Momenteel staan meer dan 182.000 mensen op de wachtlijst om een sociale woning te huren. De wachttijd bedraagt inmiddels gemiddeld meer dan vier jaar. Mensen met een heel laag inkomen die al vier jaar of langer wachten op een sociale woning en een private huurwoning huren met een huurcontract, komen in aanmerking voor een maandelijkse huurpremie. Uit een schriftelijke vraag van Mercedes Van Volcem (Open Vld) aan het adres van minister Diependaele blijkt nu dat het aantal stopzettingen van de huurpremie als gevolg van een te hoog inkomen tussen 2020 en 2021 meer dan verdubbeld is. “Een slecht signaal voor wie wil werken”, klikt het uit liberale hoek.
De huurpremie hangt af van het inkomen, de grootte van het gezin, de ligging en de huurprijs van de woning. Maximaal bedraagt premie in 2023 zo’n 177,24 euro. Dat bedrag wordt verhoogd met 29,54 euro per persoon ten laste tot een maximum van 4 personen ten laste. Een aantal steden zien de maximale huurpremie stijgen tot 194,96 euro omdat de huurprijzen er betrekkelijk hoger liggen. In West-Vlaanderen gaat het bijvoorbeeld over steden als Brugge, Kortrijk, Oostende en Roeselare. In Limburg gaat het over de steden Genk en Hasselt.
“De huurpremie is voor velen een belangrijke steun om het hoofd boven water te kunnen houden in afwachting van een sociale woning. Een te hoge huurprijs of net teveel verdienen kan echter betekenen dat jouw huurpremie wordt stopgezet. Dat het aantal stopzettingen afgelopen jaar verdubbeld is, is nefast voor wie wil werken. Ook voor zij die wél al een sociale woning betrekken. Wie meer verdiende in 2021 ten opzichte van het voorgaande jaar, zag zijn huurprijs toenemen”, stelt Mercedes Van Volcem.
Volgens de cijfers van minister Diependaele waren er in 2021 zo’n 22.518 sociale huurders waarvan de huurprijs steeg omwille van het gestegen inkomen. Wat de stopzettingen betreft met als oorzaak een te hoog inkomen, gaat het in 2021 over 941 gevallen. In 2020 lag dit aantal nog op 462 stopzettingen.
Ruim 20.000 (semi-)publieke laadpalen telde de Vlaamse laadinfrastructuur eind 2022 en elke dag komen er nog nieuwe bij. Dat blijkt uit de cijfers die Mercedes Van Volcem (Open Vld) opvroeg bij Vlaams minister van Mobiliteit & Openbare Werken Lydia Peeters. “In 2016 waren er naar schatting zo’n 430 publieke laadpunten in Vlaanderen. Dat aantal is sindsdien fors toegenomen”, stelt Van Volcem. De Vlaamse Regering sprak eerder de ambitie uit om tegen 2025 zo’n 35.000 laadequivalenten te realiseren.
Evolutie
In 2016 telde Vlaanderen nog 430 publieke laadpunten. Ondertussen groeide dit aantal aan tot ruim 20.000 laadpunten. Antwerpen (5.762), Oost-Vlaanderen (4.583) en West-Vlaanderen (4.234) zijn de provincies met het grootste aantal laadpunten. Het betreft zowel publieke als semipublieke laadpunten die zich op het openbare domein bevinden of op plaatsen waarbij een rechtspersoon een zakelijk recht heeft op een deel van het openbaar domein. We denken dan bijvoorbeeld aan parkings van supermarkten, sportterreinen, tankstations, bedrijventerreinen en soortgelijke plaatsen. Ten opzichte van 2021 gaat het over een stijging van 68 procent.
De minister deed ondertussen ook een oproep om laadpunten te voorzien voor lichte vracht. De laadpalen zijn gelijkaardig aan die voor personenwagens, maar hebben een veel hoger vermogen en bij de inrichting van de parkeerplaatsen moet rekening gehouden worden met de grootte van de voertuigen. De Vlaamse Regering voorziet hiervoor 5 miljoen euro met een maximum van 1.000 euro per CPE. Dit betekent dat er maximaal 5.000 CPE gerealiseerd zullen worden.
Blijven investeren
Vandaag rijden er zo’n 90.000 elektrische voertuigen rond in België. Dat aantal zal de komende jaren aanzienlijk toenemen, want vanaf 2029 moeten alle nieuwe wagens elektrisch zijn. Daarover bereikte de Vlaamse Regering overeenstemming in het Vlaamse klimaatakkoord. Het blijft dus ook groot belang om te blijven investeren in nieuwe laadinfrastructuur. “Bij de snelheid van de uitrol van laadpalen wordt er voortdurend rekening gehouden met de grootte van de vloot aan elektrische voertuigen. Bovendien is de uitrol op het openbare domein deels vraaggestuurd en dus gekoppeld aan de elektrische voertuigen”, kon minister Peeters antwoorden op de vraag of we voorbereid zijn op een plotse stijging van het aantal elektrische wagens op Vlaamse wegen.
Wat betreft het elektriciteitsnet is er met de huidige aantallen op het elektriciteitsnet geen probleem, behalve dat het beter zou zijn dat er overal een 400V-net zou liggen. Om de toekomstige situatie aan te kunnen, heeft Fluvius een investeringsprogramma opgemaakt dat rekening houdt met een verregaande elektrificatie. Hierbij is gebruik gemaakt van de prognoses van de Vlaamse overheid met betrekking tot de vergroening van voertuigen.
“We zijn al ver gekomen en Vlaanderen trapt echt op het gaspedaal om de elektrificatie van het wagenpark te faciliteren. Er ligt echter nog een hoop werk op de plank om de ambities uit het klimaatakkoord waar te maken. We moeten erover waken dat het aantal de uitrol van de laadinfrastructuur voldoende snel gebeurt en dat het aantal laadpunten altijd afgestemd is op het aantal elektrische voertuigen in Vlaanderen”, sluit Mercedes Van Volcem nog af.
De Sint-Salvatorskathedraal krijgt met steun van Vlaanderen een opfrisbeurt. De Vlaamse Regering heeft hier zo’n 94.000 euro voor veil.
Voor werken aan beschermd onroerend erfgoed, goederen in de overgangszone bij beschermd erfgoed en goederen in een erfgoedlandschap kunnen lokale besturen een erfgoedpremie aanvragen. De premie geldt voor maatregelen, werken of diensten die noodzakelijk zijn voor het behoud of de herwaardering van erfgoedkenmerken en -elementen van beschermd onroerend erfgoed.
In het geval van de Sint-Salvatorskathedraal zal de premie dienen het restaureren van de gevallen klok en de vloer in de toren. De klok van 3 ton kwam los en luidt sinds mei van vorig jaar niet meer. Daarnaast krijgt ook de volledige buitenafwerking van ramen en deuren een nieuw likje verf.
Nu de klokken al een tijdje het zwijgen opgelegd zijn, is het tijd om daar verandering in te brengen. De restauratie en opfrisbeurt komen dus als geroepen.
Het aantal klachten over de Vlaamse autokeuringen steeg in 2022 naar een recordhoogte. De minister bestelde om die reden op 2 december 2022 een audit en een benchmark-studie. Hierover stelde ik een vraag aan de minister tijdens de commissie Mobiliteit en Openbare Werken.
Het aantal klachten over de Vlaamse autokeuringen steeg in 2022 naar een recordhoogte. Van 839 meldingen in 2020 naar 930 meldingen in 2021 tot 1.182 in 2022. De klachten variëren van ‘te weinig klantvriendelijk’ tot ‘te duur’. Zo waren de lange wachtrijen aan de autokeuringen tijdens de coronacrisis nog brandend actueel en kan de keuring van een wagen in het ene keuringsstation meer kosten dan in het andere. Ook weinig transparantie over waarom een wagen afgekeurd wordt, leidt tot grote ergernis bij bestuurders.
In Vlaanderen zijn in totaal 43 keuringsstations verantwoordelijk voor het keuren van wagens. Jaarlijks voeren zij meer dan drie miljoen keuringen uit. Slechts twee inspecteurs zijn bij de Vlaamse Overheid in dienst om al dat werk te controleren. De minister besliste nu om de Vlaamse autokeuringen door te lichten en om via concrete initiatieven de dienstverlening in de sector te verbeteren. Ik vroeg of de minister het aantal keuringen niet wil verminderen. Ik vind dat we te veel naar de keuring moeten.
