Op 11 mei stelde ik de minister-president een actuele vraag tijdens de plenaire vergadering in het Vlaams Parlement. De aanleiding hiervoor was zijn uitspraak over een mogelijk herstel van de ferryverbinding tussen Zeebrugge en Rosyth (Schotland). Vandaag zou een akkoord tussen DFDS Seaways en Ptarmigan Shipping die verbinding nieuw leven in blazen.
Het was heugelijk te vernemen dat de ferryverbinding tussen het Verenigd Koninkrijk en Zeebrugge opnieuw onderwerp van gesprek was (mijn vraag aan de minister kan je hier nog eens herbekijken). Vandaag ben ik wederom blij te lezen dat twee scheepvaartbedrijven een akkoord sluiten om dit effectief in uitvoer te brengen.
De rechtstreekse ferryverbinding biedt dan ook heel wat opportuniteiten zowel voor Schotland alsook voor ons land. Naast de economische boost zal ook onze toeristische sector hiervan mee profiteren. Op jaarbasis mocht ons land vóór 2018 zo’n 300.000 bezoekers verwelkomen langs deze verbinding.
De verbinding zou zich eerst richten op vrachtverkeer, maar zou in een later stadium ook personenvervoer willen aanbieden. Uiteraard past dit plaatje ook perfect in het Schotse duurzaamheidsbeleid en kan dit een oplossing bieden voor het tekort aan vrachtwagenchauffeurs.
Ik beloofde de minister-president een fles Schotse whisky indien de hernieuwde ferryverbinding tussen Rosyth en Zeebrugge er komt, en het ziet ernaar uit dat ik al snel mijn woord zal moeten nakomen. Dit akkoord kan een nieuwe stap betekenen in de richting van méér welvaart voor beide landen.
Lees hier het artikel op de website van Focus-wtv.
Sinds begin dit jaar is het reservatiesysteem voor de recyclageparken gewijzigd. Schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem: “We beslisten deze week om een bijkomende wijziging in te voeren, waardoor er voortaan op vrijdagnamiddag en zaterdag geen afspraak meer nodig is voor een bezoek aan het recyclagepark van Sint-Pieters. Op de andere dagen is dit wel nog nodig.“
Voor de Brugse recyclageparken ziet de regeling er vanaf nu als volgt uit:
NIEUW: het recyclagepark van Sint-Pieters kan men op vrijdagnamiddag en op zaterdag zonder afspraak bezoeken (van dinsdag tot vrijdagmiddag blijft een afspraak dus wel nodig);
Het recyclagepark van Sint-Michiels kan men op vrijdagnamiddag en op zaterdag zonder afspraak bezoeken (van dinsdag tot vrijdagmiddag blijft een afspraak dus wel nodig);
Het recyclagepark van Zeebrugge is enkel nog open van donderdagmiddag tot en met zaterdag en is op die momenten steeds zonder afspraak toegankelijk.
Een afspraak maak je het snelst via de website van Stad Brugge, maar het kan ook telefonisch via het Huis van de Bruggeling op 050 44 8000. Vanaf 2022 kan men tot een half uur voorafgaand aan het gewenste bezoek online een afspraak boeken.
Persoonlijk account
Sinds 3 januari 2022 verloopt het maken van een afspraak via het reservatieplatform van de beheerder van het diftarsysteem (INOVIM). Men kan er gemakkelijk zonder account een afspraak plannen, maar het maken of annuleren van een afspraak gaat nog vlotter als men een persoonlijk account aanmaakt. Via dit account krijgt men ook een overzicht van de geplande afspraken, de bezoekershistoriek en kan men nazien hoeveel gratis kilogram in de betalende zone men reeds opgebruikte.
De controle van de afspraak aan de parkingang gebeurt automatisch via de identiteitskaart (eID) of de toegangskaart die men ook gebruikt om het park binnen te rijden.
Zeebrugge – Zes maanden vroeger dan voorzien werd vandaag het inrichtingsalternatief voorgesteld voor de nieuwe sluis in Zeebrugge. Een tweede toegang tot de achterhaven zal de verdere groei en werkgelegenheid van de regio opvoeren.
Vandaag kunnen zeeschepen de achterhaven alleen bereiken via de Pierre Vandammesluis. Als daar iets misloopt, zitten de schepen vast met grote economische schade als gevolg. Een tweede sluis zal de afhankelijkheid van de Pierre Vandammesluis doen afnemen en de economische motor van de regio verder aanzwengelen.
Complex project De aanpak van een complex project gebeurt in vier fases: verkenningsfase, onderzoeksfase, uitwerkingsfase en uitvoeringsfase.
De voorbije jaren werden al diverse mogelijkheden voor dit complex project onderzocht. Ook inwoners en bedrijven konden zich mengen in het debat. De voorstelling van het inrichtingsalternatief kadert in de derde fase van het project: de uitwerkingsfase. Het voorkeursbesluit zal in deze fase nu omgevormd worden tot een realiseerbaar project.
