Brugge

Vlaanderen is slechte leerling van Europa omtrent energiezuinig wonen

Het advies van de Vlaamse Woonraad stelt dat we de slechtste leerlingen van Europa zijn inzake energiezuinig wonen. Enkel Luxemburg en Kroatië doen het nog slechter. De huishoudens zijn verantwoordelijk voor 13,6 procent van het energieverbruik in Vlaanderen, stelt Vlaams volksvertegenwoordiger Van Volcem (Open Vld). Daarmee zijn ze de vierde grootste energiegebruiker, na de industrie, de energiesector zelf en het vervoer.

Hoewel de isolatiegraad van onze woningen de laatste jaren licht is toegenomen, heeft nog steeds meer dan de helft geen muurisolatie. 18 procent heeft geen dak- of zoldervloerisolatie en 11 procent heeft nog enkel glas. Zuinige ketels zijn vooral doorgedrongen bij de aardgasgebruikers; bij de stookolieverwarmers maakt nog 53 procent gebruik van een niet-hoogrendementsketel.

Kortom, er is nood aan een globaal renovatieplan, met ambitieuze doelstellingen. Zo stelde het advies van de Vlaamse woonraad dat om de klimaatdoelstellingen te halen het huidige renovatieritme moet worden opgetrokken. Overigens zouden 13% van de woningen niet meer renoveerbaar zijn. Van Volcem kaartte dit aan bij minister Homans, bevoegd voor het domein Wonen.

Minister Homans stelde dat ze van oordeel is dat de analyse van de Vlaamse Woonraad correct is. Om te voldoen aan de klimaat- en energiedoelstellingen die Europa oplegt, zal het Vlaamse woningpatrimonium opgewaardeerd moeten worden. Het energiebesparingsbeleid kan niet losgezien worden van het beleid ter verbetering van het woningbestand. Het agentschap Wonen-Vlaanderen werkt dan ook zeer nauw samen met het Vlaams Energieagentschap dat de werkzaamheden inzake het renovatiepact trekt en coördineert, laat de minister aan Van Volcem weten.

renovatie-foto

Vlaamse regering beslist voor zomerreces

Het renovatiepact werd eind december 2014 opgestart en nu loopt de tweede fase af. Het Vlaamse Energieagentschap rapporteert uitgebreid aan de Vlaamse Regering over de stand van zaken in de verschillende werven en werkgroepen zodat de Vlaamse Regering voor het zomerreces een beslissing kan nemen over het vervolgtraject.

De doelstelling van het renovatiepact is dat elke woning tegen 2050 van goede kwaliteit is en bijna energieneutraal. Het zal daarbij noodzakelijk zijn om voor individuele woningen gefaseerd verplichtingen op te leggen. Het is ook logisch dat in eerste instantie gefocust wordt op de slechtste woningen daar deze woningen het langste traject moeten lopen en de grondigste renovatie moeten ondergaan.

Het is ook noodzakelijk dat de kwaliteit van het gehele woningpatrimonium in kaart wordt gebracht. Eens de woningkwaliteit en de energetische staat van het woningpatrimonium gekend is, kunnen de nodige acties opgestart worden om het woningpatrimonium op te waarderen.

Bouwsector zal zich moeten organiseren

Die acties zullen van diverse aard moeten zijn. Enerzijds zal er nood zijn aan verplichtingen waarbij de resultaten van de renovatiewerken tussentijds in kaart zullen moeten worden gebracht. De rapportering over de werkzaamheden van de tweede fase van het renovatiepact zal hierover meer duidelijkheid verschaffen. Anderzijds zullen de eigenaars fiscaal en financieel moeten aangemoedigd worden om de nodige renovatiewerken tijdig te starten en zo te vermijden dat de noodzakelijke werken op de lange baan geschoven worden. Voor de opwaardering van het patrimonium zal ook de bouwsector zich moeten organiseren. Deze sector zal de nodige capaciteit moeten hebben om het renovatieritme op te drijven van het huidige ritme – zoals de Vlaamse Woonraad stelt – van 1 procent naar minstens 2,5 procent. Indien dit niet mogelijk is, komt de doelstelling 2050 in het gedrang.

Homans wil een deskundige begeleiding van de bouwheer

Zoals blijkt uit mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 578, van mevrouw Lydia Peeters, van 31 mei 2016 is een deskundige begeleiding van de bouwheer bij het renovatieproces absoluut noodzakelijk. Binnen de werf 3 van het renovatiepact wordt gewerkt aan vorm en inhoud van een omstandig renovatieadvies. Hierbij is er ook aandacht voor het uitwerken van een afwegingskader tussen verbouwen of slopen en vervangende nieuwbouw.”

Uit het Groot Woononderzoek blijkt dat 13% van de woningen van structureel ontoereikende kwaliteit is. De Vlaamse Woonraad vermeldt – in het advies waar u naar verwijst – ook dit cijfer. Deze 13% is uiteraard geen absoluut gegeven. Dit sluit niet uit dat de woning structureel kwalitatief kan verbeterd worden. De bouwheer dient evenwel zo goed mogelijk in staat te zijn de juiste keuze te maken tussen slopen en renoveren. Het afwegingskader sloop en vervangende nieuwbouw of renovatie zal zijn effectiviteit dienen te bewijzen op dit deel van het woningpatrimonium.
Verlaagd tarief in centrumsteden

Hernieuwbouw na sloop leidt ook tot een betere energieprestatie dan een grondige renovatie. In centrumsteden geldt hiervoor nu reeds een verlaagd BTW-tarief van 6%. Een uitbreiding van dit verlaagd BTW-tarief kan wenselijk zijn. Minister Bart Tommelein voorziet hiervoor in overleg met zijn federaal bevoegde collega.