Schaf inderdaad de sociale koopwoningen af en verkoop de te renoveren sociale woningen
“Mieke Vogels(Groen!) heeft gelijk als ook zij pleit voor de afschaffing van het principe van sociale koopwoningen. Het systeem is te duur en helemaal niet toereikend en efficiënt. Beter zou zijn om oude sociale, te renoveren woningen te verkopen aan jonge gezinnen. Om de wachtlijsten op te lossen en de allerzwaksten te helpen moet de minister een tijdelijke huurpremie invoeren. De overheid moet voor iedereen in dezelfde omstandigheden hetzelfde doen”. aldus Mercedes Van Volcem.
Om de sociale huisvestingsproblematiek aan te pakken zijn essentiële doortastende maatregelen noodzakelijk. De 21 000 sociale koopwoningen die de minister tegen 2020 wou realiseren blijken nu al onhaalbaar. Ze kosten handenvol geld en geven een blanco cheque aan diegene die een sociale koopwoning kunnen permitteren. Bovendien wordt de ruimte schaarser. Vorig jaar waren er nog 1500 ha in handen van sociale huisvestingsmaatschappijen, nu nog 1211 ha (dus 25 procent minder). Het systeem faalt want de grond geraakt op en de behoeftigen van vandaag zijn niet de behoeftigen van morgen. Zoals ook Mieke Vogels stelt geef je je sociale investering weg.
Daarom pleit ik ervoor om de sociale huurwoningen die aan renovatie toe zijn, te verkopen. Ook het systeem van sociale leningen moet worden uitgebreid. De stimulans tot eigendomsverwerving is immers de efficiëntste peiler van sociaal woningenbeleid.
Er moeten meer dan 24 000 woningen gerenoveerd worden ten belope van 2,9 miljard euro. Als we de zwaar te renoveren woningen verkopen tegen de kostprijs 167000 euro min de renovatiekost ( +- 90 000 euro), brengt dit 2,1 miljard euro op. Zo kunnen er 24000 woningen op de markt worden verkocht voor bijvoorbeeld 77000 euro zodat er veel betaalbare woningen ontstaan. Meteen is er ook sociale mix gerealiseerd in oude complexen. Mensen die deze woningen aankopen kunnen op eigen tempo renoveren. Er komen heel wat overheidsmiddelen vrij om een huursubsidie voor de allerzwaksten te installeren. Als de Vlaamse Overheid zelf die 24000 woningen zou renoveren dan moeten er ook 24000 mensen herhuisvest worden. Dit betekent dat de wachtlijsten met 24000 woningen uitgebreid worden. Aan een bouwritme van 2200 woningen per jaar betekent dit dat de eerste elf jaar niemand bijkomend kan worden geholpen.
Een tweede noodzakelijke maatregel is om meer in te zetten op de mogelijkheid om sociaal te lenen. In 2010 werden iets minder dan 4000 sociale woonleningen uitgereikt van gemiddeld +-140 000 euro aan een tarief dat schommelt van gemiddeld 2%. Om dit beter vorm te geven is een hervorming nodig van de sociale kredietsector. Nu zijn er te veel verschillen tussen leningen bij de VMSW en het Vlaams Woningfonds (VWF). Dit werkt onduidelijkheid in de hand. Hiervoor namen we dit jaar het initiatief in het Vlaams Parlement met name mijn voorstel voor een harmonisatie in de sociale kredietsector.
Om het sociale woningenbeleid grondig te verbeteren is het ook noodzakelijk de sociale huurcontracten tijdelijk te maken en een huurpremie in te voeren voor de allerzwaksten.
De tijdelijkheid van sociale huurcontracten, waarbij er meer rotatie ontstaat, kan de wachtlijst van meer dan 60 000 wachten drastisch helpen terugdringen. Sociale huurders die zich na verloop van tijd financieel verbeterd hebben moeten het engagement tonen om hun ondersteuning af te staan aan zij die het echt nodig hebben. Naast het inkomen moet men ook rekening houden met het vermogen, bijvoorbeeld voor mensen die een serieuze erfenis krijgen. Een tijdelijke huurpremie moet zorgen dat de overheid voor iedereen in dezelfde omstandigheden hetzelfde kan doen. De allerzwaksten moeten aanspraak kunnen maken op deze ondersteuning. Zo worden mensen die niet in een sociale huurwoning zitten en bijvoorbeeld op de wachtlijst staan evenwaardig ondersteund als zij een private huurwoning huren.
Als we een grondige analyse maken van het sociale woningenbeleid van de afgelopen decennia merken we dat de geïnvesteerde middelen ontoereikend bleken te zijn. Er wordt steeds meer gebouwd en toch worden de wachtlijsten langer. Een andere aanpak is meer dan noodzakelijk en het vergt veel moed om deze te realiseren.