Drie pijlers Met hetcomplex project Nieuwe Sluis Zeebrugge maakt de Vlaamse Overheid de haven van Zeebrugge en haar omgeving klaar voor de toekomst. Drie pijlers vormen hiervoor de fundamenten:
Een nieuwe toegang tot de achterhaven zal de bedrijvigheid en werkgelegenheid verder verankeren in de regio.
Door de aanleg van de nieuwe weg ‘Nx’ zal de huidige verkeersdrukte in en rond de kern van Zeebrugge afnemen en de mobiliteit een sterke verbetering doormaken.
Een verbeterde infrastructuur en voorzieningen zullen de leefbaarheid in Zeebrugge garanderen.
We zijn van tientallen verschillende bouwstenen en opties naar één duidelijk eindbeeld gegaan. De puzzelstukken vallen in elkaar. De voorstelling van het inrichtingsalternatief vormt een belangrijke mijlpaal, maar we zijn er nog niet. De details moeten nog verder worden uitgewerkt.
Specificaties Het voorgestelde inrichtingsalternatief blijkt vanuit nautisch perspectief de beste optie en biedt ook het meeste kansen voor leefbaarheid.
Zuidelijke ligging van de sluis met gespiegelde deurkamers en ligging van de tunnel onder deurkelders.
Daarnaast heeft de tunnel onder de brugkelders het minste impact op de bedrijventerreinen in de achterhaven. Het bodempeil uitdiepen tot -13,10 meter TAW is het minst complex en is voldoende voor de toegankelijkheid voor de schepen.
Ten westen van de sluis kan het verkeer zich via de mini-ovonde rechtstreeks verplaatsen tussen de voorhaven en de achterhaven. Het doorgaand verkeer tussen Blankenberge en Knokke-Heist kan gaat via de Nx. Dat ontlast de Kustlaan. Tussen de Strandwijk en park Knapen is ruimte voor een betere fiets- en wandelverbinding.
Ten oosten van de sluis komt een rotonde bij de Kiwiweg, en wordt de Verschaeveweg zuidelijk aangelegd. Dit geeft de meeste voordelen voor mobiliteit en leefbaarheid. Deze situatie zal ook het duidelijkst zijn voor de weggebruikers. Ten noorden van de Nx en de Jozef Verschaveweg komt ruimte vrij voor groene zones.
Het complex project Nieuwe Sluis Zeebrugge is een cruciaal dossier voor Port of Antwerp-Bruges, voor de lokale én voor de Vlaamse economie. We doen er dan ook alles aan om het ontwerp projectbesluit snel klaar te hebben.
Lees hier meer over het Complex project Nieuwe Sluis Zeebrugge.
Ik stelde hier ook reeds schriftelijke vragen over aan de minister.
Het kabinet van Vlaams minister Lydia Peeters kondigt het begin aan van een studie over een langere ondertunneling van de R30-ringweg, onder de Hoefijzerlaan. Deze zou nog voor het einde van dit jaar aanvatten. De studie kadert binnen het ‘fietsrelanceplan’ van de minister.
Dat de studie nu uitgevoerd zal worden, is een eerste stap in de goede richting. Het idee vond z’n oorsprong in 2012, en nu, tien jaar later, maakt het toch nog een kans. Ik hoop dat het idee dan ook effectief in uitvoer kan worden gebracht.
Toegangsweg
De Hoefijzerlaan is vandaag de toegangsweg van Brugge. Deze drukke vierbaanweg doorkruist als een autostrade het ei van Brugge en is echt een doorn in het oog. De infrastructuur leggen we beter onder de grond, waardoor we bovengronds een groene brede laan kunnen creëren naar het voorbeeld van de Ramblas in Barcelona. Dit zou de omgeving van ’t Zand meteen een nieuwe impuls kunnen geven.
De groen laan zou dienen als veilige, publieke ruimte waar de bruggelingen gemakkelijk met elkaar in contact kunnen komen. Bovendien krijgt de omgeving hiermee een enorme boost. Niet alleen wordt het er aangenaam vertoeven, maar het is ook goed voor de veiligheid, gezondheid, het klimaat en de leefbaarheid van de stad. Zo wordt het weefsel van het werelderfgoed hersteld.
Het is dus een betere besteding van onze ruimte waar elke Bruggeling beter van wordt.
Vier ingrepen
In afwachting van de resultaten van de studie, plant het Agentschap Wegen en Verkeer wél reeds vier ingrepen voor meer fietsveiligheid en -comfort langs de R30 in Brugge. Voor één van die vier ingrepen werd ondertussen ook al een vergunning verleend. De werken tussen ’t Zand en de bloedput starten na het zomerreces.
