Tag: arbeidspotentieel

Vlaams Parlement

Werken loont. Nog nooit zoveel mensen met migratieachtergrond buiten de EU aan de slag

Werken loont Statbel publiceerde op 19 april haar nieuwste cijfers over de werkzaamheidsgraad in ons land. Conclusie? Bijna zes op tien mensen met herkomst buiten de Europese Unie in ons land zijn aan het werk. Nooit eerder lag dat cijfer zo hoog.

Werken loont

Werken loont in ons land. Dat is voor steeds meer mensen duidelijk. Het aandeel van werkenden met een migratieachtergrond buiten de EU in ons land neemt een vlucht.

De werkzaamheidsgraad onder mensen met een niet-Europese achtergrond in België is de afgelopen jaren sneller gestegen dan bij andere bevolkingsgroepen. In 2023 was 57,4% van de mensen tussen 20 en 64 jaar met niet-Europese wortels aan het werk, een recordhoogte. Dit is een stijging van 8,2 procentpunten sinds 2013. Ondanks deze vooruitgang blijft er een aanzienlijke kloof bestaan met de algemene werkgelegenheidsgraad van meer dan 72% en 76,5% voor mensen met Belgische ouders.

Regionale verschillen zijn ook merkbaar, met Vlaanderen die een hogere werkzaamheidsgraad heeft dan Brussel en Wallonië. Mensen met wortels buiten de EU hebben een lagere werkzaamheidsgraad in Wallonië (50,6%) vergeleken met Brussel (meer dan 55%) en Vlaanderen (bijna 63%).

De afname van etnische discriminatie en een succesvoller activeringsbeleid, samen met een hoger opleidingsniveau, worden ook als verklaringen genoemd. Hiermee drukken we als liberalen onze stempel en zorgen we voor een rechtvaardiger beleid en helpen we meer mensen vooruit te gaan in het leven. Werken loont.

Lees het artikel in De Tijd hier.

Vlaams Parlement

Verschil sociale huurprijzen en private huurprijzen te groot

Vandaag bedraagt de gemiddelde sociale huurprijs 334 euro per maand. Op de private markt is dat 887 euro per maand. Een sociale huurder geniet dus een sociaal voordeel van ongeveer 550 euro per maand tegenover kandidaat-huurders die genoodzaakt op de private markt moeten huren.

Het inkomen van de sociale huurder bepaalt grotendeels de sociale huurprijs. Hiervoor wordt gekeken naar het inkomen van de huurders en alle meerderjarige gezinsleden (met uitzondering van meerderjarigen die nog kinderbijslaggerechtigd zijn). Daarnaast speelt ook de energiezuinigheid van de woning en het aantal personen ten laste een belangrijke rol. Jaarlijks wordt de sociale huurprijs op 1 januari aangepast.  

De gemiddelde sociale huurprijs bedraagt vandaag 334 euro per maand. Op de private markt is dat 887 euro per maand. Een sociale huurder geniet dus een sociaal voordeel van ongeveer 550 euro per maand tegenover kandidaat-huurders die op de private markt huren. Wie werkt betaalt in huidig systeem echter méér huur. Dat is niet de bedoeling.

In zijn antwoord bevestigt de minister mijn originele stelling. Hij is het er ook mee eens dat wie gezond is en kan werken, dat moet doen. Sinds 1 januari 2023 geldt dan ook dat sociale huurders die niet beroepsactief zijn, maar wel arbeidspotentieel hebben, zich moeten inschrijven bij de VDAB.

Sociale huurprijzen tegenover private huurprijzen

In 2020 paste de minister de sociale huurprijzen beperkt aan voor volwassenen met een handicap die in een sociale woning woonden, maar ook hoofdhuurders die een kind met een beperking hebben. Om het onrechtvaardig verschil tussen de gemiddelde sociale huurprijzen en de gemiddelde private huurprijzen te begrenzen, stelde ik de minister een schriftelijke vraag.

Lees hier mijn vraag aan de minister:

Lees hier het antwoord van de minister: