Ruimtelijke ordening Sint-Michiels

Herziening BPA Leiselehoek via RUP Leiselehoek

Herziening BPA Leiselehoek via RUP Leiselehoek
Het College van Burgemeester en Schepenen besliste om het BPA 93 Leiselehoek te laten herzien. Hierbij moet aandacht besteed worden aan volgende punten:
–    Nadenken over een mogelijke nabestemming van twee landbouwbedrijfszones langs de Leiselebeek.
–    Een mogelijke verruiming van de mogelijkheden van de bestaande gebouwen in parkzone (bv. in Leyselehof).
–    Het actualiseren van verouderde en/of te beperkende voorschriften.

De opmaak van zo’n RUP** gebeurt in verschillende fasen. Momenteel is de voorstudie afgerond. Hierin zijn aan de hand van de analyse van de bestaande toestand de knelpunten en potenties van het gebied aangegeven. Op basis hiervan werd een visie op de toekomstige ontwikkeling van het plangebied uitgewerkt. Deze visie wordt vertaald in ruimtelijke concepten met plaatselijk snelle ontwerpoefeningen bv. voor de sites van de tuinbouwbedrijven langs de Leiselebeek. Deze laatste moeten gezien worden als mogelijke ruimtelijke oplossingen, waarna enkel de essenties eruit in het RUP moet terechtkomen.

Knelpunten
–    Het huidig BPA beperkt in sterke mate de functionele mogelijkheden. Dit inzake nevenbestemmingen, maar ook met betrekking tot openbare voorzieningen.
–    Het huidig BPA is voorbijgestreefd met betrekking tot de bestemming van de tuinbouwbedrijven en de bebouwing in het Leiselepark.
–    Het huidig BPA laat geen bijkomende opslagruimtes zoals bvb voor tuinmaterieel toe in het Leiselepark.
–    De woonwijk mist een eigen identiteit, een structurerend element die de ruimte een meerwaarde heeft. De aanwezige structurerende elementen zijn net niet sterk genoeg aanwezig. Er is weinig leven in de wijk.
–    De Leiselebeek is niet goed ervaarbaar in de wijk.
–    De groenfragmenten zijn erg versnipperd en niet altijd optimaal ervaarbaar voor de bewoners.
–    De publieke ruimte is erg versnipperd. De wegenis is erg ruim, maar de inrichting is gericht op een verkeersfunctie en niet op een verblijfsfunctie.
–    Er is geen grote publieke ruimte, of speelruimte, of publiek park aanwezig.
–    Het Leiselepark is gedeeltelijk in onbruik, met ondermeer het noviciaatsgebouw, en aan opfrissing toe.
–    Het Leiselepark maakt een verwaarloosde indruk. Verdere herinrichting en onderhoud is noodzakelijk.

Visie op de toekomstige ontwikkeling van het plangebied
Een belangrijk aspect is het bewaren van het woonwijkkarakter van het plangebied. Het divers woonaanbod (gesloten, halfopen, open bebouwing en private en sociale woningbouw) moet er behouden worden. Nieuwe bejaardenhuisvesting lijkt minder aangewezen in deze omgeving gezien er zich te weinig voorzieningen op beperkte loopafstand bevinden. Daarnaast is studentenhuisvesting hier wel aangewezen (op fietsafstand van de concentratie hogescholen), maar deze mag het wonen voor gezinnen niet verdringen. In het plangebied moeten ook niet woonfuncties een plaats kunnen vinden. Gezien het woonkarakter van een groot deel van het plangebied moeten deze functies wel verweefbaar zijn met het wonen; dus enkel lokale woonondersteunende voorzieningen zoals een bakker, slager, kinderopvang,… en kleinschalige kantoren zoals een zelfstandig architect, boekhouder,…. Sterk verkeersgenererende voorzieningen, zoals een supermarkt, kunnen het rustige karakter van de woonwijk verstoren en zijn daarom niet wenselijk. Een uitzondering hierop vormt de centrale locatie t.h.v. de Sint-Godelievekerk, waar meer mogelijkheden geboden kunnen worden voor woonondersteunende functies in hoofdbestemming.

