Auteur: Jasper Verheyden

Vlaams Parlement

Gemiddelde sociale huurprijs bedraagt maandelijks € 334

De gemiddelde huurprijs voor een sociale woning is vandaag 334 euro per maand. Op de private markt is dat 800 euro. De 182.000 kandidaat-huurders op de wachtlijst voor een sociale woning voldoen echter aan dezelfde inkomensvoorwaarden als sociale huurders, maar zijn genoodzaakt zich op de private markt te begeven. Dit betekent dus een voordeel van ongeveer 500 euro per maand voor de 146.000 sociale huurders tegenover de 182.000 wachtenden

Die discrepantie is té groot. Het geven van een voordeel aan 146.000  sociale huurders, maar niet aan 182.000 wachtende kandidaat-huurders, met dezelfde inkomensvoorwaarden, krijg je aan niemand uitgelegd. Ik pleit ervoor om zowel de wachtenden op een sociale woning als de sociale huurders op dezelfde manier te behandelen

Een huurbonus zou bijvoorbeeld juister zijn. Daarenboven wordt werken hiermee gestimuleerd. De huurbonus laat mensen tijdelijk een deel van de huurprijs fiscaal aftrekken van hun belastingen. Dat motiveert om te werken. Huidig woonbeleid doet net het omgekeerde.

Vind hier mijn volledige tussenkomst.

Vlaams Parlement

Fietspaden in Vlaanderen verbeteren

De kwaliteit van de fietspaden langs gewestwegen verbetert verder, zo toont het nieuwe fietsrapport van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) dat ik heb opgevraagd bij Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Dankzij de extra middelen zal comfortabeler en veiliger fiets sneller de norm zijn op onze Vlaamse wegen. Dit jaar staan 150 fietspaden locaties bij AWV op de agenda.

Fietspaden in Vlaanderen verbeteren

De inrichting van de fietspaden is er in 2021 ten opzichte van het jaar 2019 in alle provincies op vooruitgegaan. Dit betekent dat meer fietspaden voldoen aan de geldende normen. Daarnaast wordt het ook comfortabeler fietsen omdat er vaker asfalt gebruikt wordt in plaats van klinkers. Hieronder kan je de scores per provincie terugvinden.   

SCORES INRICHTING (Evolutie 2021 vs. 2019 met % fietspaden conform ontwerprichtlijnen)

Vlaanderen: +1,2 % (totaal: 47,0 %)

Antwerpen: +1,6 % (totaal: 57,5 %)

Limburg: +2,22 % (totaal: 43,0 %)

Oost-Vlaanderen: +0,4 % (totaal 37,5 %)

Vlaams Brabant: +1,5 % (totaal 47,7 %)

West-Vlaanderen: +0,6 % (totaal 48,8 %)

SCORES STAAT/COMFORT (Evolutie 2021 vs. 2019 met % fietspaden die ‘uitstekend’ of ‘behoorlijk’ scoren) 

Vlaanderen: + 4,3 % (totaal: 60,5 %) 

Antwerpen: + 1,4 % (totaal: 60,8 %) 

Limburg: + 16,1 % (totaal: 55,0 %) 

Oost-Vlaanderen: + 2,5 % (totaal: 62,9 %) 

Vlaams-Brabant: + 11,2 % (totaal: 57,0 %) 

West-Vlaanderen: + 0,1 % (totaal: 61,4 %) 

De verbetering is heel goed nieuws. Op terrein worden de verwezenlijkingen zichtbaar, de werven schieten als paddenstoelen uit de grond. De link naar het nieuwe fietsrapport kan u hier terugvinden: https://wegenenverkeer.be/wegen/fietsinfrastructuur/staat-en-inrichting-van-de-fietspaden-langs-de-vlaamse-gewestwegen.

