BRUGGE – “Laat de Brugse terrassen staan. Dan kan de horeca investeren in kwalitatieve terrasconstructies en winterterrassen”, klinkt het bij Open VLD-parlementslid Mercedes Van Volcem. Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele blijft echter volhouden aan de uitzonderingsregel van één jaar die er gekomen is naar aanleiding van corona.
Minister Diependaele had eerder uitzonderlijk beslist dat de Brugse terrassen deze winter mogen blijven staan. “Dat is volgens mij de perfecte aanzet om te bekijken of we terrasconstructies niet tot een termijn van vier jaar kunnen laten staan in de Brugse binnenstad. Dat kan leiden tot kwalitatievere terrassen dan vandaag het geval is”, stelde parlementslid Van Volcem. De minister bleef echter vasthouden aan de unieke uitzonderingsmaatregel voor één jaar.
Ademruimte voor horeca
Om de lokale handelaars te ondersteunen in de coronacrisis besliste minister van onroerend erfgoed, Matthias Diependaele dat de Brugse uitgebreide terrassen mogen blijven staan tot na de kerstvakantie die eindigt op 9 januari 2022. “Stad Brugge had die uitzondering aangevraagd aan de minister met als doel ademruimte te bieden voor de horeca-uitbaters. We zijn als stad tevreden heel met die uitzondering”, reageert Schepen van Openbaar Domein en Vlaams Volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem. “Dat bespaart straks niet alleen afbraak- en opbouwkosten voor onze Brugse uitbaters, maar zorgt ook voor comfort en gezelligheid als de horeca straks opnieuw mag open gaan tijdens de donkere wintermaanden.”
Duurzaamheid
De tijdelijke uitzondering vormde een ideale gelegenheid voor Van Volcem om het debat opnieuw te heropenen waarom terrasconstructies niet voor een langere periode toegestaan kunnen worden. “Ik pleit niet meteen voor permanente constructies maar de huidige tijdspanne van 8 maanden laat horeca-uitbaters vandaag onvoldoende toe om te investeren in kwalitatieve vaste constructies”, stelt Van Volcem. “Daarom ben ik voorstander van een langere periode, bijvoorbeeld 4 jaar, waarin het voor uitbaters de moeite loont om in duurzaam materiaal te investeren. En daar wint zowel de bezoeker als het erfgoed ook mee. Bovendien is dit mogelijk in heel wat Europese kunststeden in Europa met een UNESCO label, we moeten dus heus niet zelf het warm water uitvinden”, concludeert Van Volcem. De N-VA minister keurt een langere uitbreiding echter af.
Bron: eigen berichtgeving.