Ook de bushalte op de Hoefijzerlaan krijgt een make-over. De kerstvakantie zou het eindpunt van de werken moeten inluiden.
De drie andere ingrepen langs de R30 kaderen ook binnen het fietsrelanceplan.
Tussen Warandebrug en de Koolkerkse Steenweg
Tussen Kruispoort en Dampoort
Tussen Gentpoort en Katelijnepoort
Samen hangt aan deze vier ingrepen een kostenplaatje van 1,4 miljoen euro. Nadien kunnen we dan hopelijk werk maken van de langere ondertunneling van de R30-ringweg en een eigen Ramblas voor Brugge!
Samen met de stad Brugge maakt Vlaanderen werk van haar ambitie om de stad fietsvriendelijker en veiliger te maken. In het kader van fietsrelance werd ondertussen de omgevingsvergunning goedgekeurd voor een van de vier verschillende ingrepen langs de R30. Na het zomerreces vatten de werken aan ter hoogte van de Hoefijzerlaan.
Dat Stad Brugge zich blijft inzetten voor het veiliger en beter maken van haar fietsinfrastructuur, werd onlangs nog maar eens bevestigd met de aankondiging van het plan Kopenhagen. Vandaag wordt hierin opnieuw een volgende stap gezet.
Voor de ingreep aan de R30 ter hoogte van de Hoefijzerlaan werd ondertussen een omgevingsvergunning goedgekeurd, en ook de startdatum staat concreet gepland. Na het bouwverlof deze zomer zullen de werken aanvatten (8 augustus).
Wat zal er concreet gebeuren?
Voorafgaand aan de eigenlijke werken, zullen nutswerken uitgevoerd worden. Zonder vertragingen kan op 3 oktober dan gestart worden met het heraanleggen van de fietspaden aan beide kanten van de gewestweg. Bestaande verhardingen zullen worden opengebroken en vervangen door asfalt. Een veiligheidsstrook moet de nieuwe fietspaden scheiden van parkeerstroken. Daarnaast worden ook de bestaande bushaven en uitstulpende bushalte vernieuwd op de Hoefijzerlaan zodat gebruikers van het openbaar vervoer comfortabel op de bus kunnen stappen.
Het einde van de werken wordt voorzien tegen de start van de kerstvakantie.
Voor meer informatie over het fietsrelance plan, klik hier.
Meer fietscomfort en -veiligheid op 4 verschillende locaties langs R30
Er zijn dus in totaal 4 fietsrelancedossiers gepland langs de R30 in Brugge:
1) R30 – Warandebrug – Fort Lapin – fietspaden tussen Warandebrug-Koolkerkse Steenweg (kant Ringvaart): de fietspaden worden heraangelegd voor meer comfort en veiligheid. Dit dossier is onderverdeeld in meerdere zones waarbij een deel van de fietspaden verhoogd wordt aangelegd, een deel van het fietspad in betonstraatstenen wordt vervangen door asfalt, het vrijliggend fietspad in slechte staat heraangelegd wordt en een deel vrijliggend wordt aangelegd. Ter hoogte van de Warandebrug (noordzijde) worden markeringen aangebracht op de rijweg om de fietsers aan te zetten om het fietspad naast de brug te gebruiken. De omgevingsvergunning is ingediend en goedgekeurd. Een startdatum is momenteel nog niet gekend en zal worden besproken met aannemer en politie Brugge.
2) R30 – Buiten Kruisvest zone tussen Kruispoort en Dampoort (kant Zuidervaartje): het huidige fietspad in slechte staat (de klinkers zijn verzakt) wordt opnieuw aangelegd in asfalt en verbreed. Tussen rijweg en fietspad komt een bredere redresseerstrook. De omgevingsvergunning is toegekend, de werken zullen vermoedelijk starten in het voorjaar van 2023.
3) R30 – Aanpak aanliggende fietspaden tussen Gentpoort en Katelijnepoort: er wordt langs de kant van het centrum een breed enkelrichtingsfietspad en een nieuwe bushaven aangelegd. De omgevingsvergunning werd inmiddels ingediend. Startdatum ligt nog niet vast.
4) R30 – Hoefijzerlaan tussen Korte Lane en Pater Damiaanstraat (beide kanten). Hiervoor werd de omgevingsvergunning dus goedgekeurd!
Deze week staan diverse werkbezoeken in Kopenhagen en Malmö op de planning. Met onze Deense en Zweedse collega’s heb ik het onder andere over stadsontwikkeling en uitbreiding, stedenbeleid, Green cities, fusies, integratie en de aanpak van de Oekraïnecrisis.
In het kader van Stedelijk Beleid is Kopenhagen een echte trendsetter. De stad blijkt een echte smart city te zijn. Daarnaast kunnen verschillende stadsontwikkelingsprojecten er per fiets worden bezocht. Malmö evolueerde de afgelopen decennia van een industriële stad naar een duurzame stad.
