Weinig mensen denken graag aan de voorbereiding van hun erfenis. Er zijn nu eenmaal leukere dingen in het leven. Toch is het nuttig om stil te staan bij de overdracht van vermogen. Na het overlijden betalen erfgenamen een erfbelasting op hun deel van de nalatenschap. Mensen kunnen echter ook kiezen om tijdens hun leven al een deel van hun vermogen weg te schenken. Men kiest er dan voor om die schenking al dan niet te registreren. Dat hangt onder meer af van de vraag of de schenkingen roerend of onroerend van aard zijn.
Met een goede successieplanning zoekt men fiscaal de meest voordelige weg om vermogen na te laten binnen het wettelijk stelsel. Het verschil tussen erfbelastingen en schenkingsrechten kan daarover inzicht verschaffen.
Ik stelde daarom een vraag hierover aan minister Diependaele. Opvallend: het aantal niet geregistreerde schenkingen zit in de lift. Neem zeker eens een kijkje naar mijn vraag en het antwoord van de minister hieronder:
BRUSSEL – Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem wil de erfenisrechten tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden afschaffen. De voorbije legislaturen voerden 2 verschillende liberale ministers hervormingen door aan deze belasting. Dirk Van Mechelen stelde de gezinswoning vrij (onroerend). Tommelein maakte de eerste 50 000 euro roerende erfenis belastingsvrij tussen de echtgenoten.
Jaarlijks int de Vlaamse Regering 1,6 miljard euro aan erfbelasting. Met een begrotingstekort van bijna 2 miljard euro in 2022 is deze taks dus géén onbeduidende bron van inkomsten voor de Vlaamse Regering.
Nochtans ervaren velen deze belasting als onrechtvaardig. Je verliest je partner en de overheid taxeert je op je verdriet. Je verliest je geliefde, een inkomen of een pensioen van je partner, je kosten kunnen niet langer gedeeld en als je bijvoorbeeld als zelfstandige een tweede woning verhuurt of derde mag je eentje verkopen om 27 procent te betalen aan vadertje staat. Nochtans hebben vele mensen dan al jaren 50 procent belasting op arbeid betaald en als ze netjes iets sparen volgt een rekening boven de 250000 euro van 27 procent. Bedragen die reeds sedert 1983 niet meer zijn aangepast. In veel landen in Europa bestaat er trouwens geen erfbelasting.
Bovendien gebeurt het ook dat oudere mensen vaak sterven korte tijd na de dood van hun partner. Als de partner niet meteen doorgeeft aan de kinderen, moet men zelfs op korte termijn 2 x 27 procent betalen.
Ouderen willen dat niet maar willen zelf ook nog vrijheid. Vaak geven ze al door aan de kinderen, maar worden zo zelf afhankelijk.
Mercedes Van Volcem (Open vld) pleit al langer voor het afschaffen van de erfbelasting tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden. Als je samen opbouwt en andere wettelijk stelsel een gemeenschappelijk vermogen opbouwt dan is het niet logisch dat de andere partner daarop nog eens moet betalen.
“Het afschaffen van de erfbelasting tussen echtgenoten en samenwonende partners, op het vermogen waar eerder al belastingen op werd betaald, zou de Vlaamse Regering zo’n 162 miljoen euro minder aan inkomsten opleveren. Anderzijds is er ruimte door het afschaffen van de woonbonus waardoor jaarlijks ruimte vrij komt.”
“Bovendien wil ik ook opmerken dat wie ziek is, nog kan weggeven aan 3 of 7 procent. Wie plots sterft betaalt de volle pot. Niemand kiest hoe hij sterft dus de tarieven moeten minstens op de schenkingsrechten afgestemd worden.”
Sinds 1997 zijn de belastingschijven van de Vlaamse erfbelasting niet meer geïndexeerd en dus nooit aangepast aan de inflatie.
De laatste maanden is er zeer veel commotie geweest over de inflatie. Dit is de algemene stijging van de prijzen voor goederen. De inflatie zorgt ervoor dat we met onze centen minder kunnen kopen. Het leidt dus tot een daling van de koopkracht. In ons land worden de negatieve effecten van de inflatie evenwel grotendeels opgevangen door een automatische indexering van de lonen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de lonen van de Belgen deze maand met 11% zijn gestegen.
De hoge inflatie heeft ook zijn gevolgen op het vlak van de fiscaliteit. Dit is bijvoorbeeld het geval voor wat de personenbelasting en de onroerende voorheffing betreft. Maar ook voor de successierechten en schenkingsrechten in Vlaanderen.