Als ondernemingen hinder ondervinden door wegeniswerken in hun straat, kunnen zij aanspraak maken op een hinderpremie. De hinderpremie bedraagt €2.000 en kan per onderneming eenmaal per jaar aangevraagd worden. Bedrijven met verschillende vestigingen die allen in hetzelfde jaar door verschillende wegeniswerken hinder ondervinden, zijn veroordeeld tot 12 maanden wachten alvorens opnieuw de premie aan te vragen. “Dat zou niet mogen. De hinderpremie moet per vestiging in plaats van per onderneming aangevraagd kunnen worden.”
Onlangs werd ik aangeschreven door een ondernemer die op 16 juli 2022 een hinderpremie had ontvangen voor werkzaamheden nabij hun vestiging in Gent. Deze ondernemer kan nu geen hinderpremie meer aanvragen voor zijn vestiging in Brugge die ook te maken heeft met hinder door werkzaamheden. Er moet opnieuw minstens 12 maanden voorbijgaan vooraleer een nieuwe aanvraag kan ingediend worden. Een doorn in het oog voor ondernemers die de afgelopen periode veel te verduren hadden.
Ik vroeg de minister om dit euvel uit de weg te werken.
De Bombardierbrug in Brugge (ook bekend als Fietsersbrug Brugeoise) over het kanaal Gent-Oostende wordt intensief gebruikt, met name door schoolgaand verkeer. De brug is aan een grondige renovatie toe waardoor deze vanaf 20 februari niet meer toegankelijk is. Voor fietsers en voetgangers voorzien we een omleiding. Deze tijdelijke situatie zal duren tot eind augustus.
Brugge is omgeven door water wat maakt dat auto-, fiets- en voetgangersbruggen belangrijk zijn voor de ontsluiting van de stad. “We plannen aanzienlijke investeringenin de herbouw en renovatie van verschillende bruggen, waaronder de Bombardierbrug. Voor de Bombardierbrug gaat het om een investering van 1,3 miljoen euro”, vertelt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. “Ik heb de ambitie om meer mensen aanhet fietsen te krijgen en dat voor alle soorten verplaatsingen van het werk, naar de school of de winkel. Door de Bombardierbrug te renoveren zetten we onze ambitie kracht bij voor een vlotte mobiliteit naar en in de stad.”
De Vlaamse Waterweg nv zal het stalen brugdek renoveren, de betonnen onderdelen herstellen, de wegdekbekleding en brugdekvoegen vernieuwen en twee nieuwe pijlers plaatsen onder de uitkragende aanloophellingen die brugtrillingen zullen temperen.
“Opnieuw een Brugse brug die onder handen genomen wordt”, steekt schepen Mercedes Van Volcem van wal. “Een opsteker voor fietsend Brugge, want de Bombardierbrug wordt veelvuldig gebruikt en verbindt Sint-Michiels, Assebroek en de binnenstad. Na ontwikkelingen in de dossiers rond de Steenbruggebrug, de Krakelebrug en de Kruispoortbrug, ben ik blij dat ook dit dossier gevolg krijgt. De fietsersbrug is al enige tijd aan een grondige renovatie toe”.
Omleiding voor fietsers en voetgangers
Toegang tot de brug verdwijnt voor alle verkeer vanaf 20 februari 2023. Dit om de werken vlot én veilig uit te voeren. Vermoedelijk duurt dit tot eind augustus 2023. Voor voetgangers en fietsers voorzien we een omleiding via de Bargeweg (zie afbeelding).
Tijdelijke onderbrekingen van de jaagpaden
Tijdens bepaalde uitvoeringsfases zal het jaagpad uit veiligheidsoverwegingen tijdelijk niet toegankelijk zijn. We voorzien lokale omleidingen.
Jaagpad linkeroever (Vaartdijkstraat)
Bij het afsluiten van het jaagpad ter hoogte van de brug, blijft de doorgang verzekerd via een tijdelijk aangelegd fietspad langs de inrit van het VTI.
Jaagpad rechteroever (Lappersfortstraat)
Voor het jaagpad op rechteroever blijft doorgang verzekerd via een lokale omleiding via de Baron Ruzettelaan. De toegang tot het Edward Joossensplein is op deze momenten mogelijk via de Lappersfortstraat (neem de afslag direct na het Q8-tankstation).