Vandaag trad ik dialoog met mijn Deense tegenhangers tijdens de commissies voor Migratie en integratie en Binnenlandse Zaken en Huisvesting. Het ging er onder andere over de herbestemming van een deel van het havengebied waar 40.000 gezinnen zich konden huisvesten. Huurprijzen liggen er weliswaar hoger dan in Vlaanderen. Voor een privé wooneenheid van 90m2 betaal je er gemakkelijk 2.300 EUR per maand. Public Houses, te vergelijken met ons sociaal verhuurstelsel, vind je er voor 1..300 EUR per maand met een toelage voor zij die een laag inkomen hebben. Een interessante gedachtewisseling!
Later deze week staat onder andere nog een overleg met de gemeentelijke autoriteiten van Malmö op de planning, een presentatie van State of Green (over stadsontwikkeling en green cities), een bezoek aan het Asylcenter Sandholm en een bezoek aan een huis voor personen met een handicap. Een volle agenda dus!
Tijdens de commissie Mobiliteit en Openbare Werken in het Vlaams Parlement deze middag vond een gedachtewisseling plaats over het jaarverslag 2021 van De Lijn. Het jaarverslag 2021 geeft een overzicht van de activiteiten en het beleid van de Vlaamse Vervoermaatschappij. Naast cijfergegevens over het personeel en de vloot geeft het ook inzicht in de jaarrekening. Omdat ik al gedurende lange tijd pleit voor een duurzame oplossing om de stadskern in Brugge emissievrij te bedienen, is deze gedachtewisseling in het bijzonder interessant.
Uit de presentatie van de heer Johan Sauwens en mevrouw Ann Schoubs viel op te maken dat De Lijn een prioriteit maakt van de vergroening van de vloot en stelplaatsen. Het plan van aanpak zal in 3 fases uitgerold worden.
Tijdens de exploratiefase worden diverse pilootprojecten opgezet waarvan de zeven emissievrije midibussen in Brugge onderdeel zijn. Ten laatste in 2023 zullen zowel de bussen als de stelplaats hiervoor operationeel zijn.
De Uitrolfase wordt voorzien tussen 2028 en 2035. Dan wil De Lijn haar elektrische vloot hebben uitgebreid tot 1.657 voertuigen met 69 stelplaatsen.
Lees hier meer over de elektrische midibussen die we weldra zullen verwelkomen in Brugge.
Vind hieronder de presentatie die deze middag tijdens de commissie Mobiliteit en Openbare Werken werd toegelicht.
Als schepen van financiën en gewezen ondervoorzitter van de commissie binnenlands bestuur in het Vlaams Parlement heb ik aangekaart dat de Vlaamse regering de mogelijkheid voorziet dat er bij fusie een schuldovername is. Op die manier wordt een fusie gefaciliteerd. Daarnaast betekent een fusie ook een versterking van de organisatie. Kleinere gemeenten zijn minder afhankelijk van een lagere personeelsbezetting en dossiers kunnen gemakkelijker afgehandeld worden.
De stadsschuld in Brugge beloopt vandaag 60 miljoen euro. Als we fuseren is er een overname van schuld van 50 miljoen euro. Dat is 2 miljard Belgische Frank. Als schepen van financiën vind ik dat we deze opportuniteit zeker moeten bekijken. Mogelijks worden fusies in volgende legislatuur verplicht zonder tussenkomsten, dus moeten we de huidige opportuniteiten ernstig nemen. Uiteraard moeten gemeenteraden dat willen.
Als er geen gesprekken zijn moeten we deze zeker opstarten. Een fusie is opportuun voor zowel Brugge als de omliggende gemeente waar mogelijks 50 miljoen euro vrijkomt om te investeren in de toekomst.
Brugge is momenteel de derde stad in Vlaanderen en krijgt op basis daarvan middelen uit het Gemeentefonds. Het behouden van deze positie, door mogelijks te fuseren, is gunstig voor de ganse regio.
In Zuienkerke bedraagt de financiële schuld ongeveer één miljoen euro en na deze legislatuur gaat burgemeester Alain De Vlieghe met pensioen. Deze piste moet dus ook zeker onderzocht worden.
Als schepen van financiën is het mijn plicht om dit traject te gaan onderzoeken. Een snelle analyse leert ons de volgende zaken:
Financiële schuld
De uitstaande stadsschuld (zonder OCMW) is gedaald met 7,5 miljoen euro tot 60,7 miljoen euro eind 2021. Hiermee daalde de uitstaande schuld tot een historisch dieptepunt: ± 513 euro per inwoner.