Mijn schriftelijke vraag aan de minister:

Vlaams Parlement

Onvoldoende woonaanbod aan wooneenheden en studentenhuisvesting

Bekijk hieronder mijn tussenkomst tijdens de commissie wonen in het Vlaams Parlement over het onvoldoende woonaanbod aan wooneenheden en studentenhuisvesting in Vlaanderen.

De OESO kwam eerder dit jaar haar rapport over de Vlaamse woonmarkt toelichten tijdens een hoorzitting in de commissie wonen van het Vlaams Parlement. Daaruit bleek dat het Vlaams woonaanbod onvoldoende groot is. Het innemen van nieuwe open ruimte wordt ook steeds moeilijker door de bouwshift. Er is echter een tekort aan alle types woningen, van studentenhuisvesting tot sociale woningen. 

Inzetten op kernverdichting is een manier om deze problematiek aan te pakken. Al botst dit nog te vaak op weerstand door verhoogde mobiliteit of het belemmeren van open zicht door meer bouwlagen toe te voegen aan bestaande gebouwen.  

Daarom pleit ik voor een Vlaams woonplan waarin per stad of gemeente de totale woonbehoefte duidelijk in kaart wordt gebracht. Vanuit Vlaanderen bepaalt men dan, samen met lokale en regionale actoren, het bouwritme

Vlaams Parlement

Systeem van sociale voordelen remt motivatie om te werken af

Bekijk hieronder mijn tussenkomst tijdens de commissie wonen in het Vlaams Parlement over het systeem van sociale voordelen dat motivatie om te werken afremt.

Huidig systeem van sociale voordelen in het sociaal woonbeleid stimuleert eigenlijk om NIET te gaan werken. Een hoger loon betekent immers een hogere sociale huurprijs. Bij de berekening van de sociale huurprijs is het inkomen namelijk de belangrijkste factor voor het bepalen hiervan. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de sociale huurprijs.

Bij de huurpremie zien we hetzelfde gebeuren. Wie meer verdient, kan mogelijks zijn huurpremie verliezen. De huurpremie bedraagt vandaag maximum 157 euro (in bepaalde gemeenten 173 euro). Kandidaat-huurders, die dus binnen de inkomensgrenzen vallen voor deze huurpremie, zien hiermee hun huurprijs op de private woonmarkt dalen van gemiddeld 800 euro tot 650 euro. Als hun inkomen plots stijgt door promotie of andere factoren, zullen zij hun huurpremie verliezen. Hoewel velen onder hen eigenlijk nog steeds dat duwtje in de rug nodig hebben. Deze mensen zullen namelijk niet plots grootverdieners worden. Om deze situatie te vermijden, kiezen velen onder hen om niet (méér) te werken, en dus te verdienen. Sommigen kiezen zelfs bewust voor parttime werk om de inkomensgrenzen van sociale huurprijsberekening of huurpremie niet te overschrijden. 

Zoals ik al langer bepleit, moet meer werken eindelijk beloond worden. Zij die écht niet in staat zijn, hebben uiteraard recht op een sociale woning en moeten daarin sneller geholpen kunnen worden. Maar voor wie wél kan werken, moet een sociale woning echter een tijdelijke oplossing bieden.  

Vlaams Parlement

Project ASTER: strijd tegen energiearmoede

Het nieuw gelanceerde project ASTER heeft als doelstelling de komende vijf jaar 400.000 zonnepanelen te plaatsen op 50.000 sociale woningen.

Het nieuw gelanceerde project ASTER heeft als doelstelling de komende vijf jaar 400.000 zonnepanelen te plaatsen op 50.000 sociale woningen.

In de strijd tegen energiearmoede lanceert de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen, met steun van de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank, het project ASTER. Het project heeft als doelstelling de komende vijf jaar 400.000 zonnepanelen op 50.000 sociale woningen te plaatsen. Een goede zaak voor de sociale huurders, die de energiefactuur zullen zien dalen. Daarnaast ook een stap in de richting van meer energieonafhankelijkheid én CO2-reductie.

