BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goede.
Mercedes stelde 2 schriftelijke vragen gericht aan Vlaams minister van Binnenlands Bestuur en Bestuurszaken Bart Somers. Ze stelt een vraag over de introductie van de leasefiets in het Vlaams woon-werkverkeer beleid. Vervolgens stelt ze ook een vraag over de extralegale voordelen voor lokale ambtenaren met betrekking tot maaltijdcheques en maaltijdchequegebruik; ecocheques en ecochequegebruik en de vergoeding voor het openbaar vervoer. Je kan de vragen die Mercedes stelt en het antwoord van de minister, hier al lezen.
Vervolgens richtte Mercedes nog 1 schriftelijke vraag aan Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare werken Lydia Peeters. Ze formuleerde vragen over het gebruik en promotie van leasefiesten bij privébedrijven.
BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem zetelt in de commissies Wonen & Onroerend Erfgoed en Mobiliteit & Openbare Werken. Vanuit het Vlaams parlement probeert ze met een Brugse bril het leven van de Vlaming te beïnvloeden voor het goede.
Commissie Mobiliteit en Openbare Werken
Mercedes stelt deze week 3 vragen om uitleg in de commissie Mobiliteit en Openbare Werken aan Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters. Ze stelt de containercapaciteit van de Antwerpse haven in vraag aan de minister, de start van het gebruik van de elektrische bussen in Antwerpen, maar ook wat met het opladen van je elektrische auto te komende jaren. De commissie vindt plaats donderdag 20 mei vanaf 14 uur. Je kan de vragen die Mercedes stelt, hier al lezen.
Deze week stelt Mercedes 2 vragen aan Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed in de commissie Wonen en Onroerend Erfgoed omtrent de richtlijnen voor archeologisch onderzoek, maar ook over het vermelden van de bewoonbare oppervlakte als een huis of appartement verkocht wordt. Je kan de vragen van Mercedes hieronder raadplegen. De commissie kan je volgen nu donderdag 20 mei vanaf 9 uur.
Het Cathemgoed wordt een openbare groenzone tussen het dorp van Dudzele en de A11. “De zone zal werken als een groene buffer tussen het dorp en de haven van Zeebrugge, onder andere door de aanplant van nieuwe bomenrijen”, vertelt Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem.
Cathemgoed
De naam “Cathemgoed” verwijst naar de verdwenen Cathemhoeve. Die lag destijds onder het nu opgespoten deel van de achterhaven van Zeebrugge. De werken voor de realisatie van Cathemgoed worden gefaseerd uitgevoerd.
Fase 1 (2020): werken ten oosten van de Zwaanhofstraat
Cathemgoedweide:
De weilanden achter de huizen langs de Zwaanhofstraat en de Westkapelsesteenweg worden publiek toegankelijke weilanden met bijkomende bomenrijen van wilgen en populieren. Ze krijgen een natuurgericht beheer. Vanaf de Zwaanhofstraat tot aan de Vaneweg zal een wandelpad door de weilanden en langs een poel lopen. Het pad is ook geschikt voor rolstoelgebruikers.
Cathemgoedbos:
Het bos zal een sterke visuele buffer vormen tussen het dorp en de A11. Het wordt ingericht als speelbos. Een wandelpad zal het bos langs de Vaneweg verbinden met de Westkappellesteenweg en de Kasteelstraat.
Fase 2 (2021): werken ten westen van de Zwaanhofstraat
Cathemgoedpark:
Het park komt langs de Zwaanhofstraat te liggen. Het zal bestaan uit een dorpsboomgaard met een 50-tal hoogstamfruitbomen, een open grasvlakte en de Cathemgoedmote en -vijver. Het park is vrij toegankelijk en omvat ook zit- en picknickbanken.
Fiets- en wandelverbinding:
Er komt een nieuwe fiets- en wandelverbinding tussen het Dudzeels Neerhof en de Zwaanhofstraat. In het volledige Cathemgoed zullen bijkomend nieuwe bomenrijen ook een buffer vormen tussen de A11 en Dudzele.
Elk jaar worden er in Vlaanderen door het Agentschap Natuur en Bos (ANB) bomen gekapt. Dit gebeurt steeds volgens de principes van natuurgericht en duurzaam bosbeheer. Het aantal m3 geoogst hout daalde de afgelopen paar jaar. Terwijl er in 2016 nog 109.865,91 m3 plaats moest ruimen, was dat vorig jaar slechts 86.573,06 m3. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir op een schriftelijke vraag van Open Vld-parlementslid Mercedes Van Volcem. “Het is bemoedigend nieuws dat het kappen van bomen in onze Vlaamse bossen een daling van 21% kent. In 2019 beloofde het ANB om het tempo, alsook de schaal, terug te schroeven wat het aantal geoogste m3 betreft. Deze dalende evolutie zou zich de komende jaren dus moeten doorzetten”, zegt Van Volcem.