Sinds 2019 zijn er geen nieuwe leningen aangegaan. In de huidige financiële markten is het niet evident om overschotten aan liquide middelen te beleggen. Sinds het najaar 2019 gingen meerdere banken over tot het aanrekenen van negatieve interesten op geplaatst geld boven bepaalde marges. Gezien de toestand van de liquiditeiten en de lage (zelfs negatieve) beleggingsinterestvoeten werd beslist om de investeringen volledig met eigen middelen te financieren, voor zover ze niet gesubsidieerd zijn.
Zoals de tabel hieronder weergeeft zien we dat de actuele financiële schuld van Zuienkerke amper 1 miljoen euro beloopt. Dit komt overeen met een schuld van slechts 371 euro per inwoner. Damme heeft 9,5 miljoen euro schuld en 866 euro per inwoner. Brugge heeft 96,5 miljoen euro schuld (met OCMW) of 813 euro per inwoner.
Reële financiële schuld (schulden van leningen, leasings of soortgelijke overeenkomsten)
2019
2021
TOTAAL
per inwoner
TOTAAL_
per inwoner_
Beernem
11.093.816
707
16.279.439
1.029
Blankenberge
32.450.290
1.595
46.115.321
2.254
Damme
10.421.203
947
9.540.169
866
Jabbeke
18.952.136
1.365
14.782.388
1.066
Knokke-Heist*
34.821.423
1.052
25.091.497
758
Oostkamp*
41.481.628
1.759
39.476.570
1.658
Zedelgem
11.969.250
529
11.248.273
492
Zuienkerke
1.203.318
441
1.004.773
371
bron: antwoord minister Somers op schriftelijke vraag 266 van Mercedes Van Volcem
Personeel
Brugge is in verschillende opzichten de grootste en dat vertaalt zich dan ook in het aantal VTE’s, die werkzaam zijn in het lokaal bestuur. Opvallend is dat Oostkamp per 1000 inwoners het minst aantal medewerkers telt. Blankenberge telt het meest aantal VTE’s per 1000 inwoners. Dat zijn er 7 meer dan Brugge.
Wat de tarieven voor aanvullende personenbelasting betreft, is al veel geschreven over de 0 procent in Knokke-Heist. In Damme, Oostkamp en Zedelgem is deze echter het hoogst met een tarief van 8 procent. Jabbeke en Zuienkerke kloppen af op respectievelijk 7,7 procent en 7,0 procent. Brugge (6,9 procent) kent, op Knokke-Heist en Blankenberge na, het laagste tarief van de vergelijkingsgroep.
Belastingtarief van de aanvullende personenbelasting
Elke gemeente en elke provincie bepaalt volledig zelf de hoogte van haar opcentiemen. De Vlaamse Belastingdienst heeft daar geen zeggenschap over. Oostkamp en Zedelgem hebben de laagste heffing. Deze beloopt er 945. Steden die meer richting de kust liggen, hebben de hoogste opcentiemen voor onroerende voorheffing. In Knokke beloopt deze 1200. In Damme en Zuienkerke beloopt de heffing respectievelijk 1134 en 1133,50.
Evolutie opcentiemen onroerende voorheffing
2019
2020
2021
2022
Beernem
945,00
1.080,00
1.080,00
1.080,00
Blankenberge
1.099,00
1.099,00
1.099,00
1.099,00
Damme
1.134,00
1.134,00
1.134,00
1.134,00
Jabbeke
976,00
976,00
976,00
976,00
Knokke-Heist
1.196,00
1.200,00
1.200,00
1.200,00
Oostkamp
945,00
945,00
945,00
945,00
Zedelgem
945,00
945,00
945,00
945,00
Zuienkerke
1.133,50
1.133,50
1.133,50
1.133,50
Brugge
1.007,56
1.007,56
1.007,56
1.007,56
bron: lokaalbestuur.vlaanderen, financiering, aanslagvoeten opcentiemen en aanvullende belastingen
Alle bovenstaande factoren in achting genomen, lijkt Zuienkerke inderdaad een ware fusie kandidaat. Vooreerst ligt de schuld per inwoner het laagst van alle vergelijkingsgemeenten, en bovendien ligt het belastingtarief van de aanvullende personenbelasting in Zuienkerke (7,0 procent) het dichtst bij dat van Brugge (6,9 procent). Mogelijks worden fusies in de volgende legislatuur verplicht zonder tussenkomsten. We moeten de huidige opportuniteiten dus ernstig nemen!
Vind hier meer cijfers over de vergelijking tussen verschillende randgemeenten van Brugge:
LEUVEN – Vandaag vond in Leuven het tweede Liberaal Vuur congres van Open VLD plaats. Het thema: ‘Vooruitgaan in een moderne economie’.
Operatie Liberaal Vuur heeft als doel de vernieuwing van de liberale partij in te zetten. Om te blijven vechten voor vrijheid en vooruitgang van ieder mens met frisse en liberale ideeën. Het congres vandaag legde de focus op werken, ondernemen en wonen. Dat laatste thema is voor mij uiteraard van groot belang.
