Naar aanleiding van de invoering van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 6 mei 2022 over de beroepscompetenties voor binnenvaartpersoneel, had de minister in een nota aan de Vlaamse Regering nog enkele wijzigingen voorgesteld aan de regelgeving inzake technische voorschriften voor binnenschepen en inzake binnenvaartpersoneel.
De wijziging van de definitie van stadsrondvaartboten in het bijzonder, zoals in artikel 6. van het besluit beschreven staat (zie hieronder), trekt de aandacht vanuit de sector.
“Artikel 6.: De definitie van stadsrondvaartboten zoals thans opgenomen in artikel 2, 9°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen vereist dat die schepen een lengte op de waterlijn hebben van minder dan 25 meter. Bijlage 5, die bijzondere bepalingen voor stadsrondvaartboten bevat, voorziet echter voor wat betreft de gesloten stadsrondvaartboten dat zij een lengte van maximaal 30 meter kunnen hebben. Zodoende is de huidige definitie in het besluit zelf niet afgestemd op de technische elementen als voorzien in de bijlage bij het besluit. Teneinde deze gelijk te trekken wordt voor wat betreft de technische elementen thans verwezen naar de gegevens als vermeld in de bijlage.”
De stadsrondvaarten in Brugge voeren ook toeristen door de aderen van de stad, vergezeld door de befaamde Brugse zwanen. Op verschillende vaarparcours in Vlaamse kunststeden, zo ook in Brugge, is het echter niet mogelijk te varen met een bootlengte langer dan 25 meter (zowel voor open als gesloten stadsrondvaartboten). Wijziging van de definitie van stadsrondvaartboten, waar dus ook grotere boten onder zullen vallen, zal op termijn automatisch leiden tot een verstrengde wetgeving.
Grotere boten in de Brugse reien zijn niet wenselijk om evidente redenen. Daarnaast bemoeilijkt een verstrengde regelgeving ook de zoektocht naar nieuwe medewerkers voor de rederijen. Zij moeten aan steeds meer erg hoge eisen voldoen.
Ik stelde hierover een vraag aan de minister. Vind deze hieronder samen met het antwoord van de minister.
Voor de omvorming van de N31 ten noorden en ten zuiden van Lissewege tot Vlaamse hoofdweg wordt opnieuw een getrapte studie in het vooruitzicht gesteld (start- en projectnota). Hiervoor zal een eerdere studie (streefbeeldstudie NX, N31 en A11 uit 2009) geactualiseerd worden.
De studie zal aanvatten in begin 2023, maar de realisatietermijn is niet bekend. Verschillende projecten over de inrichting van dit wegvak zijn lopend en die moeten eerst op elkaar afgestemd worden.
Blijf op de hoogte van mijn parlementaire initiatieven.
Het stadsbestuur van Brugge werkt voor de uitvoering van zijn mobiliteitsbeleid nauw samen met de Vlaamse overheid. In 2021 leidde dit tot engagementen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) om diverse nieuwe studies in het vooruitzicht te stellen. De opstart van de studie ‘Optimalisatie van de verkeersknoop Vandammesluis, i.c. de opmaak van een startnota en een projectnota’ staat gepland voor dit jaar. Een getrapte studie wordt in het vooruitzicht gesteld.
In de fase van de startnota wordt het concept voor een herinrichting onderzocht. Daarbij ligt de focus op twee grote type-oplossingen: een tunnel en een gelijkvloerse herinrichting. In de projectnota-fase zal het concept dat de voorkeur krijgt vervolgens nader worden uitgewerkt.
Uit het antwoord van de minister blijkt dat de studie dit jaar nog uitbesteed zal worden. Hoe sneller een ontwerper kan worden aangesteld, hoe sneller de opdracht kan starten. De minister liet weten dat bij een vlot verloop van de studie de startnota een 9-tal maand voorbereiding zal behoeven en de voor de projectnota geldt een zelfde termijn.
Hieronder mijn vraag en het antwoord van de minister.
Steeds meer speedpedelecs en elektrische fietsen maken gebruik van onze jaagpaden. Vaak omdat die jaagpaden ook deel uitmaken van ons fietssnelwegennetwerk. De jaagpaden zijn echter niet exclusief voor fietsers, maar een grotere groep verschillende weggebruikers is er te vinden. In het kader van een modal shift is dit een goed teken, maar het leidt bij sommige burgers tot bezorgdheid over de veiligheid van de jaagpaden. Ik stelde minister Peeters daarom enkele vragen hierover.
Zoals gesteld tijdens de commissievergadering van 23 juni jl., neemt het aantal speedpedelecs toe. Zo ook op jaagpaden die deel uitmaken van het fietssnelwegennetwerk. Daar maken ze deel uit van een grotere groep verschillende weggebruikers. In het kader van een modal shift is dit een zeer goed teken, maar het leidt bij sommige burgers tot bezorgdheid over de veiligheid van deze jaagpaden.
Tegenover deze bezorgdheid was de minister tijdens de commissievergadering ook zeer erkentelijk. Ze liet toen uitschijnen dat een nieuwe studie in opmaak is die het huidige gebruik van de jaagpaden in Vlaanderen beter in beeld zal brengen. Mede op basis van een grootschalige individuele bevraging en tal van bilaterale gesprekken met stakeholderbewegingen zou deze studie tot stand komen. De Fietsersbond, de Wielrijdersbond, De Vlaamse Waterweg (DVW), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de provincies zijn enkele stakeholders die al mee aan boord waren. Ook liet de minister vallen dat de studie in september 2022 afgerond zou zijn.
Uit het antwoord van de minister blijkt de studie nog in opmaak, maar de resultaten mogen we verwachten in het najaar.
Hieronder kan u mijn vragen, alsook de antwoorden van de minister terugvinden.
De gemeenteraad keurde, in oktober 2019, het initieel meerjarenplan 2020-2025 goed. Bij de opmaak konden we vele zaken niet voorzien: de coronacrisis, de renteverhogingen, de oorlog in Oekraïne, de hoogste inflatie in 2022 sedert 1975 en ook de energiecrisis. Nu, drie jaar later, is de derde aanpassing van het meerjarenplan af. Als we deze derde aanpassing vergelijken met het initiële plan, is het meer dan ooit duidelijk dat het meerjarenplan een levend en veranderend document is. We moeten de tering naar de nering zetten als we de financiële gezondheid op lange termijn willen vrijwaren. Maar: dit betekent niet dat we afbreuk zullen doen aan de fundamenten van ons beleidsprogramma: we blijven als Stad streven naar een zuinig, efficiënt, maar ook een ambitieus en vooral gezond financieel beleid.
Het spreekt voor zich dat de energiecrisis en inflatie een erg grote impact hebben op het meerjarenplan. Heel wat wijzigingen in de derde aanpassing van het meerjarenplan zijn dan ook (on)rechtstreeks het gevolg van de verhoogde inflatie en de energiecrisis die we bij de opmaak van het initieel meerjarenplan onmogelijk konden voorzien. Daarnaast voelen we nog altijd de nasleep van corona op onze stadsfinanciën, maar beperkter dan de voorbije twee jaar.
Stijgende kosten
In de eerste plaats is er door de loonindexeringen een sterke toename van de personeelskosten bij de Stad. Ondanks dat we 6 miljoen euro bespaarden, hoofdzakelijk via een aanwervingsstop, stijgen de netto personeelskosten met 17,5 miljoen euro t.e.m. de indexeringen in mei 2022. Anderzijds investeert de Stad nog steeds in sociaal beleid. Zo stijgt de tussenkomst in het OCMW met 8 miljoen euro en de hoofddotatie aan Mintus stijgt met 5 miljoen euro. Daar werd ook een analoge oefening gemaakt net als bij de Stad. In BW3 belopen de meerkosten inzake indexatie dus 30,5 miljoen euro.
Daarnaast wordt er ook 1,2 miljoen euro ter beschikking gesteld van de welzijnsverenigingen.
Verder zorgen de vele prijsstijgingen ook voor heel wat prijsherzieningen bij de lopende projecten. Voor gebouwen en lopende meerkosten via contractclausules en stijgende grondstofprijzen belopen deze prijsherzieningen minstens 6,5 miljoen euro.
Uiteraard is ook Stad Brugge niet immuun voor de enorm geëxplodeerde energieprijzen. Er wordt verwacht dat de elektriciteitskosten de volgende twee jaar met 3,4 miljoen euro zullen stijgen en de kosten voor gas met 3,2 miljoen euro.
