Stad Brugge bereidt zich voor op hete en droge zomers
Twee weken geleden stelde Stad Brugge de campagne ‘Zorgen voor morgen begint vandaag/teken nu voor de toekomst’ voor naar aanleiding van de ondertekening van het Europese burgemeestersconvenant 2020-2030. Daarmee engageert Brugge zich tot 40% minder CO2-uitstoot tegen 2030.
Stad Brugge bereidt zich voor op een toekomst waarin de weersomstandigheden wijzigen en we meer droogte, hittedagen en overvloedige neerslag in korte periodes kunnen verwachten.
Daarom heeft ze een studie laten uitvoeren om zicht te krijgen op deze gevolgen en in te schatten welke risico’s deze eventueel met zich meebrengen. Het studiebureau (Sumacqua) heeft samen met een hele reeks lokale experten uit stadsdiensten, andere overheden en betrokkenen een uitgebreide analyse gemaakt van het centrum van de stad Brugge.
Stof tot nadenken
De studie stemt alvast tot nadenken. Bij ongewijzigd beleid, met andere woorden als de CO2-uitstoot verder blijft lopen zoals nu en de opwarming zich onverminderd voortzet, dan mogen we een gemiddelde temperatuurstijging verwachten in Brugge van 4,5 °C in de winter en zelfs 6,5 °C in de zomer. Het aantal hittedagen (meer dan 25°C) en tropische dagen (meer dan 30°) zal drastisch toenemen. Periodes van extreme droogte en periode van hevige neerslag zullen elkaar in de komende decennia steeds vaker afwisselen. En dit zal zonder twijfel gevolgen hebben op het functioneren van de stad.
Klimaatbestendige stad
De vraag is hoe je een bebouwde omgeving transformeert zodat toekomstige weerextremen geen bedreiging vormen.
Schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem: “Het antwoord ligt in het opstarten van een concreet warmte- en regenwatermanagement. Zo vraagt het van overheden om op een andere manier met de inrichting van de openbare ruimte om te gaan. Heel eenvoudig samengevat komt het neer op drie principes die we in het ontwerpen van onze stad voorop moeten stellen:
- Meer vergroenen: zodat er geen hitte-eiland ontstaat in tijden van lange droogte en hoge temperaturen. Dat kan via bomen, struiken, maar ook gevel- en dakbegroeiing. Zo koel je natuurlijk en vermijd je mechanische koeling;
- Meer ontharden: zorgen dat neerslag terug zijn weg vindt naar de ondergrond en zo de bodem voldoende vochtig houdt. Dat kan door effectief verhardingen weg te nemen en te vervangen door waterdoorlatende bedekking zoals steenslag of groenzones;
- Beter waterbeheer: zorgen dat neerslag niet (te snel en teveel) via de riool wordt afgevoerd en tegelijk waar mogelijk water bufferen zodat het traag in de ondergrond kan indringen. Dit kan door een gescheiden rioolstelstel of door regenwaterputten te voorzien.”
Meer groen
“Jaarlijks investeren en vernieuwen we onze infrastructuur voor ongeveer 13 miljoen euro. 10 miljoen gaat daarvan naar wegenis en riolering, de rest (3 miljoen) naar het beheer en ontwerp van groene ruimte. In deze ontwerpen nemen we de principes van klimaatrobuust ontwerpen mee. Ik ga resoluut voor meer groen: van bomen tot parken, van bloembakken tot groengevels. Maar ook met ontharding zijn we volop bezig en noemen dat ‘operatie perforatie’. Een mooi voorbeeld is wat ik aan de balkonrotonde heb gerealiseerd door de betonvlakte daar open te gooien en bloemperken te plaatsen. Ook met ons waterbeleid zijn we volop bezig: gescheiden riolen en waterbuffers nemen we in elk ontwerp mee zodat we systematisch onze stad voorbereiden op deze nieuwe omstandigheden”, besluit schepen Mercedes Van Volcem.