Het Agentschap Natuur en Bos kapt ieder jaar een bepaalde hoeveelheid bomen. Dit gebeurt altijd omwille van een combinatie van redenen. Enerzijds is er het kappen van bomen waardoor het bos verdwijnt (ontbossing), maar anderzijds is er ook het vellen van bomen waardoor onze Vlaamse domeinbossen mooier en sterker worden. Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld) vroeg zich af in welke cijfers deze principes van goed bosbeheer zich vertaalden en stelde er een schriftelijke vraag over.
Dalende trend
Uit het antwoord van minister Zuhal Demir blijkt dat het aantal m3 geoogst hout de afgelopen paar jaar daalde. Vorig jaar tekende men een daling met 21,2 procent op in vergelijking met 2016 (respectievelijk 86.573,06 m3 en 109.865,91 m3). Volgens de minister wordt er steeds gezorgd voor een positief evenwicht tussen nieuwe en gevelde bomen. De toename van hout in onze Vlaamse bossen zou de houtoogst dus fors overstijgen. Daardoor neemt de hoeveelheid levend én dood hout in onze bossen snel toe, wat zowel de biodiversiteit als de koolstofcaptatie ten goede komt.
Provinciaal verschil
Het aantal m3 geoogst hout varieert wel enigszins tussen de verschillende provincies. “De provincie Limburg kan de sterkste daling op haar conto schrijven. Terwijl er in 2016 nog 49.078,24 m3 plaats moest ruimen, was dat vorig jaar slechts 30.086,52 m3, ofwel -38,7 procent. West-Vlaanderen daarentegen, is de enige provincie die een stijging optekent. Zij evolueren van 7.549,94 m3 in 2016 naar 10.101,45 m3 in 2019, wat neerkomt op +33,8 procent”, geeft Mercedes Van Volcem nog mee.
Liberaal Parlementslid Van Volcem besluit: “Deze cijfers stemmen me optimistisch. Het kappen van bomen in onze domeinbossen kende de afgelopen paar jaar een daling. Daarnaast beloofde het Agentschap Natuur en Bos om het tempo én de schaal van het aantal geoogste m3 terug te dringen met als doel op lange termijn mooie bossen met grote bomen te realiseren. De dalende evolutie sinds 2016 zou dus ook de komende jaren een vervolg moeten kennen.”
Er is een nieuw decreet nodig voor er nog vergunningen voor nieuwe windturbines kunnen worden afgeleverd. Dat zei Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) in het Vlaams Parlement na de vraag van Mercedes Van Volcem (Open Vld). Volgens minister Demir komen anders de doelstellingen voor hernieuwbare energie in het gedrang.
Arrest Europees Hof
Het Europees Hof van Justitie oordeelde vorige maand dat er een milieueffectbeoordeling vereist is voor de bouw van vijf windturbines langs de E40 in Aalter en Nevele. De vergunning voor de bouw en de exploitatie van die turbines werd in 2016 verleend door het departement Ruimte Vlaanderen, op basis van Vlarem II (het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning), dat normen bevat voor slagschaduw, veiligheid en geluid, en een administratieve omzendbrief. Voor dat besluit en die omzendbrief werd echter geen milieueffectbeoordeling uitgevoerd, wat volgens het Hof van Justitie nochtans vereist was.
“Het risico bestaat dat bestaande windturbines moeten worden stilgelegd en dat er geen vergunningen voor nieuwe windturbines meer kunnen worden afgeleverd”, zei Van Volcem woensdag in de commissie ruimtelijke ordening en energie. De minister gaf te kennen dat het voor zich spreekt dat de doelstellingen voor hernieuwbare energie – opgelegd door Europa – hierdoor ernstig in gevaar worden gebracht. Daarnaast zal ook de energiebevoorrading in het gedrang komen.
Decreet
Volgens Demir kan het probleem worden opgelost als het parlement een decreet maakt waarin de sectorale normen voor de windturbines worden gevalideerd. “Een duidelijk signaal dus om hier mee aan de slag te gaan”, reageert Vlaams Volksvertegenwoordiger Van Volcem. “Daarmee zouden immers de komende drie jaar nog windturbines kunnen worden vergund op grond van het huidige kader. De verleende vergunningen zouden dan ook rechtsgeldig blijven”, besluit Van Volcem.