Om mee het liberale vuur aan te wakkeren diende ik 14 voorstellen in. Enkelen daarvan mocht ik tijdens een vurig debat deze morgen verder bepleiten.
Ik was dan ook heel erg opgetogen met het feit dat verschillende van mijn voorstellen aangenomen werden, en dus zullen worden opgenomen in de uiteindelijke congrestekst.
Let wel: het ontbrak ons aan tijd om ook het luik over sociaal wonen te behandelen. Mijn voorstellen hieromtrent zijn vandaag dus niet aan bod gekomen. Deze zullen later tijdens het groot congres wél behandeld worden. Voorlopig werden dus zes van mijn veertien voorstellen (voorstellen rond sociaal wonen incl.) aangenomen en verwerkt in de congrestekst.
Hieronder zijn mijn 14 voorstellen te lezen (zie geel dewelke aangenomen werden). Daarna volgen ook de twee aangenomen stellingen!
Registratierechten op de eigen woning : 0 procent (bestaande woningen)
Ten eerste pleit ik ervoor om de registratierechten op de aankoop van een eerste woning tot een minimum te herleiden. Dat betekent 0 %. De registratiebelasting bij aankoop van de enige eigen woning beloopt sinds 1 januari 2022 drie procent, maar dit wil ik nu dus nogmaals verlagen. De kopers van tweede woningen en tweede verblijven betalen vandaag 12 procent, zo heeft een starter vandaag 9 procent voordeel en als hij een energetisch renovatie doet, is dat 11 procent. Wij wensen met de liberalen de registratierechten bij de aankoop van een eigen woning af te schaffen.
Geen hypotheekrechten op de hypotheek voor de eerste woning
We schaffen tevens de hypotheekrechten af (federaal) op het ontleende bedrag voor de eigen woning waarvoor een hypotheek wordt genomen.
Nieuwbouw (is energetisch veel beter) : 6 procent voor eerste woning
Daarnaast streef ik er ook naar om een tijdelijke maatregel in te voeren om de btw op het bouwen van een eerste nieuwbouw woning te verlagen naar 6 procent. Dit is momenteel al het geval voor sloop- en heropbouw werken, maar dit zien we graag uitgebreid naar nieuwbouwwoningen tot 350000 euro
Verhuurmarkt
Ook voor nieuwbouwwoningen met oog op betaalbare verhuur pleit ik voor een BTW tot 6 procent. De voorwaarden die ik hieraan wil koppelen zijn de volgende:
Huurder moet er zijn domicilie hebben.
27 jaar huur
Verhuren aan alleenstaande met inkomen onder 36000 euro bruto of gezin met inkomen van 72000 euro bruto
Jaarlijks vastgelegd rendement : aankoop plus kosten x 3 procent bruto , geïndexeerd voorbeeld : 350000 euro plus 6 procent is 371000 euro x 3 procent is 11130 euro is 927,5 euro;
Voorbeeld rendement aankoop kosten x 3 procent geïndexeerd :
250000 euro plus 6 procent is 265000 eurox 3 procent bruto is 7950 euro is 662, 5 euro
Gronden
Door de bouwshift wordt bouwgrond ook steeds schaarser, terwijl de coronapandemie de Vlaming heeft doen inzien hoe graag hij groen heeft en open ruimte. Daarom pleit ik er ook voor om percelen tot 400m2 belastingvrij te kunnen aankopen wanneer het om de eerste woning gaat. Dit geldt ook voor grondwaarde van de appartementen die dienen voor een eerste woning.
Renoveren
Energetische renovaties zullen in de nabije toekomst erg belangrijk blijven. Ze zullen immers uiteindelijk de woonkost doen afnemen. Om mensen te stimuleren deze renovaties te doen, pleit ik voor een renovatiebonus. De bestaande eengemaakte renovatiepremie van de Vlaamse Regering treedt pas in werking ná de gemaakte investeringen, maar sluit daarmee de mensen uit die in eerste instantie die kosten al niet kunnen maken. Een renovatiebonus van 60.000 euro voor een bestaande woning of verhuurwoning, zou dit dus moeten verhelpen.
Te koppelen aan stijging van EPC label.
Huurpremie uitbreiden
Momenteel geeft de Vlaamse Overheid geeft huurpremies voor mensen die vier jaar op lijst staan. Zij die werk vinden, verliezen hun premie. Het systeem van een huurbonus zou ook als volgt werken: hoe meer je verdient, hoe meer aftrek je hebt. Hiermee wordt ook werken gestimuleerd.
De huurpremie wordt nu gegeven aan mensen met de zwakste inkomensten. Die zou ik behouden maar uitbreiden naar mensen die drie jaar op de wachtlijst staan voor een sociale woning ipv vier jaar.
