Wonen in Vlaanderen is niet overal even betaalbaar. In Antwerpen moet je gemiddeld 16,93 keer het lokale jaarinkomen per inwoner neertellen voor een woonhuis. In Sint-Niklaas, amper 25 kilometer verderop, is dat maar 10,83 keer. Een en ander blijkt uit de studie ‘Centrumsteden in evolutie’ die de redactie kon inkijken. In Leuven vind je de duurste gewone huizen (310.010 euro in 2013). Dat is bijna driekwart meer dan in hekkensluiter Roeselare (179.751 euro). Toch mag je daaruit niet afleiden dat Leuven het minst en Roeselare het best betaalbaar is. Het gemiddelde jaarinkomen per inwoner varieert van stad tot stad. Van de 13 Vlaamse centrumsteden ligt het het hoogst in Leuven en het laagst in Antwerpen. Het aantal lokale jaarlonen (cijfers 2011) dat je moet neertellen in Antwerpen (16,93) ligt daardoor hoger dan in Leuven (16,77). ‘In de toekomst dreigen Antwerpen en Gent de meest onbetaalbare steden te worden om te wonen’, stelt Mercedes Van Volcem (Open VLD), Vlaams Parlementslid en auteur van de studie. Beide steden combineerden de voorbije jaren een lage stijging van het inkomen met een forse klim van de woningprijzen. De huizenprijzen stegen er tussen 2005 en 2013 vijf keer zo snel als de lonen. Antwerpen (+13,7%) en Gent (+11,10%) kenden sinds 2000 de sterkste bevolkingsgroei. In Antwerpen kwamen er in die periode 61.300 inwoners bij.

Het aantal 20-29-jarigen, de bevolkingsgroep die het meest op zoek gaat naar een woning, steeg in Antwerpen sinds 2005 met 24 procent. Maar het aantal huizen nam er slechts toe met 4 procent. Sint-Niklaas (10,83 lokale jaarlonen voor een gemiddeld woonhuis) heeft het voorbije jaar Aalst (11,04) verdrongen als best betaalbare stad. Genk en Brugge evolueren het meest richting meer betaalbaar. Ze combineerden de voorbije jaren een relatief hoge groei van het inkomen met een relatief lage stijging van de woningprijzen. In die gemeenten is de verhouding groei inkomen/groei woningprijzen 1 tot 2. Beide steden kampen met een zeer lage bevolkingsgroei. Veel jongeren trekken er weg.

Bron: De Tijd