Voor de periode daarna wil de minister starten met de opmaak van een milieueffectbeoordeling voor de nieuwe normen. Die zouden dan in werking moeten treden binnen een termijn van drie jaar.
De coronacrisis heeft een ongeziene invloed op de situatie van heel veel gezinnen in Vlaanderen, in het bijzonder de meest kwetsbare. Inkomensverlies door tijdelijke werkloosheid of het geen beroep kunnen doen op tijdelijke werkloosheid zorgen voor een toename van het aantal gezinnen dat bij de OCMW’s aanklopt. Om te vermijden dat deze gezinnen in structurele armoede terechtkomen, keurde het Vlaams Parlement deze middag de Covid-toeslag voor kwetsbare gezinnen bij hoogdringendheid goed.
Om tegemoet te komen aan de precaire situatie waarin veel kwetsbare gezinnen zich bevinden sinds de start van de coronacrisis, keurde het Vlaams Parlement op 20 mei unaniem een resolutie goed ter ondersteuning van kwetsbare gezinnen. In uitvoering hiervan werkten de meerderheidspartijen nu een voorstel van decreet uit. Concreet betekent dit dat via het Groeipakket een tijdelijke en extra tegemoetkoming voor kwetsbare gezinnen voorzien wordt. Het gaat om gezinnen die omwille van de coronacrisis tijdens de maanden maart, april, mei of juni van dit jaar een inkomensdaling ervaren van minstens 10 procent in vergelijking met de maanden januari of februari van dit jaar en zo hun inkomen zien dalen tot onder 2.213,30 euro per maand. Ook zij die al een lager inkomen hadden, kunnen hier aanspraak op maken.
Toeslag bovenop het basisbedrag
Het gaat om een extra sociale toeslag, dus bovenop het basisbedrag voor elk kind van 163,20 euro en bovenop de eventueel reeds toegekende sociale toeslag, die – afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen – 51 of 81,60 euro per maand bedraagt. De Covid-toeslag bedraagt 120 euro per kind, uitbetaald in drie maandelijkse schijven van 40 euro en kan aangevraagd worden vanaf 15 juni 2020 tot en met 31 oktober 2020. Deze bijzondere toeslag onderbrengen in het Groeipakket heeft vooral administratieve voordelen voor zowel de uitbetalingsactoren als voor de gezinnen.
“Kinderen mogen niet de dupe worden”
Vlaams Parlementslid voor CD&V Katrien
Schryvers, die er in het Vlaams Parlement voor ijverde dat naast middelen voor
lokale besturen er voor gezinnen met kinderen die het nu extra moeilijk hebben
ook een uitbreiding van het Groeipakket zou komen, is tevreden met het
resultaat: “Met deze Covid-toeslag komen we tegemoet aan de acute financiële
problemen die zich stellen voor die gezinnen met kinderen met de laagste
inkomens die hun inkomen nog zagen dalen ingevolge de coronacrisis. Naar
schatting 126.000 kinderen zullen recht krijgen op deze Covid-toeslag. Voor hen
kan dit echt wel mee het verschil maken. Kinderen mogen immers niet de dupe
worden van de coronamaatregelen. Daarom was het belangrijk om snel te
schakelen.”
“Mensen in armoede, en kinderen in het
bijzonder, zijn de eerste slachtoffers van deze coronacrisis. Met deze extra
ondersteuning voor kinderen in kwetsbare omstandigheden, verlichten we de
financiële problematiek van gezinnen in armoede”, zegt mede-indiener Freya
Saeys, Vlaams Parlementslid voor Open Vld.
“Het is goed dat er een gerichte en extra toeslag is tot 120 euro voor gezinnen die financiële gevolgen dragen van de coronacrisis. Hierdoor kunnen deze gezinnen de nodige middelen voor hun kinderen blijven uittrekken”, besluit mede-indiener en parlementslid voor N-VA Koen Daniëls.
Vlaanderen trekt 87 miljoen euro uit voor de lokale sport-, jeugd- en cultuurverenigingen die door de coronacrisis heel wat inkomsten verloren zijn. “Brugge krijgt bijna 2 miljoen euro uit dit noodfonds”, reageert Vlaams Volksvertegenwoordiger en Brugs schepen van Financiën, Mercedes Van Volcem (Open Vld).