Met de huidige indexering van de lonen ontstond hier en daar de vrees dat werknemers meer belasting op hun loon zouden moeten betalen. Zij zouden met hun hoger loon in een hogere belastingschijf zouden terechtkomen. Deze redenering klopt echter niet. Want ook de belastingschijven in de personenbelasting elk jaar automatisch worden geïndexeerd. Van een stijgende belastingdruk is er hier dus geen sprake.
Maar dat is evenwel niet zo voor elke belasting. Neem nu bijvoorbeeld de erfbelasting of successierechten. Dit zijn belastingen die we moeten betalen wanneer we een erfenis ontvangen. Ook deze belasting werkt met een schijfsysteem.
In Vlaanderen bijvoorbeeld moeten kinderen op de waarde van de geërfde goederen van hun ouders, 3% belasting betalen op de eerste schijf van 50.000 euro, 9% op de tweede schijf tussen 50.000 euro en 250.000 euro en 27% op de derde schijf boven 250.000 euro.
Nooit geïndexeerd
Dit schijfsysteem werd in het Vlaamse gewest ingevoerd in 1997 en werd sindsdien nooit geïndexeerd. En dat is een probleem. Door het niet indexeren van de belastingschijven, is er geen aanpassing aan de inflatie, waardoor we elk jaar een hogere belastingdruk moeten ondergaan bij het verkrijgen van een erfenis. De erfbelastingen stijgen dus al 25 jaar
Dit kan makkelijk aangetoond worden. Iedereen weet dat woningprijzen in ons land elk jaar stijgen. Volgens Statbel zijn de gemiddelde vastgoedprijzen in Vlaanderen tussen 2010 en 2022 met 67% gestegen voor woningen en met 62% voor appartementen.
Wie in 2010 als kind van zijn ouders de ouderlijke woonst met een waarde van 300.000 euro heeft geërfd, diende daar in 2010 in Vlaanderen 33.000 euro aan erfbelasting op te betalen. Door de stijging van de vastgoedprijzen zou dezelfde woning thans in 2023, met 67% in waarde zijn gestegen en 501.000 euro waard zijn. De waarde stijgt maar als je inflatie meerekent dan stijgt in vele gevallen de prijs niet meer of iets meer dan de inflatie.
Indien deze woning nu erft, dan betaalt men daar nu 87.270 euro aan erfbelasting op. Dit is puur het gevolg van enerzijds de stijging van de vastgoedprijzen en anderzijds van de niet indexering van de belastingschijven.
Mochten de belastingschijven van de erfbelasting echter op dezelfde manier zijn geïndexeerd als de belastingschijven van de personenbelasting, dan zou u als erfgenaam op de erfenis van uw ouders 3% belasting moeten betalen op de eerste schijf van 84.500 euro, 9% op de tweede schijf tussen 84.500 euro en 422.500 euro en 27% op de derde schijf boven 422.500 euro. Op de woning met een waarde van 501.000 euro zou u dan geen 87.270 euro, maar wel slechts 54.150 euro moeten betalen.
De niet indexering van de belastingschijven van de erfbelasting zorgt ervoor dat de Vlaamse schatkist slapend rijk wordt.
Liberale verdienste
Aangezien de meeste mensen hun woning verwerven via arbeid en op 25 jaar afbetalen, is het jammer dat wat ze opbouwden nog eens wordt belast als ze sterven. De vrijstelling van 50.000 euro tussen echtgenoten en de vrijstelling van de gezinswoning is een liberale verdienste met liberale ministers destijds van financiën in Vlaanderen.
Bovendien is er ook een onbillijk gegeven. Niemand kiest ervoor om te sterven op een bepaalde wijze. Wie sterft door een hartaanval of door een ongeval kan geen schenking meer doen aan voordeling tarief inzake roerende schenking of onroerende schenking.
Wie ziek is, kan dit wel. Dat is volgens mij niet de bedoeling. Daardoor ontstaan soms allerlei vreemde toestanden aan ziekbed of moeten mensen jaren op voorhand bezig zijn met successieplanning.
Afschaffen successierechten tussen echtgenoten en partners
Ik vroeg aan de minister om naast de indexering van de schalen minstens te starten met het afschaffen van successierechten tussen echtgenoten en partners. In rechte lijn (ouders/kinderen) gelden de laagste tarieven, maar een smak erfbelasting betalen bovenop het verdriet van het verlies is voor mij een brug té ver.
Ik stelde de minister hierover een aantal vragen in de commissie van het Vlaams Parlement: