Brugge verliest meeste jonge gezinnen in tien jaar en bevolking groeide bijna niet aan
Onze steden evolueren constant. Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem, lid van de commissie stedelijk beleid onderzocht de trends in deze steden. “De bevolkingsaantallen en de financiering van de steden zijn belangrijke parameters voor het Vlaams Stedelijk beleid. De bevolking in Brugge groeide met 0,8 procent sedert 2000. Dat is zeer weinig in vergelijking met de meeste andere steden. De laatste jaren is er wel een trendbreuk, met meer inwoners. Dit loopt parallel met de realisatie van bijkomende studentenhuisvesting. Brugge kampt met een vergrijzingsgolf, ook te merken aan het aantal 20 tot 29 jarigen en het aantal 30 tot 39 jarigen en het aantal 0 tot 9-jarigen die de stad verlaten, terwijl het totaal aantal mensen lichtjes stijgt.
Ter vergelijking: Kortrijk groeide met 0,6%, Oostende met 4,5% en Roeselare met 8,5%. De bevolking van Antwerpen, Gent en Leuven groeide de voorbije 13 jaar met meer dan 10%.
Voor stadsvernieuwing kreeg Brugge quasi geen financiering van de Vlaamse Overheid: men kreeg de afgelopen 7 jaar 57 000 euro. Een schril contrast met andere centrumsteden die miljoenen opstreken voor stadsvernieuwing. Het inkomen van de Bruggeling is gelukkig bij de hogere van de centrumsteden waardoor de Brugse financiën niet helemaal in het gedrang komen. Dit zal in de toekomst steeds moeilijker worden gezien we een steeds minder actieve bevolking zullen hebben. Brugge moet dat tij trachten te keren.” aldus Van Volcem.
“De inkomsten van de Bruggeling stegen de afgelopen jaren het meest. Brugge is een witte stad daardoor zijn er minder kinderen en minder grote gezinnen. Het is de grote uitdaging om jongeren hier te houden door unieke opleidingen aan te trekken, door voldoende kwalitatieve studentenhuisvesting en door werkgelegenheid. Ik denk bijvoorbeeld aan de site Kinepolis en de noodzaak aan bijkomende bedrijventerreinen. Zeebrugge zou zich tevens beter moeten positioneren in de Deltaregio. Positieve zaken in Brugge zijn veiligheid, groen en grote leefbaarheid. Brugge moet af van zijn saai imago.” stelt de Brugse politica.
“Brugge kreeg als derde grootste stad van Vlaanderen het minste middelen vanuit het Vlaams Stedenfonds. Nochtans heeft de stad vernieuwing nodig. Het is tijd voor een inhaalbeweging.”
“In de toekomst zullen nog meer inwoners naar de steden trekken. Dit vergt een daadkrachtig stedenbeleid. Overal is de effectieve groei groter dan de bevolkingsprojecties van 2008 waarop men het toekomstig beleid baseert. Dit vergt een aangepast Vlaams beleid om de wachtlijsten weg te werken. In steden zoals Brugge en Kortrijk is er geen grote aangroei en tegelijkertijd vergrijzing. In Oostende is er vooral vergrijzing. West-Vlaanderen valt buiten de ruit van de werkgelegenheid. Dit maakt het voor hoogopgeleide jongeren minder aantrekkelijk om er te wonen. Toch zouden de West-Vlaamse steden zich samen met Rijsel, Parijs en Londen verder kunnen ontwikkelen.” verduidelijkt Van Volcem.
“De Vlaamse Regering moet een daadkrachtig stedenbeleid voeren waarbij de focus ligt op de versterking van elke centrumstad. Stedenbeleid betekent niet enkel stadsvernieuwing maar ook ruimte om te wonen en werkgelegenheid. Daar wringt vandaag het schoentje. De Vlaamse regering is niet berekend op deze explosieve groei. Als de bevolkingsprojecties nu reeds niet kloppen dan zal ook het ruimtelijk beleid aangepast moeten worden. Hoe zal men die extra nood aan woningen voorzien?”
“Het is een uitdaging om jongeren uit de middenklasse in je stad aan te trekken. Dit zorgt voor welvaart en zo kan je als stad herverdelen. Belangrijk in je stedenbeleid is ook leefbaarheid, groen en vlotte mobiliteit.”
Het stedelijk beleid focust zich voornamelijk op de 13 centrumsteden: Brugge, Antwerpen, Gent, Kortrijk, Roeselare, Oostende, Aalst, Leuven, Turnhout, Hasselt, Genk, Mechelen en Sint-Niklaas.
Studentensteden groeien aan
De algemene bevolkingsevolutie in de centrumsteden toont heel wat stijgers. De bevolking van Antwerpen, Gent en Leuven groeide de afgelopen 13 jaar met meer dan 10%. De bevolking in Brugge en Kortrijk blijft zo goed als gelijk in de voorbije 13 jaar. “Het beeld wordt diverser als we kijken naar het aantal jongeren en jonge gezinnen die zich in de stad gaan vestigen. Vooral de grote studentensteden groeien aan. Opmerkelijk is dat Brugge de laatste jaren de trend keerde en opnieuw aangroeit in bevolking. Dit loopt opvallend gelijk met de realisatie van bijkomende studentenhuisvesting in de West-Vlaamse hoofdstad.” aldus Van Volcem.
