Verschil sociale huurprijzen en private huurprijzen te groot
Vandaag bedraagt de gemiddelde sociale huurprijs 334 euro per maand. Op de private markt is dat 887 euro per maand. Een sociale huurder geniet dus een sociaal voordeel van ongeveer 550 euro per maand tegenover kandidaat-huurders die genoodzaakt op de private markt moeten huren.
Het inkomen van de sociale huurder bepaalt grotendeels de sociale huurprijs. Hiervoor wordt gekeken naar het inkomen van de huurders en alle meerderjarige gezinsleden (met uitzondering van meerderjarigen die nog kinderbijslaggerechtigd zijn). Daarnaast speelt ook de energiezuinigheid van de woning en het aantal personen ten laste een belangrijke rol. Jaarlijks wordt de sociale huurprijs op 1 januari aangepast.
De gemiddelde sociale huurprijs bedraagt vandaag 334 euro per maand. Op de private markt is dat 887 euro per maand. Een sociale huurder geniet dus een sociaal voordeel van ongeveer 550 euro per maand tegenover kandidaat-huurders die op de private markt huren. Wie werkt betaalt in huidig systeem echter méér huur. Dat is niet de bedoeling.
In zijn antwoord bevestigt de minister mijn originele stelling. Hij is het er ook mee eens dat wie gezond is en kan werken, dat moet doen. Sinds 1 januari 2023 geldt dan ook dat sociale huurders die niet beroepsactief zijn, maar wel arbeidspotentieel hebben, zich moeten inschrijven bij de VDAB.
In 2020 paste de minister de sociale huurprijzen beperkt aan voor volwassenen met een handicap die in een sociale woning woonden, maar ook hoofdhuurders die een kind met een beperking hebben. Om het onrechtvaardig verschil tussen de gemiddelde sociale huurprijzen en de gemiddelde private huurprijzen te begrenzen, stelde ik de minister een schriftelijke vraag.
Lees hier mijn vraag aan de minister:
Lees hier het antwoord van de minister: