Meer doen met dezelfde middelen in sociale huisvesting
De Vlaamse huisvestingsmaatschappijen zijn op zoek naar 400 miljoen euro om dringende renovatieproblemen aan te pakken. “De Vlaamse regering wil 43 000 nieuwe sociale woningen bouwen maar de renovatie van bestaande patrimonium laat volledig te wensen over. Er is in totaal 2,9 miljard euro nodig om de bestaande woningen te renoveren tegen 2020. De nieuw gebouwde woningen dienen dus vooral voor herhuisvesting van mensen uit woning die aan totaalrenovatie of sloop toe zijn. Zo worden de wachtlijst steeds groter. Vandaag piekt de wachtlijst op 92 000 mensen. Deze was nooit zo hoog. Woningen moeten dienen voor zij die het echt nodig hebben. We moeten overschakelen op tijdelijke huurcontracten zodat er doorstroming mogelijk is van mensen die zich verbeterd hebben. ” stelt Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem(Open Vld) in een reactie.
“Er zijn 25 000 woningen die aangepakt moeten worden. Dit betekent dat er de eerste 12 jaar (2000 per jaar) quasi geen nieuwe mensen geholpen kunnen worden. Het beleid van de Vlaamse regering faalt en sluit de ogen voor de mensen op de wachtlijst, met vaak hoge noden. Wie vijf jaar op een wachtlijst staat krijgt nu wel een huurpremie (laagste inkomensvoorwaarden).”
Hoge energiefactuur voor sociale huurders
“Betaalbaar wonen voor de behoeftigen betekent ook een betaalbare energiefactuur. Door gebrek aan dakisolatie en dubbelglas betalen de bewoners een hogere energiefactuur. Door de verrekening van groenestroomcertificaten en getalm met betrekking tot oversubsidiëring zijn de sociaal zwakkeren dus driemaal getroffen. Tijd voor een nieuw sociaal huisvestingsbeleid, daadkracht en mét emancipering.” verduidelijkt de Open Vld-politica.
Andere beleidsaanpak
Het Vlaams parlementslid bepleit voor nieuwe contracten de tijdelijkheid van sociale huurcontracten, waarbij er meer rotatie ontstaat, zodat de lange wachtlijsten kunnen worden ingekort en op kortere termijn mensen kunnen worden geholpen (gemiddelde wachttijd is nu 970 dagen).
Een waardevol alternatief voor de stop van sociale woningbouw is het invoeren van een tijdelijke huurpremie voor mensen die het echt moeilijk hebben. Ook het in huur nemen van private huurwoningen door sociale verhuurkantoren om door te verhuren aan de meest behoefden is een belangrijke peiler om de huidige problemen aan te pakken.
Van Volcem wil ook de zogenaamde huisvestingsval aanpakken. Als je een sociale woning huurt loont het zelden om te werken. Eens je meer verdient, moet je immers meer huur betalen. Het verkrijgen van een sociale woning moet gekoppeld worden aan een specifiek activeringstraject en aan een bepaalde termijn. Een sociale woning is nu een structurele oplossing en dit is nodig voor zij die niet mee kunnen in de samenleving (arme gepensioneerden, zieken, …). Voor velen is het vaak een tijdelijke situatie en later hebben ze het beter door huwelijk, samenwonen, vinden van een job. Dit moet geëvalueerd worden.
Om leegstand in de sociale woningbouw te vermijden moeten de te renoveren woningen worden verkocht aan starters (jonge mensen) en met de opbrengst moet men een huurpremie invoeren. Zo die je voor iedereen hetzelfde in dezelfde omstandigheden. Er worden maximum 2000 huurwoningen op jaarbasis gebouwd en er moeten 14000 woningen een totaalrenovatie ondergaan, dit betekent dat je 7 jaar niemand nieuw kan helpen die op de wachtlijst staat.