Verplicht verhuizen naar een sociale woning zou ik afschaffen als je een huurpremie ontvangt.
Studentenhuisvesting
Ook een groeiende groep op de woningmarkt zijn studenten. Naar verluidt komen er tegen 2040 zo’n 95.000 nieuwe studenten naar onze steden. Ook zij zijn een erg kwetsbare groep en moeten we ondersteunen in hun zoektocht naar betaalbare huisvesting. Via een actieplan tussen universiteiten en steden, met objectieven en monitoring, moet de samenwerking bekeken worden met enkele private, dynamische spelers die nu reeds actief zijn op de markt.
Vraag is waarom er specifieke studentenhuisvesting moet zijn en studenten niet gewoon een studio of een appartement met twee of drie personen kunnen huren. De stad kan dan voor studenten de taks op tweede verblijf vrijstellen of beperken voor studenten.
#Plekvrij:
De oorlog in Oekraïne bracht in Vlaanderen ook heel wat teweeg met als resultaat een aantal hartverwarmende initiatieven. Het initiatief van #Plekvrij wil ik dan ook graag doortrekken. Iedereen is baas in eigen huis en #Plekvrij mag bestaan voor iedereen die wil onderverhuren met een minimum oppervlakte per persoon.
Open blik voor alternatieve woonvormen
Bijzondere tijden vragen om bijzondere maatregelen. Daarom is het ook belangrijk om met een open blik naar alternatieve woonvormen te kijken. Ik pleit daarom voor het regelluw maken van het wonen in Tiny Houses. Ook moet er een vrijstelling komen bij boerderijen voor deze alternatieve woonvorm.
Zorg- of kangoeroewoningen
In dezelfde lijn met het vorige voorstel, moet de regelgeving bij zorg- of kangoeroewoningen aangepakt worden. Graag zie ik in de regelgeving hier een uitbreiding naar alle zorgbehoevenden zonder dat er een verschil van 20 jaar moet zijn tussen inwoners van beide delen. (nog eens nagaan )
Klassieke gezin is geen actueel begrip meer
Het klassieke ‘gezin’ is eigenlijk geen actueel begrip meer. We zien het in de prognoses van Statbel dat tegen 2060 de helft van de huishoudens uit één persoon zullen bestaan. De mogelijkheden voor Co-Huren of Co-Housing moeten dus opengetrokken worden.
Huurkoop
Voor starters pleit ik ook voor een systeem van onroerende leasing. Binnen dit systeem kunnen huurgelden van een eerste periode aangewend worden om na een bepaalde tijd over te gaan tot aankoop van een woning. Dit kan een financieel-technisch instrument zijn om de toegang tot het eigenaarschap te vergemakkelijken. bijvb. HAMSTERHUREN
Sociaal wonen
-meer doorstroming voor iedereen die gezond is en aan de slag kan en tijdelijke contracten van 6 jaar in plaats van 9 jaar
-sociale huur koppelen aan activering;
-indien je werkt gaat de huur niet omhoog om werk te stimuleren
(soort huurbonus),
-geen sociale woningen meer bijbouwen (te duur en te traag en grond is bijna op) maar de sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen woningen in huur nemen op de bestaande markt en verder verhuren conform aangepast sociaal huurbesluit -sociaal huurbesluit aanpassen (nu is huur volgens je inkomen) en de huur vast zetten volgens inkomensgrenzen : min 400 euro – 600 euro – 800 euro
Hieronder kan je de twee aangenomen stellingen over wonen terugvinden:
Stelling 10
In een sterk verstedelijkt Vlaanderen zoeken steeds meer (divers samengestelde en eenpersoons-) huishoudens een betaalbare woning op hun maat. Door het woonaanbod te vergroten, houden we wonen betaalbaar en kan eenieder een eigen plek vinden.
We creëren meer woonentiteiten binnen het bestaande ruimtebeslag door bouwregels te versoepelen en dus meer toe te laten. We hebben tevens aandacht voor voldoende omgevingskwaliteit, duurzaamheid en leefbaarheid. De reglementering zal wel altijd waken over de woonkwaliteitsvoorwaarden en ieders privacy.
We doen dat ook toekomstgericht, bijvoorbeeld door uit te gaan van deelmobiliteit of door andere al dan niet tijdelijke creatieve oplossingen voor het parkeren en af te stappen van verouderde voorschriften die uitgaan van bezit van 2 wagens per wooneenheid.
Concreet maken we het eenvoudiger om in de hoogte te bouwen, bestaande gebouwen op te splitsen en woningen te delen. We zorgen ervoor dat onbenutte ruimtes zoveel en zo eenvoudig mogelijk kunnen worden gebruikt (wonen boven handelspanden enz.). Net zoals we voor het zorgwonen gedaan hebben, zorgen we eveneens voor een laagdrempelig regelgevend kader voor co-housing, tiny houses, tijdelijke wooncontainers, enz.. We bieden hiervoor meer beleidsruimte en de bijbehorende middelen aan de lokale besturen.