Relatieve evolutie bevolking
Aalst |
7,3% |
Antwerpen |
12,6% |
Brugge |
0,8% |
Genk |
3,9% |
Gent |
10,7% |
Hasselt |
9,6% |
Kortrijk |
0,6% |
Leuven |
11,0% |
Mechelen |
9,1% |
Oostende |
4,5% |
Roeselare |
8,5% |
Sint-Niklaas |
6,7% |
Turnhout |
7,7% |
Vergroening en vergrijzing
“De steden tonen een zeer diverse tendens op vlak van het aantal jongvolwassenen en jonge gezinnen die de stad tegemoet komen ofwel verlaten. Antwerpen, Gent, Leuven en Mechelen is het populairst bij jongvolwassenen en jonge gezinnen. In Brugge is er voor beiden een sterke daling. Ook Genk, Kortrijk en Oostende zien heel wat jonge gezinnen vertrekken. Roeselare en Turnhout slagen er wel in 20 tot 29 jarigen aan zich te binden, maar zien dan weer 30 tot 39- jarigen vertrekken.” aldus Mercedes Van Volcem.
Voor het aantal jongvolwassenen (20-29 jarigen) zien we een heel sterke toename in de steden Antwerpen (+25 %), Gent (+21%), Leuven (+22%) en Mechelen (+14%). Vooral Brugge (-8%) en Genk (-7%) kennen een redelijk grote daling van het aantal jongvolwassenen. Voor het aantal jonge gezinnen (30-39 & 0-9 jarigen) krijgen we een heel genuanceerd en verscheiden beeld over de centrumsteden. Dit beeld sluit voor een deel aan bij de evoluties rond jongvolwassenen. Vooral in Antwerpen (+22%), Gent (+14%), Leuven (+8%) en Mechelen (+6%) is er een sterke toename van het aantal 30-39 & 0-9 jarigen. Brugge kent de sterkste daling (-15%), en ook Genk, Kortrijk en Oostende kennen een duidelijke daling (elk -11%).
Antwerpen groeit divers
Antwerpen kent de grootste bevolkingsgroei. De grootstad kent veel inkomende migratie en ook het geboortecijfer ligt er hoog. Uit onderzoek blijkt bovendien dat meer dan de helft van de kinderen van 0 tot 17 jaar een vreemde herkomst heeft. Mensen van vreemde origine blijken meer kinderen op de wereld te zetten dan autochtone Belgen. Zij zorgen met andere woorden voor het nodige evenwicht in de bevolkingspiramide. Uit cijfers van 2011 blijkt dat bij de 0 tot 5 jarigen er in Antwerpen 24 912 kinderen met een vreemde herkomst zijn en 16 847 zonder vreemde herkomst.
Evolutie 2000-2012 | 20-29 jarigen | 30 tot 39 jarigen en 0 tot 9 jarigen |
Aalst |
0,3% |
-2,2% |
Antwerpen |
24,7% |
21,8% |
Brugge |
-8,3% |
-15,2% |
Genk |
-6,5% |
-10,5% |
Gent |
20,9% |
13,9% |
Hasselt |
0,8% |
1,9% |
Kortrijk |
0,8% |
-11,0% |
Leuven |
21,6% |
8,3% |
Mechelen |
14,4% |
6,4% |
Oostende |
-1,0% |
-11,4% |
Roeselare |
3,2% |
-3,3% |
Sint-Niklaas |
1,3% |
1,0% |
Turnhout |
4,1% |
-5,0% |
Vlaams Stedenfonds
“De verdeling van de middelen uit het Stedenfonds over de verschillende steden ligt vast bij decreet. Tien procent van het fonds wordt voorbehouden voor de VGC. Vervolgens wordt drie vierde gereserveerd voor Antwerpen en Gent. De verdeling van de middelen over de 13 centrumsteden wordt onder andere bepaald op basis van de bevolkingsaangroei. Antwerpen en Gent krijgen dus het leeuwendeel van het stedenfonds. Genk, Mechelen en Oostende krijgen relatief gezien ook meer financiering per inwoner dan de anderen, dat is historisch zo gegroeid, maar wordt gestaag afgebouwd.” besluit Van Volcem.
Geld voor stadsvernieuwingsprojecten: tijd voor inhaalbeweging voor Brugge
De Vlaamse regering voorziet ondersteuning voor stadsvernieuwingsprojecten. Het gaat enerzijds over projectsubsidies en er zijn ook conceptsubsidies. “Voor de periode 2005-2013 valt vooral de hoge ondersteuning voor Gent en Antwerpen op. Brugge en Hasselt kregen quasi niets voor stadsvernieuwingsprojecten. “Brugge kreeg als derde grootste stad van Vlaanderen zelf het minst van alle centrumsteden. Nochtans heeft de stad vernieuwing nodig. Het is tijd voor een inhaalbeweging.” stelt Van Volcem.
Subsidies |
Project |
Concept |
Totaal |
Aalst |
3000000 |
120000 |
3120000 |
Antwerpen |
13600000 |
297000 |
13897000 |
Brugge |
0 |
57000 |
57000 |
Genk |
3000000 |
|
3000000 |
Gent |
12560000 |
60000 |
12620000 |
Hasselt |
0 |
117000 |
117000 |
Kortrijk |
5300000 |
|
5300000 |
Leuven |
5360000 |
60000 |
5420000 |
Mechelen |
1300000 |
117000 |
1417000 |
Oostende |
3000000 |
60000 |
3060000 |
Roeselare |
2200000 |
57000 |
2257000 |
Sint-Niklaas |
1800000 |
60000 |
1860000 |
Turnhout |
3200000 |
60000 |
3260000 |
Eerder deed Van Volcem onderzoek naar de inkomens en woningprijzen in de verschillende centrumsteden. Dit geeft de volgende, meest recente cijfers:
Inkomen 2010 |
||
1 |
Leuven |
18010 |
2 |
Hasselt |
17736 |
3 |
Aalst |
17372 |
4 |
Brugge |
17256 |
5 |
Mechelen |
16665 |
6 |
Gent |
16200 |
7 |
Turnhout |
16148 |
8 |
Kortrijk |
16105 |
9 |
Roeselare |
16085 |
10 |
Sint-Niklaas |
15963 |
11 |
Oostende |
15822 |
12 |
Antwerpen |
14506 |
13 |
Genk |
13992 |
Woningprijzen 2011 |
||
1 |
Kortrijk |
161496 |
2 |
Roeselare |
172668 |
3 |
Aalst |
177333 |
4 |
Sint-Niklaas |
181045 |
5 |
Genk |
185539 |
6 |
Oostende |
190570 |
7 |
Turnhout |
191404 |
8 |
Mechelen |
198957 |
9 |
Hasselt |
209173 |
10 |
Gent |
213427 |
11 |
Antwerpen |
224219 |
12 |
Brugge |
227984 |
13 |
Leuven |
277188 |
Stijging Inkomen 2005-2010 |
||
1 |
Brugge | 18,31% |
2 |
Genk | 15,92% |
3 |
Roeselare | 15,90% |
4 |
Oostende | 15,72% |
5 |
Hasselt | 15,50% |
6 |
Mechelen | 14,38% |
7 |
Aalst | 14,15% |
8 |
Kortrijk | 14,11% |
9 |
Turnhout | 12,97% |
10 |
Sint-Niklaas | 12,59% |
11 |
Gent | 11,86% |
12 |
Antwerpen | 11,20% |
13 |
Leuven | 9,70% |
Stijging Woningprijzen 2005-2011 |
||
1 |
Turnhout | 32,3% |
2 |
Oostende | 38,7% |
3 |
Hasselt | 39,7% |
4 |
Genk | 40,9% |
5 |
Brugge | 42,3% |
6 |
Leuven | 42,7% |
7 |
Aalst | 45,2% |
8 |
Antwerpen | 45,9% |
9 |
Sint-Niklaas | 46,2% |
10 |
Mechelen | 53,4% |
11 |
Kortrijk | 55,5% |
12 |
Roeselare | 60,2% |
13 |
Gent | 61,1% |
Inkomen 2010 |
Woningprijzen 2011 |
Factor |
||
1 |
Kortrijk |
16105 |
161.496 |
10,03 |
2 |
Aalst |
17372 |
177.333 |
10,21 |
3 |
Roeselare |
16085 |
172.668 |
10,73 |
4 |
Sint-Niklaas |
15963 |
181.045 |
11,34 |
5 |
Hasselt |
17736 |
209.173 |
11,79 |
6 |
Turnhout |
16148 |
191.404 |
11,85 |
7 |
Mechelen |
16665 |
198.957 |
11,94 |
8 |
Oostende |
15822 |
190.570 |
12,04 |
9 |
Gent |
16200 |
213.427 |
13,17 |
10 |
Brugge |
17256 |
227.984 |
13,21 |
11 |
Genk |
13992 |
185.539 |
13,26 |
12 |
Leuven |
18010 |
277.188 |
15,39 |
13 |
Antwerpen |
14506 |
224.219 |
15,46 |
Vergelijk je alle gegevens dan kan je volgende conclusies trekken:
– Kortrijk is de tegelijkertijd de goedkoopste stad voor woningen en is het meest betaalbaar. Doordat de bevolking er niet significant aangroeit is er minder opwaartse druk voor de woningprijzen.
– Terwijl de bevolking in Aalst en Roeselare aanzienlijk aangroeit (meer dan 5%) komt de betaalbaarheid van de woningen niet in het gedrang.
– De minst betaalbare steden kenden de afgelopen jaren enorme stijgingen wat betreft hun inwonersaantal: Antwerpen en Leuven groeiden met meer dan 10% inwoners en dit is te merken aan de woningprijzen…