Nadat de impact van de coronacrisis, die 41 miljoen euro heeft nagelaten, slaat ook de inflatie hard toe. Via deze budgetwijziging moet Stad Brugge dus minimum meer dan 52,4 miljoen euro aan onvoorziene kosten in het meerjarenplan verwerken.
In de vierde budgetwijziging zullen we ook de inflatie van na mei 2022 moeten meenemen. Anderzijds deed Vlaanderen een duit in het zakje door 8,5 miljoen euro te voorzien bovenop de 3,5 procent stijging van het gemeentefonds. Gelukkig kregen we ook nog positief nieuws over een legaat. De extra indexering voor BW4 zullen beide bedragen niet dekken, wat betekent dat BW 4 opnieuw een moeilijke oefening wordt als de inflatiespiraal niet gestopt kan worden.
Evenwicht: besparen op uitgaven en extra inkomsten
Omdat de extra inkomsten de extra uitgaven niet dekken, moesten we actief ingrijpen in het meerjarenplan om het financieel evenwicht te vrijwaren. We verhogen de opcentiemen inzake personenbelasting en onroerende voorheffing niet. Bovendien komen er in andere segmenten geen hogere belastingtarieven. Wat we wel zullen doen is de tarieven indexeren, wat in de reglementen is voorzien.
Hoewel de belastingtarieven nu niet stijgen en ook niet zullen stijgen, zorgt de inflatie er voor dat de inkomsten uit onroerende voorheffing met 23 miljoen euro en de inkomsten uit de aanvullende personenbelasting met 14,5 miljoen euro toenemen over de resterende duur van het meerjarenplan. Vanaf 2023 en 2024 komen deze inkomsten pas binnen.
Door deze extra inkomsten begroot op 37,5 miljoen euro kunnen we een deel van de personeelskosten en energiekosten in Groep Brugge opvangen.
Verder stegen de gebudgetteerde inkomsten uit het gemeentefonds met 1,5 miljoen euro en kon een nieuwe werkingssubsidie ingeschreven worden door de nieuwe tariefmethodologie die de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) vaststelde van 2,6 miljoen euro.
We gaven ook iedere administratie de opdracht om 3 procent van zijn exploitatiebudget te schrappen. Dit leverde een besparing op van 4 miljoen euro. Geen sinecure als alle prijzen stijgen.
Om de impact van de gestegen energieprijzen te beperken namen we ook andere maatregelen, zoals een temperatuurverlaging in de stadsgebouwen tot 19 graden tijdens de werkuren. Daarnaast hielden we ook een sensibiliseringsactie om zo het bewustzijn rond energieverbruik te verhogen bij de personeelsleden. We beslisten intussen ook om de kost van de openbare verlichting te verminderen.
Verder werd op het personeelsbudget 6 miljoen euro bespaard. Dit realiseerden we voornamelijk via een tijdelijke aanwervingsstop tot het eind van 2022.
De Stad besliste wel om de verblijfstaks voor kamerlogies te verhogen: dit van 2,83 euro naar 3,75 euro vanaf 1 januari 2023. Daarnaast worden ook de parkeertarieven en museumtarieven geïndexeerd vanaf 1 januari 2023. De stijgende en geïndexeerde kosten zorgt ook voor een indexaanpassing van 0,5 euro per uur bij het bovengronds parkeren en 0,2 euro per uur bij het ondergronds parkeren. Anderzijds beslisten we om niet te indeseren op het werknemerstarief, het kortparkeren en het bewonerstarief. Ook blijft de Shop & Go- formule behouden, waarbij een uur gratis geparkeerd kan worden.
Investeringen
Ondanks het miljoenenprijskaartje dat verbonden is aan de coronapandemie, de energiecrisis en de hoge inflatie, blijft het de ambitie van Stad Brugge om veel teinvesteren. De investeringen voor het meerjarenplan 2020-2025 zijn opgelopen tot zo’n 385 miljoen euro t.o.v. 365 miljoen (+5%) in de tweede aanpassing en 306 miljoen (+26%) in het initiële meerjarenplan. In 2020 en 2021 samen werden reeds zo’n 103 miljoen euro aan investeringen gerealiseerd. Voor 2022 tot 2025 plannen we zo’n 282 miljoen aan investeringsuitgaven.
Bekijk de investeringen die de Stad gepland heeft hier
Leningen en tarieven leningen
Dankzij efficiënte allocatie van middelen namen we sinds 2019 geen extra leningen op. De ‘klassieke’ stadsschuld was op het einde van 2021 dan ook historisch laag met 60,7 miljoen euro of zo’n 515 euro per Bruggeling. In 2022 namen we twee leningen op door de verwachte rentestijgingen en gelet op de grote investeringen die lopende zijn en ook nog ingepland staan. Ten opzichte van de tweede aanpassing van het meerjarenplan voorzien we geen extra leningen. Wel hernemen we de niet aangegane lening van 2021. De uitstaande stadsschuld tegen eind 2025 blijft dezelfde als deze die we voorzien hebben in de oorspronkelijke meerjarenplanning.
Brugge blijft financieel gezond
Ondanks de grote (financiële) uitdagingen door de historisch hoge inflatie en de energiecrisis kunnen we ook een dubbel financieel evenwicht voorleggen bij deze aanpassing van het meerjarenplan. Het jaarlijks beschikbaar budgettair resultaat is positief en ook de autofinancieringsmarge is positief eind 2025. Anderzijds kunnen we ook niet blind zijn voor de realiteit en zullen we in 2023 opnieuw geconfronteerd worden met grote uitdagingen . Niet alleen de inflatie, maar ook de energiecrisis heeft en zal een enorme impact blijven hebben op onze stadsfinanciën.
Stad Brugge is en blijft ook financieel gezond. Dit dankzij de inspanningen van de volledige bestuursploeg en de ondersteunende ambtenaren. Dat heeft me als Schepen van Financiën diep geraakt.
Omdat de Stad inzet op een duurzame en toekomstgerichte (binnen)stad komt er een vernieuwing van de Jan Miraelstraat. De leidraden voor het vernieuwingsplan waren: het uitbreiden van het groen, het verbreden van de voetpaden, de snelheid van het verkeer afremmen en het behouden van de parkeermogelijkehden. Een eerste voorontwerp op de heraanleg van de Jan Miraelstraat werd door het College van Burgemeester en Schepenen goedgekeurd.
Rioleringswerken
De bestaande riolering zal vervangen worden door een gescheiden rioleringsstelsel. Stad Brugge zet enorm in op het vernieuwen van de rioleringen. Deze investering zorgt ervoor dat het propere regenwater afgescheiden wordt van het afvalwater en in de bodem kan sijpelen. Op die manier vullen de grondwaterreserves aan én is er minder kans op overstroming bij hevige regenval.
Verkeersveiligheid
In het voorontwerp verschuift de focus van deze straat van gemotoriseerd verkeer naar een zone met meer aandacht voor zwakke weggebruikers. In het ontwerp kozen we voor voetpaden die afgescheiden zijn van de rijweg door een niveauverschil. De voetpaden kregen waar mogelijk een breedte van 1,50 meter. Naast bredere voetpaden komt er ook een kleine asverschuiving om de verkeerssnelheid te doen verminderen. Er is gekozen voor uitritconstructies ter hoogte van twee kruispunten: de Jan Miraelstraat met de Sint-Clarastraat en de Jan Miraelstraat met de Augustijnenrij. Dit zorgt voor een veilig kruispunt voor de voetgangers. Deze uitritconstructie zal in hetzelfde materiaal zijn als de voetpaden (natuurstenen tegels). Op deze manier kan de automobilist deze grens duidelijk zien.
Parkeerstrook
Aan de kant van de oneven huisnummer komt een parkeerstrook: hier kunnen in totaal 14 wagens kunnen parkeren. Ook stelt het ontwerp voor een fietsenstalling ter hoogte van woning nummer 23 te installeren.
Momenteel heeft in de Jan Miraelstraat 15 parkeerplaatsen, maar doordat we kozen voor bredere en dus ook veiligere voetpaden is er in het nieuwe ontwerp enkel plaats voor 14 parkeerplaatsen. Ook is er nu geen fietsenstalling aanwezig, terwijl veel inwoners zicht met de fiets verplaatsen. Dit willen we dus zeker veranderen.
Meer groen
Om meer groen te voorzien in de straat zullen we plantvakken installeren. Deze hebben een drieledige functie: de straat vergroenen, als buffer dienen tegen overstromingen en verkeersremmend werken (sommige plantvakken zorgen voor een asverschuiving). De beplanting in de platvakken zal bodembedekkende sierheesters worden of vaste planten met bloembollen en siergrassen. In sommige plantvakken komen kleine opgaande bomen.
Timing
Op 10 oktober werd een inspraakmoment georganiseerd voor de buurtbewoners. Zij deelden hun mening met de ontwerpers om de Jan Miraelstraat zo tot een aangename straat voor iedereen te maken. Na deze vergadering wordt het plan aangepast waar nodig, waarna het nogmaals aan het College en de gemeenteraad voorgelegd wordt. De werkzaamheden door de nutsmaatschappijen starten in september 2023 en tegen het eind van 2023 wordt de start van de heraanleg voorzien. Behoudens onvoorziene omstandigheden plannen we om de heraanleg tegen de zomer van 2024 afgewerkt te hebben.
BRUGGE – De leukste week van het jaar staat weer voor de deur: de week van het bos! Tijdens de herfst is er niets mooier dan het bos, daarom nodig ik, als Schepen van Openbaar Domein, iedereen uit om deze week één van de vele Brugse bossen te bezoeken. In totaal telt Brugge wel meer dan 780 hectare bos!
De Brugse bossen en natuur
In totaal telt Brugge meer dan 780 ha bos, inclusief private bossen en bossen aangekocht door Stad Brugge, het Agentschap Natuur en Bos of Provincie West-Vlaanderen. Het grootste aaneengesloten Brugse stadsbos ligt in Sint-Andries. Een gevarieerd bosbestand van afwisselend boomgaarden, weilanden en bossen is te vinden rond de kastelen van Beisbroek, Tudor en Foreest. In 1973 kocht het Stadsbestuur het domein Beisbroek, waar in 1976 het Natuurcentrum de deuren opende. In 1981 volgde het domein Tudor, dat 40 ha groot is. Later werden ook Chartreusinne en Foreest aan al deze groene pracht toegevoegd. Naast bossen telt Brugge ook zo’n 340 hectare aan private en openbare natuurreservaten. In totaal beslaan de Brugse bossen en natuurreservaten zo’n 1122 hectare, wat betekent dat Brugge voor bijna 10% uit natuur bestaat.
Sinds 2020 werden meer dan 52.120 bomen aangeplant op parken, pleinen en in straten. Daarnaast nam de Stad deze legislatuur veel initiatief om de Brugse bossen uit te breiden. Het Veltembos werd met 2,8 ha uitgebreid en ook bij Maleveld werden 6 ha bos en 21 ha weiland aangekocht. De Stad was al sinds 2007 vragende partij om bij het Beisbroekbos 24 ha aan te kopen, wat deze legislatuur gerealiseerd werd.
Tal van activiteiten voor de Week van het Bos
Bossnoeptocht – 9 oktober
Tijdens de bossnoeptocht kom je heel wat geuren, smaken en kleuren tegen. Niet alleen van het bos, maar ook van de vele activiteiten die je onderweg kunt ontdekken zoals het maken van je eigen kruidenthee, het mengen van badzout of een appeltje plukken van een fruitboom. Een gezellige activiteit voor het hele gezin! Schrijf je zeker in via https://vrijetijd.brugge.be/buitenbeentjes
Paddenstoelenwandeling – 16 oktober
Op zondag 16 oktober vertrekt een paddenstoelenwandeling, dit in samenwerking met de mycologische werkgroep. Laat je verrassen door de unieke en talrijke paddenstoelsoorten die in de Brugse bossen groeien. Schrijf je in op: https://vrijetijd.brugge.be/buitenbeentjes
Ga wandelen in Beisbroek, Tudor & in het Chartreusinnebos
Tijdens de herfst is er niets leuker dan het maken van een boswandeling. Ook de Brugse stadsbossen nodigen uit tot een gezellige herfstwandeling. Geniet van de prachtige herfstkleuren op één van de vijf bewegwijzerde wandelingen doorheen de bossen. De routes zijn duidelijk aangegeven.
Wandelspeelpad (1,4 km)
Rondje Tudor (2,4 km)
Boomgaardwandeling (3,4 km)
Heidewandeling (4,5 km)
Beisbroekwandeling (6,5 km)
Breng een bezoekje aan het Natuurcentrum Beisbroek
Breng tijdens de Week van het Bos zeker ook een bezoekje aan het Natuurcentrum Beisbroek. Via de permanente interactieve tentoonstelling ontdek je wat er allemaal te beleven valt in de natuur. Onder één van de microscopen kun je je natuurvondsten van dichterbij bekijken om zelf te ontdekken welk dier of plantje je gevonden hebt. Het kidslabo laat kinderen zelf dingen onderzoeken en belicht actuele thema’s. Zeker de moeite waard dus! Het Natuurcentrum is open van maandag tot donderdag tussen 14u00 en 17u00 en op zondag van 14u00 tot 18u00.
Verspreid over de stedelijke bossen Chartreuzinne, Foreest, Beisbroek en Tudor richtten we gezellige picknickplekken in. Na het bezoeken van de prachtige Brugse natuur, kan men gezellig picknicken op een van de vele picknickplekken in de Brugse bossen. Er is natuurlijk ook de mogelijkheid om in de cafetaria’s, die vaak rond de bossen te vinden zijn, iets te eten of drinken.
BRUGGE – Stad Brugge verkoopt een charmante stadswoning uit de 17e eeuw. De woning ligt in de historische stadskern van Brugge en is op wandelafstand van de Markt. Toch is het er ook erg rustig woning, want het huis staat in het pittoreske Sint-Annakwartier.
Charmante stadswoning
Deze woning is een 17e eeuws diephuis, dat in 1980 voor het laatst gerenoveerd werd. Het huis bevat twee slaapkamers, een badkamer, een woonkamer met keuken, een binnen- en buitenberging en heeft een koertje. De tweede verdieping is momenteel een technische ruimte en zolder, die nog verder ingericht kan worden. De oppervlakte van de woning is 103 m². Alle nutsvoorzieningen zijn aanwezig en de verwarming is op aardgas.
Ligging
Het adres van de woning is Carmersstraat 54: het ligt in een rustige buurt, maar terzelfder tijd heel centraal. Het huis ligt op wandelafstand van de Markt. Verschillende scholen en winkels zijn in de buurt. Op zo’n 300 meter van de voordeur is er een bushalte en inwoners met auto’s kunnen in de straat parkeren met een bewonerskaart. Het huis heeft een Mobiscore van 9,2.
Het huis is gelegen in de archeologische zone ‘historische stadskern van Brugge” en binnen de UNESCO-werelderfgoed bufferzone. Ook is het huis opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed als vastgesteld bouwkundig erfgoed, typologie ‘burgerhuis’/’stadswoning’.
Het is de kopers niet toegestaan het huis binnen 5 jaar te verkopen of af te staan. De woning kan, na het voltooien van een renovatie, wel vroegtijdig vervreemd worden.
Bezoek de woning zonder afspraak
Het huis, gelegen in de Carmersstraat 54, kan zonder afspraak bezocht worden op volgende momenten:
Op woensdag 26 oktober 2022 van 16u30 tot17u30
Op zaterdag 29 oktober 2022 tussen 14u00 tot 15u30
Op woensdag 2 november 2022 tussen 16u30 tot 17u30
Op zaterdag 5 november 2022 tussen 14 u 00 tot 15 u 30
Op woensdag 9 november 2022 tussen 16 u 30 tot 17 u 30
Op zaterdag 12 november 2022 tussen 14u00 tot 15 u 30
BRUGGE – Kinderboerderij de Zeven Torentjes is een vaste waarde in het Assebroekse landschap. Iedere Bruggeling is er wel al eens geweest. Dit jaar bestaat de kinderboerderij 50 jaar en om dat te vieren houden we een groot Jubileumfeest!
Nostalgie
De Kinderboerderij laat je kennismaken met echte boerderijdieren en heeft een mooie, romantische binnenplaats, die omringd is door oude gebouwen. Als je er rondloopt kun je het vers gebakken brood ruiken, dat je ook zelf kunt gaan bakken of proeven van een potje zelf gemaakte confituur. De boerderij wekt zeker heel wat nostalgie op.
De geschiedenis van de boerderij zelf gaat terug nog tot voor 1372. Toen stond de boerderij nog gekend als ‘Ter Leyen’. De hoeve wordt een leen van de graaf in 1372 en zo krijgt deze de naam “ ’s Heer Boudewijnsburg”. Het omwalde domein is meer dan 38 ha groot. In 1569 wordt volgens de geschiedenisboeken een toren en omwald kasteel met stenen brug opgetekend. Tegen het eind van de 18e eeuw blijft hier niet veel van over: enkel de jeneverstokerij en een aantal vervallen gebouwen. De befaamde duiventoren op het domein zorgt voor inspiratie om de boerderij in 1828 om te dopen tot ‘Zeven Torrekens’.
Stad Brugge kocht de boerderij in 1972. Deze staat op 3 ha grond, samen met de stallingen, de duiventoren en de bijgebouwen: zo ontstond de Kinderboerderij.
Een jubileumviering vol activiteiten
De 50e verjaardag van Kinderboerderij de Zeven Torentjes kunnen we niet zomaar voorbij laten gaan. Daarom is er op zondag 23 oktober een groot jubileumfeest met tal van activiteiten voor jong en oud.
Vanaf 9 uur is er een boerderijontbijt in de cafetaria. Om 10u30 kun je eens rondwandelen op de boerderijmarkt of door tal van volksspelen terugkeren in de tijd. Een bezoek aan de duiventoren of de fototentoonstelling is ook altijd de moeite waard. In de verhalentent kun je naar spannende verhalen luisteren en in de activiteitencarrousel kun je gaan experimenteren. Tijdens al deze activiteiten kun je genieten van verscheidene optredens van de band Donder in ’t hooi.
Vanaf 13 uur zijn er spannende huifkartochten, gegidste boerderijwandelingen en zelfs initiaties bolderen. Je kunt ook het boerderijleven ervaren door zelf een brood te bakken tijdens de broodbakworkshops.
Schrijf je zeker in!
Het jubileumfeest is gratis en voor iedereen. Je moet je enkel voor het ontbijt, de bakworkshop en de gegidste boerderijwandeling op voorhand inschrijven via: https://vrijetijd.brugge.be/buitenbeentjes
Op 15 maart 2018 werd de uitrol van een netwerk van fietssnelwegen vastgelegd in een ministerieel besluit (MB) door de Vlaamse Regering (Regering Bourgeois). Vlaanderen zou zo’n 129 fietsostrades, oftewel 2.400 kilometer, aan fietssnelwegen bijkrijgen. Het doel? Meer mensen op de fiets krijgen.
Dit lijkt ook te lukken. Tijdens de commissie mobiliteit in het Vlaams Parlement kwam het stijgend gebruik van jaagpaden en fietssnelwegen reeds enkele malen aan bod en ook in de plenaire vergadering werd daarover gedebatteerd. De minister en parlementsleden verwezen toen naar het toegenomen gebruik door een heel divers publiek: wielertoeristen, speedpedelecs, amateurfietsers, gewone fietsers, wandelaars, enzovoort.
Uit een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem (Open vld) aan minister Peeters, blijkt dat deze legislatuur alvast zo’n 210 kilometer aan nieuwe fietssnelwegen gerealiseerd is. “We hebben nog een lange weg te gaan, maar de eerste stappen in de uitrol van dit netwerk zijn nu gezet”, zegt Mercedes Van Volcem, tevens ook schepen van openbaar domein in de stad Brugge. “De Vlaamse Regering streeft ernaar deze legislatuur nog werk te maken van een heuse modal shift. Het regeerakkoord spreekt van een aandeel duurzamemodi van 40%. De uitrol van dit netwerk fietssnelwegen is hiervoor zeker een goede zaak”, sluit Van Volcem af.
De 210 kilometer nieuwe fietssnelwegen worden overigens samengeteld bij de 1.598 kilometer aan stukken fietssnelweg waarvan de conformiteit beschouwd kan worden als netwerk dat al gerealiseerd is. Hieronder een overzicht van de reeds gerealiseerde 1.598 kilometers per provincie. Groene en oranje wegen zijn conform.
De fietsostrades moeten steden en woonkernen met elkaar verbinden. Ze liggen langs rechtlijnige infrastructuur, zoals spoorwegen of kanalen, en gaan bij voorkeur over vrijliggende fietspaden of jaagpaden. Deze zijn uitgerust met kwalitatief hoogwaardige infrastructuur. Hierdoor kunnen fietsverplaatsingen op een snelle en veilige manier afgelegd worden. Daarnaast vormt de fiets zo ook voor een langere afstand een volwaardig alternatief op de auto voor afstanden tot 20 à 30 kilometer.