ASTER heeft tot voornaamste doel het verduurzamen van de energie- en isolatiebehoeftes van sociale woningen. De coöperatieve vennootschap wil, in het algemeen belang, een positieve maatschappelijke impact bewerkstelligen op de mens (en in het bijzonder de sociale huurder), het milieu en de samenleving.

De cijfers op de website van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) stellen dat in Vlaanderen in 2021 zo’n 145.220 sociale woningen binnen het sociaal stelsel verhuurd werden. Het totale aantal sociale woningen in het sociale woonpatrimonium bedraagt 159.885 woningen. Het verschil tussen beide is (structurele) leegstand. Ongeveer een derde van het totale aantal sociale woningen in Vlaanderen moet dus de komende vijf jaar zonnepanelen krijgen. Hierover stelde ik de minister enkele vragen.

Uit het antwoord van de minister blijkt dat hij verder ook initiatief zal nemen. Via de VMSW zullen marktconforme leningen ter beschikking zijn van sociale huisvestingsmaatschappijen om zonnepanelen te leggen.

Daarnaast vroeg ik ook naar het effect van dit project op de huurprijs voor (sociale) huurders. Er zal geen impact zijn op de huurprijs van de woning zelf. Via de huurlasten zal wél een PV-bijdrage aangerekend worden. Deze zal steeds kleiner zijn dan het werkelijk voordeel dat de huurder geniet via de verlaging van zijn energiekosten. Op 7 oktober 2022 werd het wijzigingsbesluit dat het berekeningskader voor deze vergoeding bepaalt, principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Lees hier mijn vragen aan de minister:

Lees hier de antwoorden van de minister:

Vlaams Parlement

Aanvragen zonnepanelen op onroerend erfgoed voortaan vlotter goedgekeurd

Vlaanderen zal voortaan zowat alle aanvragen voor zonnepanelen goedkeuren. In tijden van energiecrisis is dit goed nieuws voor al wie onroerend erfgoed bezit. Unesco Werelderfgoed-sites vallen echter niet onder deze nieuwe regeling.

Aanvragen zonnepanelen op onroerend erfgoed voortaan vlotter goedgekeurd.

De energiecrisis beroert ons allen. Het woonpatrimonium in Vlaanderen is verouderd, en dus energieverslindend. Een uitgelezen moment om twee vliegen in één klap te slaan voor de Vlaamse Regering: de crisis aanpakken en steun bieden bij het vernieuwen van ons woonpatrimonium. De regering pakte reeds uit met diverse maatregelen om energetisch te investeren. Minister Demir noemde het aantal aanvragen op mijnverbouwpremie.be ongezien, zo’n duizend per dag.

Ook voor wie onroerend erfgoed bezit, zijn de regels voor het plaatsen van zonnepanelen nu versoepeld. Wie onroerend erfgoed in bezit heeft, kan vanwege het beschermde uitzicht vaak nauwelijks om het beter te isoleren. Dat zal nu veranderen. Zonnepanelen op beschermde gebouwen zullen nu standaard toegelaten worden door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Hierbij moet uiteraard gezorgd worden dat de plaatsing van zonnepanelen geen schade berokkent aan het erfgoed.

Brugge

De Stad Brugge prijkt viermaal op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. Met dat statuut kent ongeveer de volledige binnenstad erkenning. Naast het Brugse Begijnhof, het belfort, de historische binnenstad en de Heilige Bloedprocessie telt België nog 17 andere sites op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. Voor deze sites blijft het oude afwegingskader voor plaatsing van zonnepanelen gelden. Een aanvraag zal aan Unesco moeten worden voorgelegd ter goedkeuring.

Niet dat geen enkele woning in Brugge zonnepanelen kan krijgen. Zeker voor nieuwere gebouwen is er meer mogelijk, maar de stad wijst wel op voorwaarden en beperkingen.