De coronacrisis heeft onze economie en samenleving grondig door elkaar geschud. De afgelopen maanden en weken waren een beproeving waarbij lokale besturen weer maar eens hun ongelooflijke kracht hebben bewezen. Ze vertaalden in de federale richtlijnen op het terrein, kregen er veel extra taken bij en werkten vaak aan een eigen relanceplan. Die ervaringen hebben nogmaals getoond dat steden en gemeenten een hoofdrol zullen spelen bij het lanceren van onze economische en maatschappelijke relance.
Daarom heeft de Vlaamse regering beslist om 87,3 miljoen uit het noodfonds uit te trekken voor de lokale besturen. Elke stad of gemeente krijgt daar een deel van op basis van dezelfde verdeelsleutel die gebruikt is voor de inkanteling van de vroegere sectorale middelen voor cultuur-sport-jeugd in het gemeentefonds. Hoe het deze middelen besteed, is de vrije keuze van elk lokaal bestuur. Zij kennen hun inwoners en verenigingen en bijgevolg hun noden het best. De mogelijke planlast en administratieve verplichtingen zijn tot een minimum beperkt om die vrijheid en autonomie te garanderen. “Brugge ontvangt straks bijna 2 miljoen euro uit het noodfonds. Deze extra middelen kunnen voor veel van onze verenigingen de redding zijn om te kunnen blijven voortbestaan. Zo doen we ons uiterste best om het sociale weefsel in Brugge zo veel als mogelijk te bewaren”, aldus Van Volcem.
Autonomie lokale besturen
“Het is positief dat lokale besturen meer autonomie en slagkracht krijgen van deze Vlaamse Regering”, vertelt Mercedes Van Volcem, “Vlaanderen kan onmogelijk beter weten dan de lokale besturen wat de beste keuzes zijn voor hun stad of gemeente. Daarom krijgen we nu – onder meer dankzij Vlaams Vice minister-president Bart Somers maximale vrijheid en autonomie om deze 2 miljoen te investeren in ons verenigingsleven. Zo kunnen we straks op maat vorm geven aan onze maatschappelijke relance”, besluit Van Volcem.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) maakt de investeringen binnen haar beleidsdomein voor 2020 bekend. Er wordt in 2020 maar liefst 2,2 miljard euro aan investeringen voorzien over alle entiteiten van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken heen. Lydia Peeters: “Mijn beleidsdomein is bij uitstek een domein met heel wat investeringen en ze vormen een belangrijke motor van onze Vlaamse economie. Net daarom houden we dat hoog investeringsritme in 2020 aan, ondanks de coronacrisis. We investeren 2,2 miljard in 924 uiteenlopende projecten waarvan ook heel wat West-Vlaamse projecten”.
Investeringsprojecten in het regeerakkoord
Het regeerakkoord stelt een hoog investeringsritme voorop met een aantal belangrijke investeringsprojecten. In 2020 wordt ook beduidend veel budget gereserveerd voor de West-Vlaamse projecten die opgenomen werden in het regeerakkoord.
Zo wordt er voor de nieuwe sluis in Zeebrugge een budget van 60 miljoen euro vrijgemaakt voor studies, grondonderzoek en verwervingen van woningen en bedrijven. Met de nieuwe sluis wil minister Lydia Peeters een volwaardige tweede toegang creëren tot de achterhaven. De nieuwe sluis is van kapitaal belang om de groei van de haven en de werkgelegenheid in de regio veilig te stellen.
Voor de modernisering van het kanaal Bossuit-Kortrijk wordt er 1,5 miljoen euro voorzien in studies. Dit kanaal verbindt de Leie en de Boven-Schelde met elkaar, maar momenteel hebben binnenvaartschepen nog geen toegang tot het kanaal vanaf de Leie. Enkel pleziervaart en kleine schepen tot 300 ton kunnen er passeren. Er wordt dan ook bekeken hoe het kanaal in de toekomst aangepast kan worden zodat grotere schepen kunnen passeren. Onder andere de vaarweg zal verruimd moeten worden maar ook de sluizen zullen aangepast worden aan de hedendaagse binnenvaartschepen. Een vlotte verbinding met de Leie zal de watergebonden bedrijventerreinen langs het kanaal aantrekkelijker maken.
Daarnaast wordt er ook 3,2 miljoen euro geïnvesteerd in een studie voor de inrichting van de Steenbruggebrug in Brugge. Voor schepen is de doorgang onder de huidige Steenbruggebrug te smal en ligt er vlakbij de brug een krappe bocht die het moeilijk maakt om te manoeuvreren. Bovendien zal een nieuwe brug gunstiger zijn voor het doorgaand verkeer.
