Stedelijke uitdagingen inzake mobiliteit, wonen en alleenstaanden
Gisteren presenteerde het Agentschap Binnenlands Bestuur de stadsmonitor. Deze studie vergelijkt de 13 Vlaams centrumsteden aan de hand van meer dan honderdzeventig omgevingsindicatoren. “Voor beleidsmakers het ideale instrument om zicht te krijgen op maatschappelijke ontwikkelingen. De Vlaamse Regering moet dit stedelijk monitoringsinstrument hanteren voor het wegwerken van de wachtlijsten in de zorg, de kinderopvang en de scholen.” verduidelijkt Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem als voorzitter van de commissie Binnenlands bestuur. “De steden gaan er over het algemeen op vooruit. Onze steden moeten wel een beter alternatief formuleren op de huidige gezinsvormen. Zo zijn er in alle steden steeds meer singles en nieuwe gezinsvormen. In het bijzonder in Antwerpen (44,6%) en Gent (42,8%). De wetgeving moet aangepast worden op nieuwe woonnoden. Ook op vlak van mobiliteit hebben heel wat steden nog flink wat werk, in het bijzonder inzake parkeergelegenheid en fiets- en voetpaden.” Van Volcem houdt ten slotte een pleidooi voor meer middelen en autonomie voor steden en gemeenten ten koste van de andere overheden.
Nieuwe woonrecepten voor de steden
“In het buitengebied kan je 15 woningen bouwen per hectare. In de stad heb je een dichtheid van 25 tot 35 woningen per hectare. Jonge gezinnen wonen het liefst in een woning met tuin van 500 vierkante meter. De stad kan daarmee niet concurreren. De stad biedt wel andere voordelen. Ik denk aan soorten onderwijs, ontspanningsmogelijkheden, minder tijdverlies door verplaatsingen.”
De stad moet aangepaste woonvormen aanbieden. Als alternatief voor gebrek aan tuinen kan met kwalitatieve openbare ruimte voorzien. Zoals gemeenschappelijke tuinen, wonen aan het water, stapelwoningen, appartementen met terrassen van 30m³, stadsstranden en picknickzones.
In de 13 centrumsteden besteden gemiddeld 25,7% van de inwoners meer dan 1/3 van hun loon aan het afbetalen van hun woning. Het aantal mensen met betalingsmoeilijkheden voor de woonkosten ligt in de centrumsteden rond zeven procent. Betaalbaar wonen is en blijft een uitdaging voor elke centrumstad.
Beleid voor singles & jonge gezinnen
“In 2025 zal Brugge bijvoorbeeld 37 procent alleenstaanden tellen. In Antwerpen en Gent is dat nu al boven de 40%. De stad moet veel meer aandacht besteden aan die groter wordende groep singles. Ook een blijvende inzet voor jonge gezinnen is noodzakelijk. Zo denk ik bijvoorbeeld aan goedkope kinderopvang in vakanties. “
“Het culturele en vrijetijdsaanbod in de steden ligt merkelijk hoger dan elders in Vlaanderen. Het aanbod neemt zelfs nog toe. De voortrekkersrol die onze steden hanteren werkt emancipatorisch voor een ganse samenleving. Ook in dat opzicht is de toekomst aan de steden.”
Mobiliteit: parking & voet- en fietspaden verbeteren
“Grote pijnpunten voor de meeste centrumsteden zijn het voorzien van parkeergelegenheid en voor een aantal ook het onderhouden van goede voet- en fietspaden. Slechts de helft van de stedelingen is tevreden over over de parkeergelegenheid in zijn stad. In 2014 was gemiddeld 50,8% tevreden terwijl dat in 2011 nog 52% was. Negatieve uitschieter is Antwerpen (40,1%) en de beste van de klas is Genk (64,4%).”
“Bij de tevredenheid over fiets- en voetpaden is gelukkig vooruitgang te merken. Ook al is er nog een grote weg af te leggen. Anno 2014 gaf 43,9% aan tevreden te zijn over de fiets- en voetpaden, terwijl dat in 2011 slechts 37,9% was. Uitschieters zijn Turnhout (27,7%) en Hasselt (66,6%). Dat toont dat beleid wel degelijk een verschil kan maken.” aldus Van Volcem.
Meer middelen voor steden en gemeenten
“Sinds een grote herindeling in 2007 telt Denemarken 98 gemeenten, met gemiddeld ruim 56 000 inwoners. De uitgaven van de gemeenten bedragen er meer dan 35 procent van het bruto binnenlands product. In Vlaanderen bedraagt dat iets meer dan zeven procent. We moeten de Vlaamse steden en gemeenten meer middelen en autonomie geven, zodat ze de uitdagingen gerichter kunnen aanpakken.” Besluit Van Volcem