Vlaams Parlement

Motie beleidsbrief Wonen

Naar aanleiding van de bespreking van het woonbeleid en de beleidsbrief van minister Van den Bossche geeft Mercedes Van Volcem aanbevelingen. In een motie doet Van Volcem 13 voorstellen om het woonbeleid van de minister te verbeteren.

MOTIE

 

tot besluit van de in de commissie Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie besproken beleidsbrief Wonen

 

van de dames Mercedes Van Volcem, Khadija Zamouri, Irina De Knop, Vera Van Der Borght

en de heer Sas Van Rouveroij

Het Vlaams Parlement,

 

  • Gehoord de bespreking van de beleidsbrief Wonen, Beleidsprioriteiten 2012-2013 en het antwoord van de minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;
  • Gelet op de beleidsprioriteiten geformuleerd door de minister in de beleidsnota Steden 2009-2014;
  • Gelet op de bepalingen in het Grond- en Pandendecreet, in het bijzonder de doelstellingen om tegen 2020 43.000 sociale huurwoningen, 21.000 sociale koopwoningen en 1.000 sociale kavels te creëren;
  • Rekening houdend met de groeiende wachtlijsten voor sociale huur- en koopwoningen;
  • Overtuigd van de behoefte aan:

1° een zo hoog mogelijke eigendomsgraad in Vlaanderen wegens de individuele, maatschappelijke en financiële emancipatorische kracht van een eigen woning;

2° een sterke private en openbare huurmarkt voor diegenen die niet in staat zijn een

eigen woning te verwerven;

  • Rekening houdend met de standpunten die de minister inneemt in haar visienota over het Woonbeleidsplan Vlaanderen;

 

Vraagt de Vlaamse Regering,

  1. duidelijkheid te scheppen over de hiërarchische verhouding van het op te stellen Woonbeleidsplan voor Vlaanderen ten aanzien van andere beleidsplannen op Vlaams niveau, zoals het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;
  2. blijvend maatregelen te treffen tot verhoging van de eigendomsgraad in Vlaanderen;
  3. met het oog op compacter en flexibeler wonen een beleidskader te ontwikkelen en de bestaande belemmerende voorschriften te versoepelen om moderne woonvormen, zoals meegroeiwonen, co-housing, aangepast wonen voor ouderen, kangoeroewonen en het opdelen van bestaande gezinswoningen in meerdere woonentiteiten, op een administratief eenvoudige wijze mogelijk te maken;
  4. de effecten van de huidige huurprijsbepaling te onderzoeken en meer bepaald na te gaan welke de meest aangewezen inkomensgrenzen zijn, rekening houdend met het algemene beleidsobjectief dat werken moet lonen en dat inactiviteitsvallen moeten worden vermeden;
  5. haast te maken met de renovatie van het bestaande sociale huurwoningenpatrimonium en, gezien de groeiende wachtlijsten bij de toekenning van sociale huurwoningen absolute prioriteit te geven aan mensen met de grootste sociale en financiële noden;
  6. sociale huisvestingsmaatschappijen vooral te laten inzetten op de creatie van huurwoningen eerder dan te kiezen voor de nieuwbouw van koopwoningen;
  7. doorstroming van de huidige sociale huurders wiens professionele en/of financiële situatie structureel is verbeterd te stimuleren en bij het aanbieden van nieuwe contracten aan sociale huurders de haalbaarheid van tijdelijke contracten van 9 jaar te onderzoeken;
  8. bij de opmaak van het eengemaakt Leningenbesluit de haalbaarheid nagaan om, gelet op de gezinsverdunning, de doelgroep uit te breiden tot alleenstaanden en gezinnen zonder kinderen;
  9. bij de bouw van sociale woningen aandacht te besteden aan het architecturaal aspect, zodat deze sociale woonprojecten meer aansluiten bij de algemene bouwstijl in Vlaanderen en de nodige authenticiteit krijgen, zoals dat destijds het geval was met bijvoorbeeld de tuinbouwwijken;
  10. het aanbod en de kwaliteit van private huurwoningen te verhogen, onder meer via de fiscaliteit en een verruiming van het stelsel van de renovatiepremie, en tevens oog te hebben voor de rechten van de eigenaars-verhuurders en de huurders niet alleen te wijzen op hun rechten maar ook op hun plichten;
  11. werk te maken van het vereenvoudigen en uitbreiden van het huursubsidiestelsel, onder meer voor kandidaat-huurders die reeds twee jaar op een wachtlijst voor een sociale huurwoning staan;
  12. te onderzoeken waarom de verzekering gewaarborgd wonen bij inkomensverlies weinig succesvol is en samen met de banken extra inspanningen te doen om het systeem algemeen bekend te maken;
  13. onmiddellijk werk te maken van een back up-plan inzake de problematiek over wonen in eigen regio teneinde een alternatief achter de hand te hebben indien het Grondwettelijk Hof zoals algemeen wordt verwacht begin januari 2013 zou overgaan tot de gedeeltelijke vernietiging van de betreffende bepalingen in het Grond- en Pandendecreet;

Mercedes Van Volcem
Khadija Zamouri
Irina De Knop
Vera Van Der Borght
Sas Van Rouveroij