BRUGGE – De Brugse Vesten zijn iconisch, naast hun groene long, zijn ze ook een toeristische, culturele en historische attractie en een ontspannings- en ontmoetingsplek voor velen. Ze maken deel uit van de Unesco bescherming van de binnenstad, om dit erfgoed te behouden, wordt een beheersplan onroerend erfgoed opgesteld voor de komende 24 jaar. “Dat beheersplan vormt een draaiboek voor het uitvoeren van een goed beheer voor het behoud van dit onroerend erfgoed met alle aanwezige erfgoedvormen”, aldus Mercedes Van Volcem, schepen van Openbaar Domein en Groen.
“De Vesten zijn het park van de bewoners van de binnenstad en van de aangrenzende deelgemeenten. Het vormt een groene plaats voor alle Bruggelingen en zelfs voor velen buiten Brugge. Daarom is het voor ons prioritair om dit levend onroerend erfgoed in de toekomst te behouden”, zegt schepen van Openbaar Domein Mercedes Van Volcem.
Het revitaliseren van de Brugse Stadsvesten zijn in het Brugse beleidsprogramma 2019-2024 opgenomen. In zitting van 18 februari 2019 keurde het College de opmaak van een erfgoedbeheerplan voor de beschermde Brugse stadsvesten goed. In de zitting van 9 maart 2020 bevestigde het College de toewijzing van deze opdracht aan de West-Vlaamse Intercommunale WVI. Bij de studiefase van dit beheersplan kwamen enkele krijtlijnen naar boven.
Een aaneengesloten groene ringstructuur door vergroenen Boninvest en ontsnippering
De stadsvesten zijn al als groene ringstructuur erkend, maar er zijn bepaalde zones waar die ringstructuur onderbroken wordt, zoals de Boninvest en het gedeelte van de voormalige stadsomwalling waar het water gedempt werd en de wallen geëffend. “Met de aankoop van de Boninvest ontstaan mogelijkheden om de ringstructuur te vergroten. Waar de groene ringstructuur min of meer aaneengesloten is, maar versnipperd door drukke verkeersassen, zijn visuele verbindingen en maatregelen naar ontsnipperen voor zwakke weggebruikers op zijn plaats. Het gaat concreet om de stationsomgeving en de Filips de Goedelaan”, stelt Van Volcem.
Behoud van veteraanbomen en arboretum
Uit het onderzoek blijkt dat de Vesten meer dan 3000 bomen telt, waarvan een 661-tal bomen ouder zijn dan 100 jaar, waarvan nog eens meer dan 300 bomen zelfs ouder zijn dan 150 jaar. “De stamomtrek vertelt ons iets meer over de leeftijd van een boom, zo komen we te weten wanneer de bomen werden aangeplant op de Vesten. De leeftijdsbepaling van de bomen is een belangrijk onderzoeksthema in het beheersplan. Niet alleen de gebouwen in de Brugse binnenstad zijn historisch, de groene gordel rond de stad is dat ook”, stelt Van Volcem, “Bovendien zijn ze heel belangrijk voor de leefbaarheid van onze stad, bomen zijn onze paraplu’s en parasols en met de klimaatverandering zijn ze ook monumenten te noemen. We zetten in dat de bomen hun maximale leeftijd bereiken”, stelt Van Volcem. Dat zal gebeuren door regelmatig onderhoud van de bomen in goede gezondheid, door een extra intensief onderhoud van de aftakelende veteraanbomen en door het klonen van zeldzame variëteiten en deze op die manier in stand te houden.
Behalve de veteraanbomen, tellen de vesten inmiddels ook een uitzonderlijk groot aantal verschillende boomsoorten, die zeker niet allemaal zeer oud zijn, maar waarvan de verscheidenheid geleidelijk aan de vesten tot een soort arboretum van exotische boomsoorten maakte. “Vanaf halfweg de 20e eeuw, kregen de Vesten echte arboretumallures. Men plantte een grote variatie van zo’n 100 verschillende boomsoorten, waardoor vooral het aantal exotische struiken en bomen toenam”, aldus Van Volcem. “Een volgende stap die we zouden willen nemen is om meer uitleg te geven bij deze bomen zodanig dat bezoekers weten welke bijzonderheden zich hier hebben afgespeeld”, stelt Van Volcem.
Behoud en herstel van het historische aanplantingspatroon en behoud van een selectie van vista’s
Het typisch aanplantingspatroon is uitgangspunt bij het verjongen van de bomen. Nieuwe bomen worden ingeplant rekening houdend met dit patroon. Daarnaast werden bij de ontwerpplannen voor de vesten zichtassen aangeduid die open moesten blijven om uitzicht te bieden op de kerktorens, op de stadspoorten, op de molens of op de gevarieerde begroeiing aan de overzijde van het water. De bomen groeiden en werden niet meer opgesnoeid en de open vestinggedeelten werden dichtgeplant waardoor er nu in de zomer amper nog iets van de zichtassen overblijft. “Bij toekomstige boomaanplantingen zullen de nog aanwezige zichtassen behouden blijven. Het is niet wenselijk om dichtgegroeide vista’s te herstellen. Niet alleen zou de bomenkap te groot zijn, in veel gevallen is het oorspronkelijke uitzicht in de loop der jaren ook te veel veranderd”, aldus Van Volcem.
Heesters
De visie bestaat in het behoud van de relicten van heesters van de eerste aanplantfasen van de vesten en de aanplantingen onder Julien Leys. “Deze exemplaren verdienen vanuit het oogpunt van levend ontroerend erfgoed even grote aandacht als de veteraanbomen”, aldus Van Volcem. Als educatieve maatregel wordt uitleg over de oorspronkelijke heesterkeuze van Hubert Van Hulle voorzien op een informatiebord.
Duurzaam recreatief medegebruik
De vesten zijn een bijzonder aantrekkelijk recreatief gebied, in de eerste plaats voor de Bruggelingen zelf. De vesten vormen een belangrijke groene long voor het binnenstedelijk weefsel en de ontmoetingszone tussen historische stad en omliggende stadsdelen. Ook is het een geliefde plek voor evenementen. “Sedert de nieuwe legislatuur is de Vesten een plek geworden waar vele Bruggelingen kunnen genieten van picknickbanken en groene stoelen. Zo creëren we zalige plekjes om even te verpozen, ze zijn zeer gegeerd door de Bruggeling, ook de heraanleg van de paden werd op prijs gesteld door de vele wandelaars en fietsers”, aldus Van Volcem.
Voor wilde bijen aantrekkelijke, bloemrijke zones met vaste planten, stinzenplanten, bloembollen en oeverzones
De zones die minder betekenis hebben als ligweide, wandelweide of evenementenzone worden omgevormd tot bloemrijke zones met vaste planten, met daarbinnen of daarlangs picknickplekken. De toegang tot de picknickplekken wordt geleid, zodat de bloemen niet vertrappeld kunnen worden. “Als bijenvriendelijkste gemeente 2020, willen we het project verder doortrekken naar de toekomst”, aldus Van Volcem, “De steile hellingen van de Vesten die vandaag nauwelijks betreden worden, gaan we bloemrijk ontwikkelen met aanplant van vaste planten, stinzenplanten en bloembollen”, aldus Van Volcem.
Behoud van de zwanenpopulatie
“De zwanen zijn ook een onderdeel van het levend onroerend erfgoed”, stelt Van Volcem. Stad Brugge gaat uit van een gezonde populatie van maximum 120 dieren. De graslanden van het Stil Ende worden onderhouden door het graasgedrag van de zwanen, maar door de afscherming met een lage metalen afsluiting wordt het gebruik als recreatief gazon verhindert. Het gazon op de Buiten Katelijnevest zou hier oplossing voor kunnen bieden. “Dat gazon werd enkele jaren geleden omheind om hier zwanen te laten grazen, maar toen waren er problemen met het waterkwaliteit. Er staat echter al een omheining, wat het mogelijk zou maken om stinzenflora aan te planten, die de plaats aantrekkelijk zou maken. Vele toeristen komen hier echter de stad binnen”, aldus Van Volcem.
Behoud en onderhoud van de molens
Het molenpatrimonium wordt in stand gehouden. De St-Janshuismolen blijft maalvaardig. Het binnenwerk van de Nieuwe Papegaai wordt terug geïnstalleerd. Het beheer van de bomen rondom de molens gebeurt in afstemming met het gewenste molengebruik.
Aanvullend op deze visie van het beheersplan, wordt de wens geformuleerd om de aanpalende parken en vestingstraten te vergroenen. Het versterken als recreatief en groen element van deze perimeter rond de vesten verhoogt de leefbaarheid van de stad en buffert de vesten met ruimte voor wandelaars en fietsers en als verbinding naar de deelgemeenten met in uitbreiding ook het Katelijnepark, het Station en het Kanaaleiland. Tevens is na te gaan hoe we de ring kunnen vergroenen (Koningin Elisabethlaan, Guldenvlieslaan en Komvest) en bij uitbreiding de fietsring rond de stad tussen Dampoort en Houtkaai.