Zes aanbevelingen erfgoedforum YOUNESCO
Sinds 2010 staat een deel van de Amsterdamse grachtengordel op de Werelderfgoedlijst. Het succes van Amsterdam is mede te danken aan de permanente ruimte voor transformatie en de goede balans tussen wonen, werken, ontspanning en toerisme. Is de UNESCO-status voor deze vitale stad een toegevoegde waarde? Wat merk je er eigenlijk van in het dagelijkse leven? Deze en andere vraagstukken werden op dinsdag 3 april 2012 in de Zuilenzaal van Felix Meritis voorgelegd aan een panel van experts en het publiek. “Ik werd uitgenodigd om mijn ervaring uit Brugge uit de doeken te doen.” reageert Mercedes Van Volcem. Na het forum heeft de stad nu 6 aanbevelingen geformuleerd voor de nabije en verdere toekomst.
Zorgt een UNESCO-status voor zo’n grote aantrekkingskracht op potentiële bezoekers, ondernemers en investeerders dat hij een bedreiging vormt voor kwaliteiten zoals vitaliteit en kleinschaligheid? Of levert de status verstarring op bij stakeholders? Met andere woorden: is het met het behalen van de status gedaan met de immer transformerende binnenstad en zal de stad verworden tot museum?
Naar aanleiding van deze bijeenkomst heeft Stad-Forum zes aanbevelingen geformuleerd:
1. Houd scherp in welke discussies de Werelderfgoedstatus van de grachtengordel écht een rol speelt.
Vraagstukken die spelen in de grachtengordel lijken vaak verband te hebben met de UNESCO-status, maar staan er feitelijk los van. Ze gaan bijvoorbeeld over de toeristische druk op de stad, de verschraling van het winkelaanbod, de dreigende groei van pied a terres en de houdbaarheid van de sociale woningvoorraad op de duurste plekken van de stad. Al deze vraagstukken hangen samen met een algemeen proces van musealisering van de binnenstad: “De verUNESCO-isering hebben we allang zelf gedaan” in de woorden van Tracy Metz.
2. Ontwikkelen in de binnenstad ís werken aan diversiteit.
De grachtengordel is uniek omdat het een dynamische omgeving is met een goede balans tussen historie en vernieuwing. Dit komt mede door de grote functionele en historische diversiteit. Het sturen op functies en het in stand houden van deze goede balans tussen wonen, werken en recreëeren is dan ook een belangrijke tool.
3. Werk aan een netwerk voor internationale kennisuitwisseling.
Erfgoedsteden kunnen van elkaar leren. Met name op het gebied van musealisering versus vernieuwing van vastgoed en openbare ruimte. UNESCO biedt weinig kennis wat dergelijke vraagstukken betreft. Probeer samen met UNESCO een vaste structuur op te zetten voor communicatie met een vaste adviescommissie over gelijksoortige erfgoedzones.
4. Heb het lef om soms te kiezen voor een eigentijdse vernieuwing.
Ook in een UNESCO-gebied is ruimte voor passende eigentijdse toevoegingen. Laat je daarbij adviseren over visuele impact door een raad van deskundigen. Ook de bufferzone om het kerngebied is een interessant strijdveld waar gezocht moet worden naar een goed evenwicht tussen oud en nieuw.
5. Leg niet te veel de nadruk op alles wat niet mag. Praat vooral over wat er wél kan.
De grachtengordel is succesvol omdat het een cultuur van de levende stad heeft waar mensen met elkaar dingen mogelijk maken.
6. De stad heeft zoveel meer te bieden, zorg dus voor een betere spreiding van toeristen over de gehele stad.
Vijftig procent van de toeristen komt uit Nederland. Zij begeven zich nauwelijks buiten de ‘rode loper’ terwijl er genoeg te ontdekken valt in de omliggende wijken. Ook groepsgeorganiseerde reizen spreiden zich van nature lastig over de gehele stad. Help deze groepen de andere kwaliteiten van de stad te ontdekken zodat de druk op het centrum en de grachtengordel vermindert.
Bron: http://www.stad-forum.nl/verslagen/younesco-2