Er is ook nood aan het creatief kunnen omgaan met grondeigendom. Bv. alternatieve vormen van recht van opstal, waarbij je kan bouwen zonder eigenaar te zijn van de grond.
Stelling 11
We hervormen de woonfiscaliteit. We moedigen het kopen van de enige woning aan door de registratierechten naar 0 % te brengen en de hypotheekrechten af te schaffen.
Woonfiscaliteit nu is te arbitrair, te weinig sturend en niet-samenlevingsvormneutraal. We hervormen om de bouwshift te realiseren. Sturende lokale autonomie is hierbij een meerwaarde.
Er is nood aan nieuwe, creatieve, fiscaal aantrekkelijke financieringsvormen, zoals bv. huurkoop.
Woonfiscaliteit moet samenlevingsvorm neutraal zijn en mag niet onevenredig nadelig uitvallen voor alleenstaanden.
We verlagen het Kadastraal Inkomen voor wie investeert in meer duurzaamheid en klimaatneutraliteit.
We verlagen de kostprijs van het bouwen door een BTW-hervorming. We verlagen het BTW-tarief voor alle klimaatneutrale investeringen in (ver)nieuwbouw tot 6 % (of minder).
Wil je meer weten over Operatie Liberaal Vuur? Klik dan hier.
BRUSSEL – Het woonbeleid in Vlaanderen is erop gericht het netto aanbod in steden te vergroten, maar de uitbreiding zal vooral ook rond de steden moeten gebeuren.
De uitdagingen op de woningmarkt zijn groot. We kregen de afgelopen twee jaar te maken met stijgende vastgoedprijzen, schaarste op de grondstoffenmarkt en toenemende energiekosten. Maar ook verschillende demografische trends lijken de druk op het woonbeleid mee op te voeren (migratie, vergrijzing, mensen blijven langer in hun huis, …).
In Vlaanderen is er tegen 2040 nood aan 300.000 extra woningen. De uitbreiding van het woningaanbod zal vooral ook rond de steden moeten gebeuren. De stadsgrenzen zijn ruimtelijk artificieel. Een woonzone in de regio (niet de stad) moet het aanbod verhogen.
Op het partijcongres Liberaal Vuur van Open Vld dit weekend leg ik een reeks woonvoorstellen op tafel. Die moeten niet alleen zorgen dat er voldoende woningen bijkomen, maar ook dat die woningen kwaliteitsvol en betaalbaar zijn.
We moeten de barrière voor jonge mensen om een woning te kopen zo laag mogelijk houden, en er moeten ook meer betaalbare huurwoningen op de markt komen. Daarom is belasting op huur uit den boze. Wie huur wil belasten, zal ook de huurder treffen want dan gaat de huur omhoog. Wie investeert in verhuurwoningen moet net gestimuleerd worden, want zij zetten hun kapitaal in voor de woonnood. In drie centrumsteden alleen al tellen we 50 procent huurders.
Vorig jaar haalde de Vlaamse Overheid 3 miljard euro aan inkomsten uit registratierechten uit vastgoed. Dat was 750 miljoen euro meer dan voorzien. Er is dus financiële ruimte om iets te doen.
Onderzoek
In een studie naar de evolutie van wonen in Vlaanderen analyseer ik de woonmarkt in de dertien centrumsteden tussen 2011 en 2021. Ik werp er onder meer een blik op volgende factoren:
De bevolkingsaangroei in de centrumsteden, de woningvoorraad (bijbouwen), de extra huishoudens en de prijsevolutie
De inkomens in de steden (die ook de betaalbaarheid bepaalt)
De eigendomsgraad in de steden
De oppervlakte van woningen en appartementen zijn gedaald
Daarnaast werd ook een blik geworpen op de duurzaamheid van woningen, de evolutie van het aantal bouwvergunningen en de eigenaarsgraad per centrumstad.
Provincie Antwerpen
Het woningbestand stijgt in Antwerpen (+10%), Mechelen (+7) en Turnhout (+14%). Voor Vlaanderen ligt dit op 11%. Alleen is er ook een bevolkingsgroei. Het woningaanbod houdt onvoldoende tred met de bevolkingsgroei en nog minder met de groei aan alleenstaanden en huishoudens van twee personen. Gevolg is dat woningen steeds duurder worden. Zich een woning verschaffen, dreigt voor steeds meer mensen onbetaalbaar te worden. De gemiddelde individuele inkomens zijn in geen enkele Antwerpse centrumstad hoger dan het Vlaams gemiddelde inkomen. In Antwerpen ligt die zelfs lager dan in Mechelen en Turnhout.
Het artikel over woonbeleid in Antwerpse centrumsteden vind je hier.