Zo kan het plangebied voor wat betreft de functiemogelijkheden en type bebouwing opgedeeld worden in volgende deelruimtes:
–    (1) Gebied t.h.v. de Sint-Godelievekerk tussen de Sint-Michielslaan en de Sint-Godelievelaan: woonfunctie en woonondersteunende functies, met gesloten bebouwing
–    (2) Gebied rond Het Binnenhof en Het Groenhof: woonfunctie en ondergeschikt hieraan woonondersteunende functies, met gesloten bebouwing
–    (3) Woonwijken rond Wagenbruggelaan/Kraaienhof/Biezenbos, Ten Walle en Leiseleveld: woonfunctie en ondergeschikt hieraan woonondersteunende functies, met open en halfopen bebouwing
–    (4) Woonwijk tussen de Gustaaf Baertstraat en Heidelbergstraat: woonfunctie en ondergeschikt hieraan woonondersteunende functies, met halfopen en gesloten bebouwing
–    (5) Gebouwen in het Leiselepark: woonfunctie en ondergeschikt hieraan woonondersteunende functies in een waardevolle groene parkomgeving, specifieke woonvormen zoals studentenhuisvesting, middenschalige open bebouwing
–    (6) Langs de Heidelbergstraat: woonfunctie en woonondersteunende functies, met open, halfopen en gesloten bebouwing

Een ander belangrijk aspect is het versterken van de structurerende elementen om de wijk leesbaarder te maken. Het gaat om de noord-zuid gerichte groenstructuren, langzaam verkeersverbindingen en de Leiselebeek.

Ook moet de nodige aandacht besteed worden aan het bewaren van het bouwkundig erfgoed via specifieke bepalingen. Deze bepalingen zullen steunen op een evaluatie die in de voorstudie is gemaakt op basis van 2 categorieën: architectuurhistorisch waardevol of stadslandschappelijk waardevol. Wat betreft de nabestemming van het noviciaat (studentenhuisvesting) worden verschillende ontwerpoefeningen gemaakt voor de inplanting indien gekozen zou worden voor nieuwbouw. Hierbij wordt rekening gehouden met de optie om deze parkzone er rond openbaar te maken.

Tot slot. Voor een aantal gebieden worden ontwerpoefeningen gemaakt om te kijken wat mogelijk is i.v.m. een (na)bestemming naar wonen. Het gaat om de bejaardenwoningen ter hoogte van Het Groenhof, het tuinbouwbedrijf ter hoogte van de Gustaaf Baertstraat en het tuinbouwbedrijf aan de Leiselebeekstraat.

En nu?
Het College van Burgemeester en Schepenen besliste dat het studiebureau op basis van deze voorstudie mag verder werken. Concreet betekent dit dat de ontwikkelingsvisie nu zal vertaald worden naar een voorontwerp RUP, met een voorstel van stedenbouwkundige voorschriften en bestemmingsplan. Daarnaast moet ook een onderzoek tot mer gebeuren. Dit voorontwerp is de start van de officiële goedkeuringsprocedure.

** Wat is een RUP?

De ruimtelijke ordening in Vlaanderen wordt vastgelegd in ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen. Dit gebeurt zowel op Vlaams, provinciaal als gemeentelijk niveau.
Ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt om uitvoering te geven aan het geplande ruimtelijk beleid volgens het ruimtelijk structuurplan.
Ruimtelijke uitvoeringsplannen leggen voor een bepaald gebied de bestemming, de inrichting (bouwmogelijkheden) en/of het beheer verordenend vast (via verordenende stedenbouwkundige voorschriften). Op die manier wordt per perceel in een bepaald gebied heel duidelijk wat kan en wat niet kan. Eenmaal goedgekeurd vervangen ze het gewestplan en/of de BPA’s voor het bepaald gebied.
Sinds de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brugge (3 augustus 2006) worden in Brugge geen bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) meer opgemaakt, maar enkel nog gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (gemeentelijke RUP’s). De bestaande BPA’s blijven geldig tot ze worden vervangen door een RUP.
Natuurlijk wordt zo’n RUP niet van de ene op andere dag goedgekeurd, maar doorloopt het eerst een ganse goedkeuringsprocedure waarbij minstens tijdens het openbaar onderzoek iedere burger de kans krijgt om zijn opmerkingen op het plan kenbaar te maken.