zeker in het zoeken naar evenwicht tussen Ruimte en Erfgoed.
Wat het stadspatrimonium betreft, er is zeer veel gerealiseerd de jongste jaren.
Recent is de Smedenpoort afgewerkt.
De Onze-Lieve-Vrouwetoren zal nog tot halfweg 2012 in de steigers staan. Een investering van ca. 2,6 miljoen euro, maar voor 80% gesubsidieerd door de overheid, dat mogen we toch benadrukken.
De volgende jaren worden de kerkinterieurs aangepakt.
Het ikoon van eigentijdse architectuur in Brugge staat ook op het programma: het paviljoen van Toyo Ito – het jongste monument in Vlaanderen. Een prijskaartje van rond de 400.000 euro, eveneens voor 80% gesubsidieerd door de overheid (dankzij de bescherming).
Allemaal “zware” dossiers – niet direct onder mijn bevoegdheid – maar waarbij “mijn” diensten toch nauw zijn betrokken.
Straks krijgt u een overzicht van de belangrijkste realisaties. In de persmap vindt u meer cijfermateriaal.
Als stadsaandeel in de restauratiepremies van beschermde monumenten, hebben wij dit jaar ca. 160.000 euro uitbetaald.
Voor de zogenaamde “Kunstige Herstellingen” – subsidies voor restauraties van niet-beschermde gebouwen met erfgoedwaarde – zijn er in 2009 een 25-tal subsidies verleend, een totaal van 350.000 euro: een belangrijke stimulans voor het privé-initiatief.
Hiervan zijn er (slechts) drie panden in de deelgemeenten. De volgende jaren moet dit fors toenemen. De sensibilisatie in de deelgemeenten is nodig. Van de bijna 40 geplande restauraties bevindt zich een vierde in de deelgemeenten (o. a. Café Saint-Joseph in Lissewege).
U zult begrijpen dat Lissewege nauw aan mijn hart ligt. Dit witte polderdorp verdient zeker meer aandacht; mijn diensten zijn daar nauw bij betrokken. En met resultaat: het verwaarloosde Spaniënhof is recent gerestaureerd.
Ook de aanpak van de bouwdossiers voor Christus-Koning leidt tot een herwaardering van deze mooie wijk. Hierbij kan ik steeds rekenen op de kennis en ervaring van de Dienst voor Monumentenzorg.
Alle eigenaars van panden die opgenomen zijn op de inventarissen van het bouwkundig erfgoed van de deelgemeenten werden aangeschreven (alles samen ca. 3.800), om hen te wijzen op de waarde, en ook de subsidiemogelijkheden bij restauratie. We verwachten hierdoor een katalysatoreffect.
Brugge komt veel te weinig naar buiten met haar resultaten op dit vlak. En dit mag ook uitgedragen worden via een werelderfgoedsite over Brugge op internet.
We denken ook aan een publicatie hierover.
Er is dus nog heel wat werk aan de erfgoedwinkel.
In 2010 zullen we een tandje bijsteken.
Laten we nu de realisaties van 2009 overlopen.
Een stimulans om verder behoedzaam én creatief om te gaan met ons erfgoed, een maatschappelijke opdracht, een erfenis die we in goede staat moeten doorgeven.
Mercedes Van Volcem
21 december 2009