Hieronder kan je mijn vraag aan de minister terugvinden:

Hieronder kan je het antwoord van de minister terugvinden:

Vlaams Parlement

Ontharding? Duidelijkheid omtrent omgevingsvergunning nodig.

BRUSSEL – Om onder andere waterinfiltratie te bevorderen kent Vlaanderen diverse subsidies toe voor ontharding. De administratie van het departement Omgeving hanteert bij het verlenen van vergunningen vaak een bijzondere interpretatie van het decreet en vrijstellingenbesluit waardoor de uitvoering van ontharding vertraging oploopt. Ik stelde de minister hierover een dringende vraag.

Ontharding? Duidelijkheid omtrent omgevingsvergunning nodig.

Artikel 10 van het decreet en vrijstellingenbesluit bepaalt wanneer géén omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen op openbaar domein vereist is. Daarbij valt onder 2° het geheel of gedeeltelijk wijzigen van een bestaande verharding. “Ontharding” kan op die manier ook geïnterpreteerd worden als “wijziging van verharding” met het meest positieve effect op de omgeving.

Ontharding? Duidelijkheid omtrent omgevingsvergunning nodig.

Het bekomen van een omgevingsvergunning duurt tot zes maanden en kost administratief tijd en geld. Bovendien kan een bezwaarschrijver of gelijk welke derde tegen de omgevingsvergunning beroep aantekenen. Om die reden beperken we ons in Brugge zoveel mogelijk tot het ontharden van percelen tot 300m² (vrijstelling).

Uit het antwoord van de minister is duidelijk dat het wijzigen van verharding niet onder het vrijstellen van de omgevingsvergunningsplicht valt, maar dat het Vrijstellingenbesluit wel uitgebreid zal worden.

Lees hier mijn vraag aan de minister:

Lees hier het antwoord van de minister:

Vlaams Parlement

“Stem meer vrouwen in politieke functies”

BRUSSEL – Twee jaar voor de volgende lokale verkiezingen maak ik de balans op. Het aandeel vrouwelijke verkozenen neemt bij elke lokale stembusslag toe (van 20 pct in 1994 naar 38 pct in 2018), maar met 2.845 vrouwelijke verkozen op een totaal van 7.392 blijven de vrouwen duidelijk in de minderheid.

Vlaanderen telt momenteel 52 vrouwelijke burgemeesters op een totaal van 300 steden en gemeenten. Als het van Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem (Open VLD) afhangt, moet het aantal vrouwelijke burgemeesters bij de volgende gemeente- en provincieraadsverkiezingen in 2024 verdriedubbelen zodat er in de helft van de steden en gemeenten een vrouw de sjerp krijgt. Volgens haar zou die keuze ook een impact hebben op het beleid. “Vrouwen hervormen meer”, aldus Van Volcem.

Op twee jaar voor de volgende lokale verkiezingen blikt Vlaams parlementslid en Brugs schepen Mercedes Van Volcem zowel terug als vooruit.  Het aandeel vrouwelijke verkozenen neemt bij elke lokale stembusslag toe (van 20 pct in 1994 naar 38 pct in 2018), maar met 2.845 vrouwelijke verkozen op een totaal van 7.392 blijven de vrouwen duidelijk in de minderheid. Ook het aandeel vrouwelijke schepenen en burgemeesters groeit, maar ook daar is er nog lang geen pariteit. Op 300 steden en gemeenten zijn er bijvoorbeeld maar 52 vrouwelijke burgemeesters. Dat blijkt uit cijfers die Van Volcem heeft opgevraagd bij minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD).

Van Volcem doet een oproep om bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen nog meer op vrouwen te stemmen. Volgens de liberale politica halen vrouwen vaak minder stemmen dan hun mannelijke collega’, maar heeft dat te maken met de andere manier waarop vrouwen volgens haar aan politiek doen. “Vrouwen nemen de beslissingen die nodig zijn en hervormen meer. Dat zie ik toch in ons college. We leggen beslissingen voor waar mannen anders over denken. Mannen denken meer aan hun stemmen”, dixit Van Volcem.

Van Volcem wil niet sleutelen aan de pariteitsregels (gelijke vertegenwoordiging op de kandidatenlijsten en de eerste twee kandidaten op de lijst mogen niet van hetzelfde geslacht zijn, red). Ze vindt wel dat de colleges, de deputaties en ook de ministerraden 50/50 moeten samengesteld worden. Nu is dat op Vlaams niveau bijvoorbeeld 3 op 9 of 33,3 procent.

Uit de cijfers die Van Volcem heeft opgevraagd, blijkt ook dat de gemiddelde leeftijd van de verkozen mandatarissen bij de vorige lokale verkiezingen op 53 jaar (mannen) en 50 jaar (vrouwen) lag. “Die gemiddelde leeftijd vind ik wel hoog. Ik vind het belangrijk dat ook mensen van jonge leeftijd in de gemeenteraad zitten”, aldus nog Van Volcem.

Bron: FOCUS WTV. Klik hier voor het artikel.

Vind hieronder mijn vraag en het antwoord van de minister.

Vlaams Parlement

Kleine windturbines in Vlaanderen?

Kleine windturbines in Vlaanderen?

In de Nederlandse provincie Utrecht beslisten de gemeenteraden van verschillende gemeenten om bij agrarische ondernemers nu ook windturbines op 15 meter masthoogte toe te staan. Voorheen bedroeg die maximum ashoogte er 12 meter. Door de hoogte van de mast schiet de opbrengst (kWh) van de windturbine exponentieel omhoog. Voor boeren met een hoge stroominkoop is dat een goede zaak. Het bedrijf verduurzaamt én behaalt een financieel voordeel.

Ook voor Belgische landbouwbedrijven kan dat erg interessant zijn. Het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) berichtte in 2021 al over de sterke opmars van boerderijwindmolens in Vlaanderen (theoretische stroomproductie van 30.000 kWh). Voor de boeren is het niet enkel gunstig voor de elektriciteitsfactuur om zelf in te staan voor hun stroomverbruik, maar ook het distributienet wordt daardoor sterk ontlast.

Op de website energiesparen.be kan men per jaar de toename van het aantal grote windturbines volgen, alsook het toegenomen vermogen. De vraag rijst echter ook ook hoeveel kleinere windturbines (maximum 15 meter ashoogte) er bijgekomen zijn. Dit kan interessant zijn in het hele energievraagstuk.

Hieronder mijn vraag aan minister Demir en het antwoord van de minister.

Wil je meer lezen over mijn parlementaire initiatieven? Klik hier.

Brugge Vlaams Parlement

Aanpak stationsbuurt en ondertunneling van de R30

Aanpak stationsbuurt en ondertunneling van de R30

In het GIP 2022 zijn verschillende projecten opgenomen die worden uitgevoerd op het grondgebied van de stad Brugge door het Agentschap Wegen en Verkeer. Voor het project aan de stationsbuurt en de ondertunneling van de R30 vroeg ik de minister naar een stand van zaken.

De selectieleidraad werd opgemaakt en deze zomer gepubliceerd. Na de selectie volgt de offerteaanvraag aan de geselecteerde kandidaten. Het bestek werd samen met de stad Brugge opgemaakt en is momenteel in rondgang voor advies en optimalisatie bij verschillende experts. De aanbestedingsprocedure voor het ontwerpteam (ontwerper en aannemer) volgt dit najaar.  

De verwachte aanvang van de realisatie is volgens huidige planning voor na de zomer van 2024. De werken aan de stationsbuurt en ondertunneling van de R30 zouden twee jaar en een half jaar in beslag nemen. De vermoedelijke openstelling is voorzien in de loop van 2026. Niettemin dient er rekening gehouden te worden met de fasering en afstemming op andere werken.

Meer informatie hierover vind je op hier.