Demontage stalen brugdeel over het kanaal
Op 11 maart 2023 verdwijnt het brugelement over het kanaal Brugge-Gent tijdelijk voor schilderwerken. Tijdens deze hijsoperatie zal het jaagpad op linker- en rechteroever van 6 uur ’s ochtends tot 18 uur ’s avonds onderbroken zijn voor alle verkeer. De doorgang blijft echter verzekerd via een omleiding die loopt via de Baron Ruzettelaan.
Hermontage van het stalen brugdeel over het kanaal is voorzien in de tweede helft van juni 2023.
Besix n.v. voert de werkzaamheden uit voor een bedrag van 1,3 miljoen euro (excl. btw). De werken worden medegefinancierd door Europa.
Sinds 1997 zijn de belastingschijven van de Vlaamse erfbelasting niet meer geïndexeerd en dus nooit aangepast aan de inflatie.
De laatste maanden is er zeer veel commotie geweest over de inflatie. Dit is de algemene stijging van de prijzen voor goederen. De inflatie zorgt ervoor dat we met onze centen minder kunnen kopen. Het leidt dus tot een daling van de koopkracht. In ons land worden de negatieve effecten van de inflatie evenwel grotendeels opgevangen door een automatische indexering van de lonen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de lonen van de Belgen deze maand met 11% zijn gestegen.
De hoge inflatie heeft ook zijn gevolgen op het vlak van de fiscaliteit. Dit is bijvoorbeeld het geval voor wat de personenbelasting en de onroerende voorheffing betreft. Maar ook voor de successierechten en schenkingsrechten in Vlaanderen.
Met de huidige indexering van de lonen ontstond hier en daar de vrees dat werknemers meer belasting op hun loon zouden moeten betalen. Zij zouden met hun hoger loon in een hogere belastingschijf zouden terechtkomen. Deze redenering klopt echter niet. Want ook de belastingschijven in de personenbelasting elk jaar automatisch worden geïndexeerd. Van een stijgende belastingdruk is er hier dus geen sprake.
Maar dat is evenwel niet zo voor elke belasting. Neem nu bijvoorbeeld de erfbelasting of successierechten. Dit zijn belastingen die we moeten betalen wanneer we een erfenis ontvangen. Ook deze belasting werkt met een schijfsysteem.
In Vlaanderen bijvoorbeeld moeten kinderen op de waarde van de geërfde goederen van hun ouders, 3% belasting betalen op de eerste schijf van 50.000 euro, 9% op de tweede schijf tussen 50.000 euro en 250.000 euro en 27% op de derde schijf boven 250.000 euro.
Nooit geïndexeerd
Dit schijfsysteem werd in het Vlaamse gewest ingevoerd in 1997 en werd sindsdien nooit geïndexeerd. En dat is een probleem. Door het niet indexeren van de belastingschijven, is er geen aanpassing aan de inflatie, waardoor we elk jaar een hogere belastingdruk moeten ondergaan bij het verkrijgen van een erfenis. De erfbelastingen stijgen dus al 25 jaar
Dit kan makkelijk aangetoond worden. Iedereen weet dat woningprijzen in ons land elk jaar stijgen. Volgens Statbel zijn de gemiddelde vastgoedprijzen in Vlaanderen tussen 2010 en 2022 met 67% gestegen voor woningen en met 62% voor appartementen.
Wie in 2010 als kind van zijn ouders de ouderlijke woonst met een waarde van 300.000 euro heeft geërfd, diende daar in 2010 in Vlaanderen 33.000 euro aan erfbelasting op te betalen. Door de stijging van de vastgoedprijzen zou dezelfde woning thans in 2023, met 67% in waarde zijn gestegen en 501.000 euro waard zijn. De waarde stijgt maar als je inflatie meerekent dan stijgt in vele gevallen de prijs niet meer of iets meer dan de inflatie.
Indien deze woning nu erft, dan betaalt men daar nu 87.270 euro aan erfbelasting op. Dit is puur het gevolg van enerzijds de stijging van de vastgoedprijzen en anderzijds van de niet indexering van de belastingschijven.
Mochten de belastingschijven van de erfbelasting echter op dezelfde manier zijn geïndexeerd als de belastingschijven van de personenbelasting, dan zou u als erfgenaam op de erfenis van uw ouders 3% belasting moeten betalen op de eerste schijf van 84.500 euro, 9% op de tweede schijf tussen 84.500 euro en 422.500 euro en 27% op de derde schijf boven 422.500 euro. Op de woning met een waarde van 501.000 euro zou u dan geen 87.270 euro, maar wel slechts 54.150 euro moeten betalen.
De niet indexering van de belastingschijven van de erfbelasting zorgt ervoor dat de Vlaamse schatkist slapend rijk wordt.
Liberale verdienste
Aangezien de meeste mensen hun woning verwerven via arbeid en op 25 jaar afbetalen, is het jammer dat wat ze opbouwden nog eens wordt belast als ze sterven. De vrijstelling van 50.000 euro tussen echtgenoten en de vrijstelling van de gezinswoning is een liberale verdienste met liberale ministers destijds van financiën in Vlaanderen.
Bovendien is er ook een onbillijk gegeven. Niemand kiest ervoor om te sterven op een bepaalde wijze. Wie sterft door een hartaanval of door een ongeval kan geen schenking meer doen aan voordeling tarief inzake roerende schenking of onroerende schenking.
Wie ziek is, kan dit wel. Dat is volgens mij niet de bedoeling. Daardoor ontstaan soms allerlei vreemde toestanden aan ziekbed of moeten mensen jaren op voorhand bezig zijn met successieplanning.
Afschaffen successierechten tussen echtgenoten en partners
Ik vroeg aan de minister om naast de indexering van de schalen minstens te starten met het afschaffen van successierechten tussen echtgenoten en partners. In rechte lijn (ouders/kinderen) gelden de laagste tarieven, maar een smak erfbelasting betalen bovenop het verdriet van het verlies is voor mij een brug té ver.
Ik stelde de minister hierover een aantal vragen in de commissie van het Vlaams Parlement:
BRUGGE – In november 2021 slaagde ik er nog in om de plooien glad te strijken tussen Cercle Brugge en Club Brugge. Samen met beide partijen zat ik opnieuw aan tafel en vond een consensus over het stadiondossier. Resultaat: Een kaderovereenkomst tussen stadsbestuur en Cercle Brugge waarin afspraken en principes duidelijk vastliggen en waarin beide ploegen én het stadsbestuur zich in kunnen vinden. Het vernietigingsarrest rond de omgevingsvergunning van het stadion van Club Brugge betekent echter een nieuwe tegenslag in dit stadiondossier.
De omgevingsvergunning geraakte in oktober 2021 nog goedgekeurd door de Vlaamse Regering, maar omwonenden gingen in beroep na kritiek over de parkeervraag en het mobiliteitsplan.
De Raad voor Vergunningsbetwistingen nam de beslissing op basis van twee redenen. Ten eerste zou de vergunning in strijd zijn met de bouwverordening van de stad Brugge. Die vereist dat het terrein in alle nodige parkeerplaatsen voorziet. Een probleem, want naast de parking voor 3.000 wagens zou Club Brugge ook afstandsparkings met een shuttledienst inzetten. Daarnaast oordeelt de Raad dat de Vlaamse Regering onvoldoende rekening hield met een aantal opmerkingen over het mobiliteitsplan.
Ik geloof nog steeds in een goede afloop van dit dossier.
Een schijfsysteem, ook voor successie- en schenkingsrechten, werd in het Vlaamse gewest ingevoerd in 1997 en werd sindsdien nooit geïndexeerd. Dat is een probleem.
De laatste maanden is er zeer veel commotie geweest over de inflatie. Dit is de algemene stijging van de prijzen voor goederen. De inflatie zorgt ervoor dat we met onze centen minder kunnen kopen. Het leidt dus tot een daling van de koopkracht. In ons land worden de negatieve effecten van de inflatie evenwel grotendeels opgevangen door een automatische indexering van de lonen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de lonen van de Belgen deze maand met 11% zijn gestegen.
De hoge inflatie heeft ook zijn gevolgen op het vlak van de fiscaliteit. Dit is bijvoorbeeld het geval voor wat de personenbelasting betreft. Maar ook voor onroerende voorheffing en successie- en schenkingsrechten in Vlaanderen is dit zo.
Met de huidige indexering van de lonen ontstond hier en daar de vrees dat werknemers meer belasting op hun loon zouden moeten betalen. Met hun hoger loon zouden zij in een hogere belastingschijf terechtkomen. Deze redenering klopt echter niet. Ook de belastingschijven in de personenbelasting worden namelijk elk jaar automatisch geïndexeerd. Van een stijgende belastingdruk is er hier dus geen sprake.
Maar dat is evenwel niet zo voor elke belasting. Neem nu bijvoorbeeld de successie- en schenkingsrechten, oftewel erfbelasting. Dit zijn belastingen die we moeten betalen wanneer we een erfenis ontvangen. Ook deze belasting werkt met een schijfsysteem. In Vlaanderen bijvoorbeeld moeten kinderen op de waarde van de geërfde goederen van hun ouders, 3% belasting betalen op de eerste schijf van 50.000 euro. 9% op de tweede schijf tussen 50.000 euro en 250.000 euro en 27% op de derde schijf boven 250.000 euro.
Nooit geïndexeerd
Dit schijfsysteem bestaat sinds 1997 in het Vlaamse gewest. en werd sindsdien nooit geïndexeerd. En dat is een probleem. Door het niet indexeren van de belastingschijven, is er geen aanpassing aan de inflatie. Hierdoor ondergaan we jaarlijks een hogere belastingdruk bij het verkrijgen van een erfenis. De erfbelastingen stijgen dus al 25 jaar.
Dit kan makkelijk aangetoond worden. Iedereen weet dat woningprijzen in ons land elk jaar stijgen. Volgens Statbel, het Belgische Statistiekbureau, zijn de gemiddelde vastgoedprijzen in Vlaanderen tussen 2010 en 2022. Voor woningen gaat het over een stijging van 67%. Appartementsprijzen stegen in diezelfde periode met 62%.
Wie in 2010 als kind van zijn ouders de ouderlijke woonst met een waarde van 300.000 euro heeft geërfd, diende daar in 2010 in Vlaanderen 33.000 euro aan erfbelasting op te betalen. Door de stijging van de vastgoedprijzen zou dezelfde woning thans in 2023, met 67% in waarde zijn gestegen en 501.000 euro waard zijn. De waarde stijgt, maar als je inflatie meerekent dan stijgt in vele gevallen de prijs niet meer of iets meer dan de inflatie.
Als deze woning nu wordt geërfd, dan moet daar 87.270 euro aan erfbelasting op worden betaald. Dit is puur het gevolg van enerzijds de stijging van de vastgoedprijzen en anderzijds van de niet indexering van de belastingschijven.
Mochten de belastingschijven van de erfbelasting echter op dezelfde manier zijn geïndexeerd als de belastingschijven van de personenbelasting, dan zou u als erfgenaam op de erfenis van uw ouders 3% belasting moeten betalen op de eerste schijf van 84.500 euro, 9% op de tweede schijf tussen 84.500 euro en 422.500 euro en 27% op de derde schijf boven 422.500 euro. Op de woning met een waarde van 501.000 euro zou u dan geen 87.270 euro, maar wel slechts 54.150 euro moeten betalen.
Slapend rijk
De niet-indexering van de belastingschijven van de successie- en schenkingsrechten zorgt er bij wijze van spreken voor dat de Vlaamse schatkist slapend rijk wordt.
Aangezien de meeste mensen hun woning verwerven via arbeid en na 25 jaar afbetalen, is het jammer dat wat ze opbouwden nog eens wordt belast als ze sterven. De vrijstelling van 50.000 euro tussen echtgenoten en de vrijstelling van de gezinswoning is een liberale verdienste met liberale ministers destijds van financiën in Vlaanderen.
Bovendien is er ook een onbillijk gegeven. Niemand kiest ervoor om te sterven op een bepaalde wijze. Wie sterft door een hartaanval of door een ongeval kan geen schenking meer doen aan voordeling tarief inzake roerende schenking of onroerende schenking. Wie ziek is, kan dit wel. Dat is volgens mij niet de bedoeling. Hierdoor ontstaan soms allerlei vreemde toestanden aan ziekbed of moeten mensen jaren op voorhand bezig zijn met successieplanning.
Hierover stel ik de minister volgende vragen:
Is de minister bereid om de schijven inzake erfbelasting en schenkingsrechten te indexeren sedert 1997? Zou het niet logisch zijn dat het tarief van 27 procent niet langer van toepassing is vanaf 250.000 euro maar op 446.073 euro? Dat is het geïndexeerd bedrag van 250.000 euro sedert 1997.
Is de minister bereid om het tarief van schenken en erven gelijk te stellen?
De Vlaamse Waterweg nv heeft SWECO aangesteld om een variantenstudie voor een nieuwe Kruispoortbrug uit te voeren. De studie neemt tegelijk ook de verkeersknoop R30 onder de loep. “Het is de ambitie om eind 2023 met een concept te landen waarna koers gezet kan worden richting een detailontwerp van de brug en de omgeving met als hoofddoel een veilige en vlotte verkeersituatie voor alle weggebruikers”, vertelt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
Toen de oude Kruispoortbrug stuk ging, installeerde De Vlaamse Waterweg in 2018 een tijdelijke brug om het uitgaand verkeer uit de Brugse binnenstad te leiden. De vergunning voor deze brug loopt tot eind 2027. “De Vlaamse Waterweg stippelde daarom in nauwe dialoog met het stadsbestuur Brugge en het Agentschap Wegen en Verkeer een traject uit waarbij we koers zetten naar niet alleen een nieuwe brug, maar waarbij we ook de R30-knoop ter hoogte van het kruispunt met de Moerkerkse en Maalse Steenweg en de aanpalende Vesten bestuderen”, zegt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
“Vanzelfsprekend is het concept van een nieuwe brug één van de doelstellingen. Dit is echter ook een unieke kans om de verkeersknoop R30 aan te pakken. Iedere Bruggeling weet dat de situatie hier voor voetgangers, fietsers en auto’s absoluut niet optimaal is. De doorstroming wringt, elk jaar gebeuren er meerdere ongevallen…”, vult burgemeester Dirk De fauw aan.
“Het is een goede zaak dat naast de brug ook het kruispunt zelf, gelegen aan de grens van het gebied en in de bufferzone met de meeste aandacht wordt onderzocht. Het zou een goede zaak zijn mocht het kruispunt eenvoudiger en leesbaarder zijn.Ook de ring aan de kant van de wegen moet nog vergroenen en fietsvriendelijker worden”, stelt Van Volcem. “Er zijn ook heel wat kansen om te ontharden. De bruggen in Brugge zijn heel belangrijk voor de stad en de ontsluiting ervan. Ik ben heel blij dat de bevoegde minister er werk van maakt. Er zijn veel middelen nodig maar zowel de Kruispoort en Krakelebrug staan hoog op haar prioriteitenlijst”, zegt Vlaams Parlementslid en schepen van openbaar domein Mercedes Van Volcem
SWECO
Voor de variantenstudie gaat De Vlaamse Waterweg nv in zee met studiebureau SWECO die vertrouwd is met soortgelijke complexe vraagstukken. Een interdisciplinair team van verkeersdeskundigen tot landschapsarchitecten zal het project in kaart brengen om, via een geïntegreerde benadering, tot een voorkeursvariante voor de nieuwe brug te komen. De kostprijs van deze studie bedraagt 215.000 euro.
De studie is het startschot van een intensief traject dat de komende jaren wordt uitgerold. De eerste opgave voor SWECO en alle betrokken administraties, van het Agentschap Onroerend Erfgoed tot De Lijn, is een concept uit te denken. “Waar komt de nieuwe Kruispoortbrug? Hoe richten we de knoop op de R30 aan? Zijn quick wins mogelijks? Kiezen we voor een nieuwe kruispuntinrichting met bijvoorbeeld een rotonde? Het zijn allemaal vragen die op tafel komen te liggen”, aldus bevoegd minister Lydia Peeters.
“Eind 2023 weten we dan normaal wat de belangrijkste principes zijn voor de brug, de R30 en de omgeving”, stelt Chris Danckaerts, gedelegeerd bestuurder van De Vlaamse Waterweg nv. “Dan plannen we ook een ruimere communicatie naar de omwonenden en bij uitbreiding alle Bruggelingen. Ook dan kunnen we een verfijnd concept afspreken met de partners stad Brugge en het Agentschap Wegen en Verkeer. Zo zullen we stap voor stap richting detailontwerp en omgevingsvergunning en richting de spreekwoordelijke schop in de grond werken.”