Verder is er budget voorzien voor een studie van de stationsomgeving Brugge (0,5 miljoen euro) en een verkennende studie (0,2 miljoen euro) om de opstart van een complex project te onderzoeken voor de verbinding Ieper-Veurne.
Verkeersveiligheid
Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters beschouwt verkeersveiligheid als een topprioriteit binnen haar beleid. Naast communiceren en sensibiliseren via diverse campagnes, is ook het investeren in infrastructuur essentieel om de verkeersveiligheid te verhogen. Hiervoor trekt de minister in West-Vlaanderen 10,5 miljoen euro uit en dit voor diverse grote en kleine ingrepen.
Specifiek zal er meer dan 3,2 miljoen euro geïnvesteerd worden in het verkeersveilig maken van diverse gevaarlijke punten. Zo wordt in Lichtervelde de Roeselarebaan N32 heringericht en de fietspaden Meulebeke – Dentergem (rotonde N327 – N305) in Oostrozebeke.
Tot slot blijft handhaving een belangrijk speerpunt in het streven naar een zo hoog mogelijke verkeersveiligheid. Hiervoor is een investering voor heel Vlaanderen van meer dan 14 miljoen euro voorzien voor de installatie van trajectcontroles, de opstart van het ombouwen van de huidige camera’s naar digitale camera’s en de bewaking in het kader van dynamisch verkeersmanagement .
Daarenboven wil de minister ook luisteren naar de vragen van lokale besturen m.b.t. handhaving van snelheidsregimes. Hiervoor wordt 1,4 miljoen euro voorzien.
Verder is er een aanzienlijk bedrag van 3,5 miljoen euro voorzien voor de aanpak van parkings langs de snelwegen waaronder de verlenging van het aflopende bewakingscontract in kader van transmigrantenproblematiek. Dit is zeker van belang voor de drie snelwegparkings langs de E40 met name Jabbeke, Westkerke en Mannekesvere.
Tot slot wordt er ook ingezet op subsidies voor veilige schoolomgevingen. Zo werd in 2020 tot op vandaag al een totaalbedrag van 2,3 miljoen euro besteed. Concreet voor West-Vlaanderen werd aan 23 gemeenten een subsidie gegeven van bijna 633.000 euro.
Investeringen in infrastructuur
Minister Lydia Peeters investeert forse bedragen in het onderhoud en de vernieuwing van de infrastructuur. Ook voor West-Vlaanderen staan er heel wat projecten op de planning: “Een grote hoeveelheid aan infrastructuur vraagt ook een grote hoeveelheid van investeringen. In 2019 werd er 145 miljoen euro geïnvesteerd in fietsinfrastructuur en dat trekken we op tot 180 miljoen euro in 2020. Hiervan wordt er meer dan 19 miljoen euro geïnvesteerd in de fietsinfrastructuur in West-Vlaanderen”.
Voor de weginfrastructuur wordt voor heel Vlaanderen 186 miljoen euro voorzien voor het structureel onderhoud van de Vlaamse wegen. De doorstromingsprojecten op het investeringsprogramma vertegenwoordigen een som van 97 miljoen euro.
Enkele voorbeelden voor West-Vlaanderen:
Structureel onderhoud van de N31 in Brugge
Structureel onderhoud van de N353 Doorniksesteenweg in Avelgem
Minister Lydia Peeters maakt 160 miljoen euro vrij voor de aanpak van kunstwerken (bruggen, tunnels, keermuren) waarvan 90 miljoen euro voor de prioritaire kunstwerken, die zich in slechte toestand bevinden.
In West-Vlaanderen wordt er in 2020 budget vrijgemaakt voor volgende bruggen van de lijst van de prioritaire kunstwerken:
La Flandrebrug in Zwevegem
Zwaantjesbrug in Wielsbeke (Ooigem)
Fietsbrug aan de Boudewijnbrug (Kleine Boudewijnbrug) in Brugge
Brug III Nieuwe Langestraat over A10, Oostende (afbraak)
Watergebonden investeringen
De watergebonden investeringen van de Vlaamse Waterweg op het investeringsprogramma betreffen bijna 285 miljoen euro voor Vlaanderen.
Ook in West-Vlaanderen wordt er fors geïnvesteerd in deze infrastructuur. Enkele projecten :
Diverse projecten in het kader van de opwaardering van de Seine-Scheldeverbinding
Plaatsen van bodembescherming in het kanaal Roeselare-Leie
Vernieuwen Steenbruggebrug in Brugge
Bouw van de Reepbrug in Kortrijk
De minister investeert ook 60 miljoen euro in de kusthavens en kustverdediging.
Voor de Zeehaven van Oostende wordt er 6,5 miljoen euro uitgetrokken waaronder budget voor de aanleg en instandhouding van de Demeysluis in Oostende, alsook het aanleggen van kaaimuren en het vernieuwen van het linkeroever kanaal Brugge-Oostende.
De Zeehaven van Zeebrugge kan rekenen op een investering van 73,5 miljoen euro.
Regionale luchthavens
Ook in de infrastructuur van de regionale luchthaven Oostende, die werkt onder een LOM-structuur (Luchthaven Ontwikkelingsmaatschappij), voorzien we verschillende investeringen zoals de herstellingen aan de laadvloer 2 en de riolering voor een bedrag van meer dan 13 miljoen euro.
Openbaar vervoer
2020 zal een recordjaar worden qua investeringen in rollend materieel, maar liefst 83,5 miljoen euro. Er wordt hierbij geïnvesteerd in hybride bussen (42,8 miljoen euro), trams (32 miljoen euro), oplaadsystemen E-bussysteem (3,2 miljoen euro).
Specifiek voor West-Vlaanderen zal er geïnvesteerd worden in elektrische bussen voor Brugge en spoorvernieuwing in Oostduinkerke.
Klimaat en geluid
In 2020 zal er in West-Vlaanderen een bedrag van 4,6 miljoen euro geïnvesteerd worden in maatregelen in kader van klimaat en geluid. Zo zijn er het proefproject ‘Green Public Procurement’ op de Ringlaan (N37) in Pittem en de geluidsberm Keizershoek op de A14 in Harelbeke.
Verder voorziet de minister ook investeringen in het omschakelen naar LED-verlichting op autosnelwegen (en aansluitend op gewestwegen).
Op
vraag van het Vlaams Huurdersplatform en de Verenigde Eigenaars agendeerden de
oppositiepartijen Groen, SP.A en PVDA vandaag in het Vlaams Parlement bij
spoedbehandeling een voorstel van resolutie om de huurpremie tijdelijk uit te
breiden naar alle private huurders op de wachtlijst voor een sociale woning.
Open Vld-parlementslid Mercedes Van Volcem is reeds 10 jaar voorstander om de
huurtoeslag uit te breiden voor huurders die recht hebben op een sociale woning.
“Op vandaag moet je al vier jaar op de wachtlijst staan en mag je maximum
16.500 euro aan inkomen hebben om in aanmerking te komen voor zo’n huurtoeslag.
Laat ons deze coronacrisis aangrijpen als hét moment om de toeslag uit te
breiden. Het zorgt direct voor een verlichting van de woonkost én het
vermindert ook de druk op het bouwen van sociale woningen. Deze gezondheids- en
economische crisis mag geen wooncrisis worden”, reageert Mercedes Van Volcem.
Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem stelde in het verleden al meermaals voor om de huurtoeslag uit te breiden voor huurders die recht hebben op een sociale woning. Het liberaal parlementslid vindt dan ook dat de Vlaamse Regering wel kan tegemoetkomen aan de huidige vragen van huurders.
Wachtlijst
“De coronamaatregelen hebben als rechtstreeks effect dat de bouw van sociale woningen vertraging oploopt. Dat zorgt opnieuw voor extra wachttijd, bovenop de vier jaar die sociale huurders nu al gemiddeld dienen te wachten op een woning. Zo kan de theoretische wachtlijst aangroeien tot 300.000 Vlamingen, ofwel de helft van het totaal aantal huurders in Vlaanderen”, benadrukt Van Volcem.
“Dat
zijn enorm veel mensen. In plaats van altijd achterop te blijven lopen in het
bouwen van sociale woningen, kunnen we beter eens nadenken over een
alternatief, namelijk het uitbreiden van de huurtoeslag voor huurders die recht
hebben op een sociale woning. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: je zorgt
voor verlichting van hun woonkosten én je vermindert ook de druk op het bouwen
van sociale woningen”, aldus Van Volcem. “Momenteel moet je echter al vier jaar
op de wachtlijst staan en mag je maximum 16.500 euro aan inkomen hebben om in
aanmerking te komen voor zo’n huurtoeslag. Dit is dan ook hét moment om daar
iets aan te doen. Kortom: laat deze gezondheids- en economische crisis
alstublieft geen wooncrisis worden.”
Van
Volcem voegt eraan toe dat minister Diependaele in de commissievergadering van
13 februari 2020 nog open stond voor een uitbreiding van de toeslag. Het parlementslid
pleit er wel voor dat de toeslag slechts tijdelijk is. Dit om mensen aan te
sporen aan de slag te gaan opdat ze de toeslag binnen afzienbare tijd niet meer
nodig hebben.
Oneerlijk
Mercedes Van Volcem: “De toeslag ondersteunt de huurder maar is ook goed voor zijn of haar solvabiliteit en is dus indirect ook een goede zaak voor de verhuurder. Op vandaag wordt de helft van de woningen privaat verhuurd aan mensen die op basis van hun inkomen eigenlijk recht hebben op een sociale woning. De discrepantie tussen de huurprijs van een sociale woning (22% van je inkomen) en de huurprijs van een woning op de private markt, betaald door iemand met exact hetzelfde inkomen, is té groot. Respectievelijk is dit 350 en 700 euro. Daar moeten we iets aan doen.”
De Nationale Veiligheidsraad heeft op basis van een advies van de Groep van Experts belast met de Exit Strategie (GEES) de exitstrategie uit de coronacrisis bepaalt. Bemoedigende indicatoren zoals de vermindering van het aantal dagelijkse ziekenhuisopnames of het afvlakken van de curve van overlijdens, maken het mogelijk om vanaf 4 mei de maatregelen geleidelijk af te bouwen.
Lees verder onder de afbeelding:
Regels blijven van kracht
Het is belangrijk te benadrukken dat bepaalde regels van kracht blijven, ongeacht de afbouwfase waarin we ons bevinden. Regels als:
het beperken van contacten tussen mensen
het respecteren van veilige afstanden
goede hygiënische reflexen, ook wel “barrièregebaren” genoemd.
De mond en de neus bedekken
Het bedekken van mond en neus is belangrijk tijdens de afbouw. Dat kan met een zogenaamd comfortmasker of een alternatief beschermingsmiddel zoals een sjaal of een bandana. Dat wordt:
aanbevolen in de openbare ruimte
verplicht op het openbaar vervoer voor gebruikers van 12 jaar en ouder. Deze maatregel treedt in werking vanaf 4 mei. Op zich biedt een masker geen afdoende bescherming, het moet bekeken worden binnen het bredere gebruik van mondmaskers, hygiënemaatregelen en fysieke afstand.
De federale overheid en de deelstaten zullen er samen voor zorgen dat elke burger gratis minstens één standaard stoffen mondmasker krijgt dat de mond en de neus volledig bedekt. Mensen zullen ook twee “filters” krijgen, om in gekochte of gemaakte maskers te stoppen. Chirurgische maskers en FFP2-maskers blijven voorbehouden voor professionals in de gezondheidszorg, in de woonzorgcentra, in de residentiële voorzieningen en bij de veiligheidsdiensten.
Op de werkvloer moet de werkgever – ook in de publieke sector – z’n werknemers beschermen als dat nodig is.
Het gebruik van het openbaarvervoer
Geleidelijke afbouw zal onvermijdelijk leiden tot een toename van het gebruik van het openbaar vervoer. Om drukte te vermijden is het raadzaam om:
u te verplaatsen met eigen middelen (lopen, fietsen, auto, enz), om zo voorrang te geven aan wie het openbaar vervoer het hardst nodig heeft
het spitsuur te vermijden
Werkvloer
Wat de organisatie van het werk betreft, heeft de Groep van Tien een generieke gids van good practices gevalideerd. Die zal als basis gelden voor af te sluiten sectoriële- of ondernemingsakkoorden. Hij zal ook als referentie dienen voor een progressieve heropstart van de economie onder veilige en zekere voorwaarden voor iedereen.
Afbouwstrategie
4 mei (fase 1a):
Voor de industrie en B2B-services:
Telewerk blijft de norm. Zo zullen bedrijven, als ze niet kunnen voldoen aan de fysieke afstand, dat kunnen compenseren door een reeks gezondheidsaanbevelingen te volgen, waaronder het dragen van een masker.
Voor de winkels en de horeca:
Daar veranderen de regels niet, behalve voor de stoffenwinkels, die – gezien hun belangrijke rol in de productie van mondmaskers – hun deuren mogen openen.
Voor de gezondheidszorg:
De afgelopen weken heeft de epidemie een aanzienlijke impact gehad op de zorgverlening, zowel in de eerstelijnszorg als in de ziekenhuizen. Werkgroepen bestuderen nu al hoe ze kunnen reageren op de noodzaak om de beste zorg te blijven bieden aan mensen die besmet zijn met covid-19 en tegelijk de toegang tot de algemene en gespecialiseerde gezondheidszorg geleidelijk en veilig uit te breiden.
Het doel is dat iedereen zo snel mogelijk weer op een normale manier toegang krijgt tot de gezondheidszorg en dat de medische infrastructuur die nodig is voor de verzorging van mensen die aan het virus lijden, niet wordt overbelast.
Wat het dagelijkse leven betreft:
Fysieke activiteit in open lucht is toegestaan met maximaal twee personen, naast de mensen die onder hetzelfde dak wonen, op voorwaarde dat fysieke afstand altijd gerespecteerd wordt.
Het zal ook toegestaan zijn om andere contactloze sporten te beoefenen in de buitenlucht. Maar toegang tot kleedkamers, gemeenschappelijke douches en cafetaria’s is nog altijd verboden.
11 mei (fase 1b):
Voor de winkels:
Deze fase laat toe dat de winkels allemaal tegelijk weer open kunnen gaan – zonder discriminatie op basis van grootte of sector – om zo iedereen dezelfde kans op succes te gunnen. Dat zal uiteraard onder voorwaarden gebeuren. Die zullen bepaald worden in overleg met de sectoren en de sociale partners.
Er zijn drie soorten voorwaarden, met betrekking tot:
de organisatie van het werk
de ontvangst van klanten
en het beperken van de toegang tot de winkel, om drukte te vermijden
De uitoefening van zogenaamde contactberoepen (zoals dat van kapper bijvoorbeeld) is in deze fase nog niet toegestaan.
Voor het dagelijkse leven:
We zullen ook op korte termijn de toekomst verduidelijken van de sportcompetities.
Fase 2 (18 mei)
Voor de winkels:
Het zal bekeken worden of en onder welke voorwaarden zogenaamde contactberoepen hun activiteit opnieuw zouden kunnen uitoefenen, ook hier onder voorwaarden.
Op vlak van cultuur:
De opening van de musea kan ook overwogen worden tijdens fase twee, ook onder voorwaarden, bijvoorbeeld via een systeem van ticketing.
Wat het dagelijkse leven betreft:
Ploegsporten zullen mogelijk zijn in de buitenlucht, maar alleen in clubverband en met respect voor bepaalde consignes.
Op vlak van onderwijs:
De heropstart van de lessen zal zeer geleidelijk gebeuren vanaf 18 mei. Niet alle leerlingen zullen meteen weer naar school gaan.
Elke gemeenschap zal verantwoordelijk zijn voor de uitwerking van deze beslissing op haar eigen grondgebied, in overleg met de onderwijssector.
Ook zullen bepaalde pistes bekeken worden, zoals:
de mogelijkheid om thuis privé-bijeenkomsten te houden
de mogelijkheid om meer mensen toe te laten tijdens huwelijken en begrafenissen
toestaan dat meer dan twee personen samen buiten actief zijn
de mogelijkheid om dagtrips te organiseren naar bepaalde regio’s van het land
Vanaf 8 juni (fase 3)
Meerdere punten zullen bekeken worden:
De modaliteiten voor de mogelijke en geleidelijke heropening van restaurants en in een latere fase ook cafés, bars en dergelijke. Dit zal in ieder geval onder strikte voorwaarden moeten gebeuren.
Verschillende zomeractiviteiten zoals buitenlandse reizen, kampen van jeugdbewegingen (daarover moet eind mei een beslissing vallen), stages, toeristische attracties maar ook kleinere openluchtevenementen.
De enige zekerheid is dat massa-evenementen zoals festivals niet voor 31 augustus mogen plaatsvinden.
Voorwaarden om te slagen:
Om ervoor te zorgen dat de afbouw onder de best mogelijke omstandigheden gebeurt, zullen testing en tracing een belangrijke rol spelen.
Wat de testing betreft, is het de bedoeling een laboratoriumtest aan te bieden aan alle mensen die hem nodig hebben, d.w.z. iedereen die symptomen heeft en van wie de arts vermoedt dat hij of zij besmet is, voor mensen die door hun beroep in hoge mate zijn blootgesteld aan het virus, en voor mensen die intensief contact hebben gehad met een besmet persoon.
Onze laboratoria zullen tegen 4 mei aan 25.000 PCR-tests komen, en de capaciteit zal kunnen worden opgeschaald tot 45.000. Om de uitvoering van de tests te ondersteunen, worden zowel publieke en privé-laboratoria als het federale platform ingezet.
Wat medische apparatuur betreft, worden de leveringen voortgezet en is er voldoende stock beschikbaar.
Ook serologische tests – tests die immuniteit opsporen – , zullen een rol spelen.
Voor de tracing zal een gecoördineerde strategie worden opgezet tussen de gewesten en gemeenschappen, met de steun van federale experts.