In een aantal Vlaamse steden worden kleinere bussen ingezet dan de courante types standaardbus (12 m lengte) en gelede bus (18 m lengte). Meestal gaat het over een klein deel van de ingezette bussen. Brugge blijkt de enigste West-Vlaamse stad waar enkel en alleen specifieke kleinere stadsbussen (9 en 10 meter) rijden zo blijkt uit een parlementaire vraag van Mercedes Van Volcem (Open Vld) aan minister Weyts (N-VA). In andere provincies zijn kleinere stadsbussen minder courant, behalve in Limburg waar 12% van het buswagenpark uit kleinere bussen bestaat. Van Volcem vroeg aan Weyts om nog kleinere bussen in te zetten in de Brugse binnenstad. De minister stelt dat het ‘een weinig haalbare zaak is om de bediening van een stad zoals Brugge met nog kleinere microbussen uit te voeren omwille van financiële en praktische redenen. Toch wil ik dat de stad werk maakt van kleinere bussen in de binnenstad. Zo kunnen we de overlast tegen gaan, de schade aan het wegdek beperken en het busvervoer aangenamer maken.” aldus Van Volcem.

“De benodigde capaciteit op openbaar-vervoertrajecten wordt in hoofdzaak bepaald door de verplaatsingsstroom. In een aantal van de centrumsteden is de inzet van enkel en alleen kleinere stadsbussen omwille van die reden onvoldoende. De Lijn hanteert op dit vlak de methodologie van de meerjarenprogrammering, waarbij, in de opmaak ervan, alle relevante elementen (vnl. de behoeften aan capaciteit, maar dus ook het lokale draagvlak voor sommige types materiaal) worden opgenomen. Concrete afspraken hieromtrent zijn niet gemaakt.” aldus de minister in zijn antwoord.

Verschillen in de provincies
Het beleid inzake kleinere bussen verschilt van provincie tot provincie. De kleinste bussen in de entiteit Antwerpen zijn de stadsbusjes van de Mechelse citypendel (10 m lengte). Binnen het volledige bussenpark betekenen zij nog geen 1% van het totaal. In Vlaams-Brabant worden er enkel op lijnen 1 en 2 (stadsnet Leuven) stadsbussen ingezet, op een schooldag 12 in aantal (minder dan 1% van het volledige buspark). In het verleden waren dit er meer. Met de stad Leuven is beslist om terug te grijpen naar voertuigen met hogere capaciteit. In Limburg rijden er 45 kleinere stadsbussen. Dat is 12% van het totale voertuigpark Limburg. Deze stadsbussen worden voornamelijk ingezet op de stadsnetten van Hasselt, Tongeren, Sint-Truiden en Maasmechelen. In de Oost-Vlaanderen wordt er op drie stadsnetten specifieke stadsbussen ingezet. In Sint-Niklaas (8), in Aalst (18) en in Ronse (2).

In Brugge worden kleine stadsbussen ingezet van 9 en 10m. Dergelijke bussen worden in West-Vlaanderen ook ingezet in de stadscentra van Oostende, Kortrijk, Knokke, Ieper en Roeselare. Brugge is wel de enige stad in West-Vlaanderen waar enkel en alleen deze kleinere stadsbussen het stadcentrum bedienen.
Minister Weyts stelt dat een weinig haalbare zaak om de bediening van een stad zoals Brugge met nog kleinere microbussen uit te voeren. Hij oppert onder andere de financiële haalbaarheid en de vragen bij de benodigde capaciteit. “Brugge kan een voortrekker zijn als toeristische metropool om de buservaring te verbeteren met kleinere bussen. Het stadsbestuur zal hier zijn verantwoordelijkheid moeten nemen.” besluit Van Volcem.